Uitspraak Nº 05/720023-16. Rechtbank Gelderland, 2016-05-09
ECLI | ECLI:NL:RBGEL:2016:2535 |
Docket Number | 05/720023-16 |
Date | 09 Mayo 2016 |
Court | Rechtbank Gelderland (Neederland) |
RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer : 05/720023-16
Datum uitspraak : 9 mei 2016
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , wonende te [adres]
thans gedetineerd te P.I. Overijssel - HvB Zwolle te Zwolle.
Raadsvrouw: mr. W.H. Boer, advocaat te Heerde.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 25 april 2016.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
Primair
hij op of omstreeks 17 juni 2013, in de gemeente Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van één of meer geldkistje(s) en/of een hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [zorginstelling 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader:
- bij die [slachtoffer] (werkzaam voor [zorginstelling 1] ) heeft/hebben aangebeld en/of
- ( nadat die [slachtoffer] de (voor)deur van haar woning opende) de woning van die [slachtoffer] is/zijn binnen gegaan en/of
- die [slachtoffer] een mes en/of schroevendraaier, althans een scherp en/of puntig voorwerp heeft/hebben getoond en/of
- dat scherpe en/of puntige voorwerp op/tegen de keel van die [slachtoffer] heeft/hebben gedrukt en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd: "Geld, geld ik moet geld hebben", althans woorden van gelijke aard of strekking;
Subsidiair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] , op of omstreeks 17 juni 2013, in de gemeente Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van één of meer geldkistje(s) en/of een hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [zorginstelling 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of zijn mededader(s) en/of aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of zijn/hun mededader(s):
bij die [slachtoffer] (werkzaam voor [zorginstelling 1] ) heeft/hebben aangebeld en/of
- ( nadat die [slachtoffer] de (voor)deur van haar woning opende) de woning van die [slachtoffer] is/zijn binnen gegaan en/of
- die [slachtoffer] een mes en/of schroevendraaier, althans een scherp en/of puntig voorwerp heeft/hebben getoond en/of
- dat scherpe en/of puntige voorwerp op/tegen de keel van die [slachtoffer] heeft/hebben gedrukt en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd: "Geld, geld ik moet geld hebben", althans woorden van gelijke aard of strekking,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks 17 juni 2013, althans (in elk geval) in of omstreeks de maand juni 2013, in de gemeente Apeldoorn, althans (elders) in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of
opzettelijk behulpzaam is geweest door (voor die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2]
en/of die [medeverdachte 3] ) op de uitkijk te (gaan) staan;
2.
Primair
hij op of omstreeks 17 juni 2013, in de gemeente Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen één of meer (mobiele) telefoon(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of [zorginstelling 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader,
- bij die [slachtoffer] (werkzaam voor [zorginstelling 1] ) heeft/hebben aangebeld en/of
- ( nadat die [slachtoffer] de (voor)deur van haar woning opende) de woning van die [slachtoffer] is/zijn binnen gegaan en/of
- die [slachtoffer] een mes en/of schroevendraaier, althans een scherp en/of puntig voorwerp heeft/hebben getoond en/of
- dat scherpe en/of puntige voorwerp op/tegen de keel van die [slachtoffer] heeft/hebben gedrukt en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd: "Geld, geld ik moet geld hebben", althans woorden van gelijke aard of strekking;
Subsidiair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] , op of omstreeks 17 juni 2013, in de gemeente Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen één of meer (mobiele) telefoon(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of [zorginstelling 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of zijn mededader(s) en/of aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of zijn/hun mededader(s):
- bij die [slachtoffer] (werkzaam voor [zorginstelling 1] ) heeft/hebben aangebeld en/of
- ( nadat die [slachtoffer] de (voor)deur van haar woning opende) de woning van die [slachtoffer] is/zijn binnen gegaan en/of
- die [slachtoffer] een mes en/of schroevendraaier, althans een scherp en/of puntig voorwerp heeft/hebben getoond en/of
- dat scherpe en/of puntige voorwerp op/tegen de keel van die [slachtoffer] heeft/hebben gedrukt en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd: "Geld, geld ik moet geld hebben", althans woorden van gelijke aard of strekking,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks 17 juni 2013, althans (in elk geval) in of omstreeks de maand juni 2013, in de gemeente Apeldoorn, althans (elders) in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of
opzettelijk behulpzaam is geweest door (voor die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2]
en/of die [medeverdachte 3] ) op de uitkijk te (gaan) staan.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 17 juni 2013 heeft [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ) samen met [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ) in Apeldoorn [slachtoffer] , die werkzaam is voor [zorginstelling 1] (hierna: [zorginstelling 1] ), gedwongen tot afgifte van een geldkistje en een hoeveelheid geld, dat toebehoorde aan [zorginstelling 1] .2 [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] hadden een mes en een tot priem geslepen schroevendraaier bij zich.3 Zij hebben ieder het wapen dat ze bij zich droegen aan [slachtoffer] getoond.4 Daarbij heeft [medeverdachte 1] gezegd: ‘Geld, geld! Ik moet geld hebben.’5
[verdachte] heeft hierbij buiten op de uitkijk gestaan.6
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair onder 1 ten laste gelegde feit. Volgens de officier van justitie is sprake van de deelnemingsvorm ‘medeplegen’. Hoewel het idee om een overval te plegen van [medeverdachte 1] kwam, was er een rolverdeling tussen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [verdachte] , waar gezamenlijk over is gesproken. Ook droegen allen een vermomming. Daarover en over het meebrengen van wapens, is gezamenlijk gesproken. Daarnaast is de buit gelijkelijk over alle vier verdachten verdeeld. Van scheve verhoudingen tussen de vier verdachten was geen sprake.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van het primair onder 1 ten laste gelegde. Haar cliënt kan niet als pleger worden aangemerkt en heeft een beperkte rol in het geheel gespeeld, waardoor geen sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking.
Daarnaast kan niet worden bewezen dat meer dan één geldkistje is weggenomen en kan niet worden bewezen dat het geweld of de bedreiging met geweld heeft bestaan uit het aanbellen bij- en in het betreden van de woning van aangeefster. Het voorval is daarbij niet in de woning van aangeefster voorgevallen, maar op haar werk. Evenmin kan worden bewezen dat een scherp of puntig voorwerp tegen de keel van aangeefster is gedrukt. Het enige bewijsmiddel waar dat uit voortvloeit, is de aangifte en dat is onvoldoende.
In het licht van het voorgaande heeft de raadsvrouw partiële vrijspraak bepleit ten aanzien van het subsidiair onder 1 ten laste gelegde.
De beoordeling door de rechtbank
Niet ter discussie staat dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op 17 juni 2013 [slachtoffer] hebben gedwongen tot afgifte van een geldkistje en een...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT