Uitspraak Nº 05/840510-18. Rechtbank Gelderland, 2019-09-17
ECLI | ECLI:NL:RBGEL:2019:4375 |
Date | 17 Septiembre 2019 |
Docket Number | 05/840510-18 |
Court | Rechtbank Gelderland (Neederland) |
RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/840510-18
Datum uitspraak : 17 september 2019
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , wonende aan de [woonplaats] ,
raadsman: mr. A.M. Smetsers, advocaat te Nijmegen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting
van 17 september 2019.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
zij op of omstreeks 24 juni 2018 te Nijmegen ter uitvoering van het door haar voorgenomen misdrijf om opzettelijk in een woning (gelegen op/aan de [adres 1] ) brand te stichten en/of een ontploffing teweeg te brengen, met dat opzet in die woning vier, althans een of meer (gas)pitten en/of (een) gaskra(a)n(en) van een (gas)fornuis open te draaien en/of te zetten en/of (aldus) een (grote) hoeveelheid gas in (een of meer (gesloten) ruimte(s) van) die woning te laten stromen en/of (daarbij) een of meer deuren en/of ramen in / van die woning te sluiten en/of gesloten te houden, en daarvan gemeen gevaar voor die woning en/of in die woning aanwezige
goederen en/of voor belendende woning(en) en/of in die belendende woning(en) aanwezige goederen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen te duchten was en/of levensgevaar voor in die belendende woning(en) en/of in de nabije omgeving (van de woning, gelegen op/aan de [adres 1] ) aanwezige personen, in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor (een) ander(en), te duchten was, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs 1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde feit. Hiertoe heeft zij aangevoerd dat verdachte in ieder geval voorwaardelijk opzet had op een ontploffing.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam 1] , p. 5-6;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 10-11;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 15, 18, 20;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 21-22;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 27;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 37;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 17 september 2019.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
zij op of omstreeks 24 juni 2018 te Nijmegen ter uitvoering van het door haar voorgenomen misdrijf om opzettelijk in een woning (gelegen op/aan de [adres 1] ) brand te stichten en/of een ontploffing teweeg te brengen, met dat opzet in die woning vier, althans een of meer (gas)pitten en/of (een) gaskra(a)n(en) van een (gas)fornuis open te draaien en/of te zetten en/of (aldus) een (grote) hoeveelheid gas in (een of meer (gesloten) ruimte(s) van) die woning te laten stromen en/of (daarbij) een of meer deuren en/of ramen in / van die woning te sluiten en/of gesloten te houden, en daarvan gemeen gevaar voor die woning en/of in die woning aanwezige
goederen en/of voor belendende woning(en) en/of in die belendende woning(en) aanwezige goederen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen te duchten was en/of levensgevaar voor in die belendende woning(en) en/of in de nabije omgeving (van de woning, gelegen op/aan de [adres 1] ) aanwezige personen, in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor (een) ander(en), te duchten was, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Poging tot opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT