Uitspraak Nº 05/840516-14. Rechtbank Gelderland, 2018-04-03

ECLIECLI:NL:RBGEL:2018:1494
Docket Number05/840516-14
Date03 Abril 2018
CourtRechtbank Gelderland (Neederland)

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht

Zittingsplaats Zutphen

Parketnummer : 05/840516-14

Datum uitspraak : 3 april 2018

Tegenspraak

vonnis van de meervoudige kamer

in de zaak van

de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland

tegen

[verdachte]

geboren op [geboortedag] 1956 te [geboorteplaats] ,

wonende te [adres 1] , [woonplaats] .

Raadsman: mr. K.R. Verkaart, advocaat te Breda.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 4 oktober 2016, 27 januari 2017, 13 oktober 2017, 9 en 21 maart 2018.

1 De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering wijziging tenlastelegging, ten laste gelegd dat:

1.

hij op 21 mei 2014, te Dinxperlo, gemeente Aalten, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

(telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres 2] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 470 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, zulks terwijl verdachte van het plegen van dit misdrijf als zijn beroep of als een bedrijf heeft uitgeoefend,

terwijl dit gepleegde feit (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel (te weten 470 hennepplanten, althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan);

2.

hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 17 april 2014 tot en met 21 mei 2014, te Dinxperlo, gemeente Aalten, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening, heeft weggenomen een hoeveelheid stroom/elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,

waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking (door een of meer (ijk)zegel(s) en/of het deksel van de elektriciteitsmeter te verbreken en/of verwijderen en/of (vervolgens) een elektriciteitsaansluiting aan de boven- en/of buitenzijde, in elk geval buiten de meter om, te maken);

3.

hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 08 oktober 2004 tot en met

1 augustus 2005, te Eindhoven en/of te Heerlen en/of te Dinxperlo, gemeente Aalten, althans in Nederland, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van valselijk opgemaakte en/of vervalste geschriften, te weten een arbeidsovereenkomst van [naam 1] gedateerd 16 maart 2004 en/of een een werkgeversverklaring van [naam 1] gedateerd 11 mei 2004 en/of 11 juni 2005 en/of een salarisspecificatie [naam 2] week 2004-29, die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware deze echt en onvervalst, door die geschriften te (laten) verstrekken aan [naam 3] voor het verkrijgen van een hypotheek en/of voor het verkrijgen van een huurcontract voor een woning aan de [adres 2] te Dinxperlo, heeft overhandigd en/of verstrekt aan een medewerker van [naam 4] ;

4.

hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2004 tot en met

1 augustus 2014, te Breda, en/of Eindhoven en/of Aalten (Dinxperlo) althans te Nederland,

(van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt),

(immers)

heeft verdachte, (telkens)

-een (cash) geldbedrag ten hoogte van (tenminste ongeveer) 648.243 euro, althans enig(e) (cash) geldbedrag(en), verworven, en/of voorhanden gehad en/of

- een (cash) geldbedrag ter hoogte van (tenminste ongeveer) 648.243 euro, althans enig(e) (cash) geldbedrag(en), omgezet (telkens van cash naar giraal en/of telkens naar goederen en/of diensten en/of uitgaven ivm verbouwingkosten en/of

-van een geldbedrag ten hoogte van (tenminste ongeveer) 648.243 euro, althans enig(e) geldbedrag(en), gebruik gemaakt;

2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs 1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde. Ter zake van feit 1 heeft de officier van justitie zich verder op het standpunt gesteld dat niet kan worden bewezen dat verdachte de hennep(planten) in vereniging heeft geteeld zodat hij in zoverre dient te worden vrijgesproken. Ten aanzien van feit 4 heeft de officier van justitie specifiek gesteld dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan gewoontewitwassen.

Het standpunt van de verdediging

Ter zake van feit 1 en 2 heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte de woning had onderverhuurd en dat hij niets te maken heeft met de aangetroffen hennepkwekerij. Dat er een verplaatsbaar DNA-spoor van hem is aangetroffen in de kwekerij, zegt niets over zijn aanwezigheid daar zodat hij van beide feiten dient te worden vrijgesproken. Ter zake van feit 3 is voor wat betreft [naam 3] primair aangevoerd dat verdachte geen wetenschap had van de inhoud van de stukken zodat het opzet op het gebruiken van valse dan wel vervalste stukken ontbreekt. Subsidiair wordt betwist dat de inhoud van de in de tenlastelegging genoemde documenten onjuist is zodat ook om die reden in zoverre vrijspraak moet volgen. Voor wat betreft het overleggen van de werkgeversverklaring ten behoeve van het verkrijgen van het huurcontract, heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ter zake van feit 4 heeft de raadsman primair aangevoerd dat geen sprake is van geld afkomstig uit misdrijf. Subsidiair is betoogd dat geen sprake is van verhullende of verbergende handelingen zodat de ten laste gelegde gedragingen volgens de rechtspraak van de Hoge Raad niet kunnen worden gekwalificeerd als witwassen. Gelet hierop dient verdachte ter zake van feit 4 te worden vrijgesproken dan wel te worden ontslagen van alle rechtsvervolging, aldus de raadsman.

Beoordeling door de rechtbank

Bewijsmiddelen feit 1 en 2

Gelet op de samenhang tussen feit 1 en 2 zal de rechtbank de van belang zijnde bewijsmiddelen gezamenlijk behandelen, waarbij elk bewijsstuk slechts is gebruikt ten aanzien van het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.

Op 21 mei 2014 is de politie een woning gelegen aan de [adres 2] te Dinxperlo (gemeente Aalten) binnengetreden. In een kast trof de politie een geheime ingang naar de kelder van het pand aan.2 In deze kelder werd een inwerking zijnde hennepkwekerij aangetroffen, bestaande uit twee kweekruimtes met in totaal 470 planten. In kweekruimte A stonden 285 hennepplanten en in ruimte B stonden 185 hennepplanten. Verbalisant herkende de planten als hennepplanten op basis van de verschijningsvorm en de geur.3 Onderzoek op basis van de MMC Narcotic Identification Test, waarbij gebruik wordt gemaakt van testbuisjes ten behoeve van het testen van cannabis, heeft uitgewezen dat de aangetroffen hennepresten kennelijk THC bevatten.4 Verder bleek de woning beperkt te zijn ingericht; op de eerste verdieping werd in de kasten geen kleding aangetroffen.5

Op 21 mei 2014 heeft verbalisant een sigarettenpeuk met DNA-materiaal (speeksel), aangetroffen in een asbak op een plank in de kwekerij, veiliggesteld ( [nummer 1] ). Het NFI heeft het op de peuk aangetroffen enkelvoudige DNA-profiel ( [nummer 2] ) vergeleken met het DNA-profiel van verdachte ( [nummer 3] ). Daarbij heeft het NFI geconstateerd dat het DNA-profiel op bovenstaande peuk afkomstig kan zijn van verdachte en dat de kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen persoon matcht met het DNA-profiel op de peuk kleiner is dan één op één miljard.6

Een op 19 juli 2005 ondertekende huurovereenkomst tussen verhuurder [naam 5] en huurder [verdachte] betreffende de woonruimte gelegen aan de [adres 2] in Dinxperlo, ingaande op 01-08-2005.7

Verhuurder [naam 5] heeft verklaard dat de trap naar de kelder niet was afgesloten bij aanvang van de huur van het pand door verdachte.8

Getuige [getuige 1] , woonachtig direct tegenover de woning waar de hennepkwekerij is aangetroffen, heeft het volgende verklaard. Vanaf het begin dat [verdachte] , de rechtbank begrijpt verdachte, de woning huurde, waren er lamellen voor het raam en was alles potdicht. [verdachte] kwam drie of vier keer per maand in de woning. Vaak kwam [verdachte] ’s avonds laat en soms was hij ‘s morgens vroeg al weer weg.9

Getuige [getuige 2] , woonachtig schuin tegenover de woning waar de hennepkwekerij is aangetroffen, heeft het volgende verklaard. Soms hoorde zij ’s avonds de auto van [verdachte] , de rechtbank begrijpt verdachte, aankomen. Zijn auto heeft een opvallend hard geluid. De volgende dag was [verdachte] vaak weer weg. Soms was [verdachte] een paar dagen in de woning.10

Bij de politie heeft verdachte op 14 en 15 juni 2014 verklaard dat hij vanaf 2005 het pand aan de [adres 2] in Dinxperlo huurde, dat hij bovenstaand huurcontract heeft ondertekend, dat hij de bewoner van het pand was en dat hij de huur en de stroom voor het pand betaalde. De laatste tijd kwam hij om de twee weken in de woning.11

Namens [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) heeft aangever [naam 6] verklaard dat [slachtoffer] vanaf 31 juli 2005 met [verdachte] een overeenkomst heeft betreffende de aansluiting en het transport van elektriciteit naar het perceel aan de [adres 2] in Dinxperlo. Op

21 mei 2014 heeft [slachtoffer] onderzoek gedaan naar de aansluiting in...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT