Uitspraak Nº 05/740367-18. Rechtbank Gelderland, 2019-11-01

ECLIECLI:NL:RBGEL:2019:4914
Docket Number05/740367-18
Date01 Noviembre 2019
CourtRechtbank Gelderland (Neederland)

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht

Zittingsplaats Arnhem

Parketnummer : 05/740367-18

Datum uitspraak : 1 november 2019

Tegenspraak

vonnis van de meervoudige kamer

in de zaak van

de officier van justitie

tegen

[verdachte]

geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats] , wonende aan de [woonplaats]

raadsman: mr. R.W. van Faassen, kantoorgenoot van mr. V. Wolting, advocaat te Zwolle.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting

van 18 oktober 2019.

1 De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

1.

zij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 26 juli 2007 tot en met 23 maart 2013 te Heerde en/of 't Harde, gemeente Elburg, in elk in geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, een of meer geschrift(en), te weten een grote hoeveelheid, althans een of meer, Optisch Leesbare Overschrijvingsformulieren (OLO's) en/of acceptgiro's en/of bankgiro-opdrachten die op naam stonden van rekeninghouder [benadeelde] , waaronder:

  1. een OLO ten behoeve van het bedrijf [bedrijf 1] (ter waarde van 4400,00 euro) (pag. 545 in het dossier) en/of

  2. een of meer OLO's ten behoeve van het bedrijf [bedrijf 2] . (ter waarde van 5700 euro en/of 4900,00 euro) (pag. 546 en/of 551 in het dossier) en/of

  3. een OLO ten behoeve van het bedrijf [bedrijf 3] (ter waarde van 6000,00 euro) (pag. 547 in het dossier) en/of

  4. een OLO ten behoeve van het bedrijf [bedrijf 4] (ter waarde van 1132,71 euro) (pag. 548 in het dossier) en/of

  5. en OLO ten behoeve van het bedrijf [bedrijf 5] . (ter waarde van 651,26 euro) (pag. 550 in het dossier) en/of

  6. een OLO ten behoeve van het bedrijf [bedrijf 6] (ter waarde van 6759,00 euro) (pag. 552 in het dossier) en/of

  7. een of meer acceptgiro's ten behoeve van (het rekeningnummer van) verdachte (ter waarde van 1868,13 euro en/of 2613,98 euro) (pag. 549 en/of 553 in het dossier),

zijnde een of meer geschrift(en), dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken,

valselijk en/of in strijd met de waarheid heeft opgemaakt en/of heeft doen opmaken en/of heeft vervalst en/of heeft doen vervalsen en daarvan opzettelijk gebruik heeft gemaakt als was/waren het/ze echt en onvervalst,

bestaande die valsheid hierin, dat (telkens) valselijk, immers opzettelijk in strijd met de waarheid,

op voornoemde geschriften een handtekening is gezet die moest doorgaan voor de handtekening van [benadeelde] ,

en bestaande dat gebruik (maken) hierin dat zij, verdachte, voornoemde valse/vervalste geschriften (telkens) in heeft geleverd bij en/of heeft opgestuurd naar en/of heeft ingediend en/of heeft laten inleveren/opsturen/indienen bij de Rabobank (waardoor die Rabobank (telkens) werd bewogen om de bedragen die waren ingevuld/genoemd op de voornoemde geschriften over te maken/te storten van de rekening van [benadeelde] naar de ingevulde tegenrekening(en) (van de wederpartij);

2.

zij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 26 juli 2007 tot en met 23 maart 2013 te Heerde en/of 't Harde, gemeente Elburg, in elk geval in Nederland, met het oogmerk zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels de Rabobank (telkens) heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een of meer geldbedrag(en) (in totaal 248.558,03 euro), door

  • -

    een of meer Optisch Leesbare Overschrijvingsformulieren (OLO's) en/of een of meer acceptgiro's en/of een of meer bankgiro-opdrachten die op naam stonden van rekeninghouder [benadeelde] te gebruiken en/of

  • -

    voornoemde geschriften in te vullen met de voor de transactie benodigde gegevens (te weten een/het geldbedrag en/of een/het betalingskenmerk/omschrijving en/of (de) gegevens van de wederpartij/tegenrekening) en/of

  • -

    voornoemde geschriften te voorzien van een handtekening die moest doorgaan voor de handtekening van [benadeelde] en/of

  • -

    (vervolgens) voornoemde geschriften in te (laten) leveren bij en/of op te laten sturen en/of in te (laten) dienen bij de Rabobank, waardoor de Rabobank (telkens) werd bewogen om de bedragen die waren ingevuld/genoemd op de voornoemde geschriften over te maken/te storten van de bankrekening van [benadeelde] naar de ingevulde tegenrekening(en) (van de wederpartij) (te weten: de bankrekening(en) van verdachte en/of [bedrijf 5] en/of [bedrijf 4] en/of [bedrijf 7] en/of [bedrijf 1] en/of [bedrijf 3] en/of [bedrijf 2] en/of [bedrijf 6] ).

2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs 1

Aanleiding onderzoek

Op 6 november 2012 is mevrouw [benadeelde] (hierna: [benadeelde] ) overleden. Door notaris [naam 1] , benoemd als executeur van het testament van [benadeelde] , wordt de nalatenschap afgehandeld. Tijdens het onderzoek naar het vermogen van [benadeelde] , stuit notaris [naam 1] op onregelmatigheden. Er blijken grote bedragen van de rekening van [benadeelde] te zijn afgeschreven, terwijl zij op dat moment in een verpleeghuis zat. Hij heeft daarop de erfgenamen KWF Kankerfonds en Artsen zonder grenzen geïnformeerd. Uit nader onderzoek door de notaris blijkt dat leveranciers de bestelde producten afleverden op het adres van verdachte. Voorts blijkt voor een bedrag van € 137.500,66 overgeboekt te zijn naar de rekening van verdachte. Door de erfgenamen is op 14 oktober 2014 aangifte gedaan van o.a. oplichting.2

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan feit 1 en 2.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging is van mening dat verdachte integraal dient te worden vrijgesproken. Er zit onvoldoende wettig en overtuigend bewijs in het dossier om tot een bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten te komen. Hiertoe is onder meer het volgende aangevoerd. De handtekeningen op de Optisch Leesbare Overschrijvingsformulieren (OLO’s) zijn niet door verdachte vervalst. Een rapport van een handschriftdeskundige ontbreekt. Het tenlastegelegde betreft hoge bedragen, maar gelet op de periode van vijf jaar, dient dit te worden genuanceerd. Op basis van het dossier kan niet worden vastgesteld waar de bestelde goederen zijn afgeleverd. De recherche is niet ter plaatse geweest om te controleren of de goederen bij verdachte aanwezig zijn. [benadeelde] heeft zelf gerommeld met de adressen. Het is maar de vraag of de personeelsleden van [naam 2] na zoveel tijd over [benadeelde] en verdachte gedetailleerd konden verklaren. Hoe goed was de controle op [benadeelde] daadwerkelijk? Nu er geen wettig en overtuigend bewijs in het dossier zit, moet worden uitgegaan van de verklaring van verdachte.

Beoordeling door de rechtbank

De rechtbank stelt aan de hand van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.

Afschrijvingen van rekening [benadeelde]

Uit de rekeningafschriften van [benadeelde] blijkt dat er in de periode van 1 januari 2008 tot en met 6 november 2012 voor een totaalbedrag van € 140.729,66 van de rekening van [benadeelde] (te weten: [rekeningnummer 1] ) is overgeboekt naar de rekening van verdachte (te weten: [rekeningnummer 2] ). Bij de 47 overboekingen naar de rekening van verdachte zijn omschrijvingen vermeld zoals “prive zorg”, “part zorg” en “privat zorg”. Daarnaast is in één geval een bedrag naar de en/of rekening van verdachte en haar man [betrokkene] (te weten: [rekeningnummer 3] ) voor ‘verschuldigde zorg natura’ overgemaakt.3 De bedragen variëren van € 1.800,- tot € 3.000,-, en eenmaal een bedrag van € 22.798,15 op 6 november 2012.

Uit de rekeningafschriften van [benadeelde] blijkt verder dat er een zeer groot aantal bedragen van haar bankrekening is afgeschreven ten behoeve van [bedrijf 7] in de periode van 27 augustus 2007 tot en met 2 november 2012. Op 27 augustus 2007 is een bedrag van € 378,80 afgeschreven. In de periode van 5 september 2007 tot 2 november 2012 is een totaalbedrag van € 39.623,60 afgeschreven. Daarnaast is er voor een totaalbedrag van € 4.294,72 afgeschreven ten behoeve van [bedrijf 7] in de periode van 2 november 2012 tot en met 27 maart 2013.4

Daarnaast blijkt uit de rekeningafschriften van [benadeelde] dat er bedragen zijn afgeschreven naar rekeningen van tuin- en woonwinkels:

- voor een totaalbedrag van € 16.820,53 aan [bedrijf 2] . (€ 5.700,- op 9 april 2009; € 4.900,- op 4 februari 2009, € 5.100,- op 13 januari 2010, en € 1.120,53 op 19 februari 2010);5

- voor een bedrag van € 4.400,- aan [bedrijf 1] op 19 juni 2009;6

- voor een bedrag van € 6.000,- aan [bedrijf 3] op 1 februari 2010;7

- voor een bedrag van € 6.500,-8 aan [bedrijf 6] op 2 juni 2008.9

Voorts blijkt uit de rekeningafschriften van [benadeelde] dat in de periode van 26 juli 2007 tot en met 14 maart 2013 voor een totaalbedrag van € 27.831,79 is afgeschreven naar [bedrijf 5] .10 Daarnaast is voor een totaalbedrag van € 2.327,06 afgeboekt naar [bedrijf 4] (€ 1.132,1 op 17 april 2008 en € 1.194,35 op 12 maart 2013).11

Verdachte heeft – kort gezegd – verklaard dat [benadeelde] zelf de bestellingen bij de [bedrijf 7] , en de tuin- en woonwinkels heeft gedaan en ook zelf de vakanties bij [bedrijf 5] en [bedrijf 4] heeft geboekt. De rechtbank vindt deze verklaring ongeloofwaardig en neemt hierbij het volgende in aanmerking.

Verdachte heeft verklaard dat zij mevrouw [benadeelde] heeft ontmoet toen zij werkte bij GGZ Centraal. Mevrouw [benadeelde] woonde in 2007/2008 nog zelfstandig; zij is daarna opgenomen in een GGZ- instelling. Verdachte...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT