Uitspraak Nº 05/840891-15. Rechtbank Gelderland, 2017-10-24
ECLI | ECLI:NL:RBGEL:2017:5637 |
Date | 24 Octubre 2017 |
Docket Number | 05/840891-15 |
Court | Rechtbank Gelderland (Neederland) |
Team jeugdrecht
Zittingsplaats: Arnhem
Parketnummer : 05/840891-15
op het bezwaarschrift van
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] , wonende aan [adres] .
Op 2 januari 2017 heeft de rechtbank een bewaarschrift van [veroordeelde] gekregen. [veroordeelde] maakt bezwaar tegen de omzetting van 148 uur taakstraf in 74 dagen vervangende jeugddetentie, die de officier van justitie bij hem heeft aangekondigd.
Naast het bezwaarschrift van [veroordeelde] heeft de rechtbank de volgende stukken ontvangen: de kennisgeving van omzetting van de officier van justitie, het afloopbericht taakstraf van de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad) van 18 november 2016 en een e-mailbericht van de jeugdreclasseerder H. Drost van 5 oktober 2017.
Op 14 februari 2017 is de zaak voor de eerste keer op een zitting besproken. Onder meer
omdat [veroordeelde] en zijn advocaat de eindrapportage van de Raad niet hadden ontvangen, is de zitting toen geschorst en aangehouden tot 10 oktober 2017.
Op de zitting van 10 oktober 2017 is de zaak inhoudelijk besproken. Daarbij waren [veroordeelde] en zijn advocaat mr. R. van de Beek uit Bennekom aanwezig. Daarnaast waren [veroordeelde] ’s moeder en zijn vriendin bij de zitting, net als mevrouw G. Bergenhenegouwen van de Raad, en de officier van justitie.
Op 26 januari 2016 heeft de meervoudige kamer voor kinderstrafzaken [veroordeelde] een werkstraf opgelegd. [veroordeelde] moest 190 uur werken (daarbij was ook de tenuitvoerlegging van een eerdere door de kinderrechter opgelegde werkstraf van 50 uur inbegrepen), met aftrek van 8 uur wegens voorarrest, dus in totaal 182 uur. De rechtbank heeft verder bepaald dat als [veroordeelde] zijn werkstraf niet of niet goed uitvoert, hij in de plaats van die werkstraf (in totaal) 91 dagen jeugddetentie moet uitzitten.
Op 18 november 2016 heeft de Raad aan het Openbaar Ministerie geschreven dat [veroordeelde] maar een deel van zijn werkstraf heeft uitgevoerd. Van de aan [veroordeelde] opgelegde werkstraf heeft hij 34 uur gewerkt, en staat nog 148 uur open.
De officier van justitie heeft, op basis van artikel 77p eerste lid van het Wetboek van
Strafrecht, [veroordeelde] bij kennisgeving van 13 december 2016 op de hoogte gebracht van het
bevel tot tenuitvoerlegging van 74 dagen vervangende jeugddetentie. [veroordeelde] heeft daartegen bezwaar gemaakt met een bezwaarschrift gedateerd 22 december 2016.
[veroordeelde] heeft, kort gezegd, gevraagd om een herkansing. Het ging medio vorig jaar niet goed met hem. Hij dreigde zijn huis uit te worden gezet en hij had veel lichamelijke klachten. Als hij de gevangenis in moet, raakt hij zijn huis kwijt. Ook zal hij zijn hond kwijtraken, want die kan nergens anders wonen. De advocaat vraagt de rechtbank een eindbeslissing te nemen. Ook zij vindt dat [veroordeelde] nog een kans verdient; hij ís vorig jaar nu eenmaal veel ziek geweest. Zij wijst erop dat een deel van de werkstraf wél goed is gegaan...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT