Uitspraak Nº 05/881036-18. Rechtbank Gelderland, 2020-07-27

ECLIECLI:NL:RBGEL:2020:3772
Docket Number05/881036-18
Date27 Julio 2020
CourtRechtbank Gelderland (Neederland)

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht

Zittingsplaats Arnhem

Parketnummer: 05/881036-18

Datum uitspraak : 27 juli 2020

Tegenspraak

vonnis van de meervoudige militaire kamer

in de zaak van

de officier van justitie

tegen

[verdachte] ,

geboren op [geboortedag] 1992 te [geboorteplaats] ,

wonende te [adres] ,

raadsman: mr. M.J. Smit, advocaat te Rotterdam.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 27 januari 2020 en 13 juli 2020.

1 De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

Feit 1

hij op of omstreeks 17 mei 2018 in de gemeente Den Helder, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte en/of zijn mededader(s) die [benadeelde] stevig bij de armen en/of de benen heeft/hebben vastgepakt en/of vastgehouden en/of die [benadeelde] op/tegen/over een tafel heeft/hebben gedrukt en/of die [benadeelde] op/naar de grond heeft/hebben gewerkt en/of geduwd en/of die [benadeelde] op/tegen de grond heeft/hebben gedrukt en/of geduwd en/of

hierin dat verdachte en/of zijn mededaders misbruik heeft/hebben gemaakt van uit (een) feitelijke verhouding(en) voortvloeiend overwicht van hem/hen die [benadeelde] heeft/hebben gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het met de (ontblote) penis slaan en/of tikken op/tegen de (rechter)heup, althans het lichaam van die [benadeelde] en/of het maken neukbewegingen op/tegen het lichaam van die [benadeelde] en/of het op korte afstand van het gezicht van die [benadeelde] tonen van billen en/of anus en/of testikels;

Feit 2

hij op of omstreeks 17 mei 2018 in de gemeente Den Helder de eerbaarheid heeft geschonden

door zich op een niet openbare plaats, te weten een portacabin op de rijkswerf van de marinebasis van de Koninklijke Marine, met een ontbloot geslachtsdeel te hebben bevonden, terwijl een ander, te weten [benadeelde] , daarbij zijns/haars ondanks tegenwoordig was.

2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs 1

De feiten

Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.

Matroos [verdachte] (verdachte), korporaal [medeverdachte 1] (medeverdachte), sergeant [medeverdachte 2] (medeverdachte) en matroos [benadeelde] (aangever) waren als militairen werkzaam bij de Koninklijke Marine. Op 17 mei 2018 bevonden zij zich gezamenlijk in een portacabin op de rijkswerf van de marinebasis te Den Helder, gemeente Den Helder.2

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten.

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft bepleit dat verdachte integraal dient te worden vrijgesproken. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat geen sprake is geweest van de in feit 1 ten laste gelegde ontuchtige handelingen, omdat een seksuele intentie ontbrak. Daarnaast hebben de handelingen zich afgespeeld binnen de cultuur van de onderzeedienst en betrof het een grap dan wel een ontgroeningsritueel van aangever. Tot slot heeft verdachte het swaffelen met blote penis en de neukbewegingen ontkend terwijl steunbewijs daarvoor ontbreekt. Derhalve kunnen deze handelingen niet wettig en overtuigend worden bewezen, aldus de raadsman.

Beoordeling door de militaire kamer van de ten laste gelegde gedragingen - feiten 1 en 2

Aangever [benadeelde] heeft verklaard dat hij ongeveer vijf weken voorafgaand aan het onderhavige incident op 17 mei 2018 was overgeplaatst van de onderzeeboot [naam 1] naar [naam 2] , waarna hij al snel te maken kreeg met pesterijen.3 In die weken werd aangever vooral door medeverdachte [medeverdachte 2] uitgemaakt voor homo en in het verlengde daarvan werden door [medeverdachte 2] richting aangever opmerkingen gemaakt over pijpen en kontneuken. Volgens aangever had dit te maken met het feit dat hij aanvankelijk oorbellen droeg. Verdachte maakte deel uit van een hecht groepje waarvan medeverdachte [medeverdachte 2] de leiding had.4

Op 17 mei 2018 waren verdachte, [medeverdachte 2] en aangever in de portacabin die fungeerde als kantine.

Uit de door aangever afgelegde verklaringen volgt dat [medeverdachte 2] toen vroeg aan aangever of hij weleens iemand gepijpt had. Aangever antwoordde hierop dat hij dit niet heeft gedaan en ook niet ging doen. Vervolgens zei [medeverdachte 2] dat aangever de verdachte [verdachte] wel kon pijpen. Aangever gaf wederom aan dat hij dat niet wilde doen. [medeverdachte 2] zei daarop tegen verdachte [verdachte] dat hij zijn broek uit moest trekken. Verdachte [verdachte] trok vervolgens zijn broek uit tot op zijn knieën. Aangever wilde hierop weglopen. [medeverdachte 2] zei vervolgens tegen de ook aanwezige korporaal [medeverdachte 1] dat hij aangever vast moest houden, omdat het dan makkelijker zou gaan. [medeverdachte 1] heeft daarop aangever vastgepakt, aanvankelijk alleen aan diens arm en later door zijn eigen arm om aangever heen te doen. Ook [medeverdachte 2] pakte aangever vast.

Terwijl aangever door zowel [medeverdachte 2] als [medeverdachte 1] werd vastgehouden, kwam verdachte [verdachte] naar hem toe en pakte ook hij aangever vast. Aangever zag en voelde dat verdachte met zijn penis tegen zijn rechterheup sloeg. Aangever zag dat verdachte met zijn rechterhand zijn slappe penis vast pakte en deze in het rond slingerde tegen het been van aangever aan. Verdachte had hierbij zijn bovenbroek op kniehoogte, terwijl zijn onderbroek half aan was met zijn geslachtsdeel eruit.5 Aangever probeerde los te komen en pakte daartoe de deurklink. [medeverdachte 2] trok de vingers van aangever van de deurklink af. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] drukten aangever daarna tegen de tafel aan. Hierdoor kwam aangever voorover gedrukt met zijn buik op de tafel terecht. Verdachte maakte toen neukbewegingen tegen aangever zijn kont aan. Aangever had zelf zijn broek wel aan, maar hij voelde het geslachtsdeel van verdachte [verdachte] tegen zich aan komen.

Vervolgens werd aangever met zijn buik op de grond gedrukt en vastgehouden door [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] . Verdachte [verdachte] ging – nog steeds met naar beneden getrokken broek en onderbroek – op aangever liggen en maakte wederom neukbewegingen tegen aangever aan. Aangever voelde de penis van verdachte tegen zijn kont. Aangever zag ook dat verdachte dit deed, omdat hij met zijn hoofd naar de rechterkant gedraaid lag om te zien wat er gebeurde. Toen verdachte van aangever afging, ging hij gehurkt bij het gezicht van aangever staan en trok op een afstand van ongeveer 10 centimeter van het gezicht van aangever zijn blote billen open. Aangever zag zijn anus en zijn ballen. Aangever werd op dat moment nog steeds vastgehouden door [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] . Vervolgens werd aangever losgelaten en is hij naar buiten gegaan om een sigaret te roken.6

Aangever heeft verder verklaard dat hij daaropvolgend weer naar binnen ging omdat, zoals hij dat uitdrukte, hij zich niet wilde laten kennen. Medeverdachte [medeverdachte 2] stond toen in de portacabin intimiderend tegenover aangever en zei: “Doe nou niet zo stom en laat eens zien hoe je pijpt” en “Als ik het zeg dan moet je dat doen”. Vervolgens hield [medeverdachte 2] een vinger bij het gezicht van aangever en zei: “Doe maar eens voor op mijn vinger hoe je pijpt”. Aangever zei telkens dat hij dat niet ging doen.

Aangever ging daarna naar de keuken, waar verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] met een hamer om hem heen kwamen staan. Aangever kon daardoor naar eigen zeggen geen kant op. [medeverdachte 2] had de hamer vast en zei: “Of je pijpt nu deze hamer of je pijpt [verdachte] ”. [medeverdachte 2] hield daarbij de hamer heel dicht bij de mond van aangever. Aangever zei dat hij dit niet ging doen. [medeverdachte 2] zei dat aangever zijn mond open moest doen en dat hij hem er wel in zou stoppen. Aangever zei wederom dat hij dit niet ging doen. [medeverdachte 2] zei dat ze het anders net zo gingen doen als eerder. Aangever heeft vervolgens zelf de hamer gepakt en gezegd: “Moet ik pijpen, zo zal ik pijpen” en heeft zijn tanden in de hamer gezet.7

Later is door medeverdachte [medeverdachte 2] nog tegen aangever gezegd: “Het maakt niet uit. Als je het hier niet doet dan doe je het wel op zee”. Waarop medeverdachte [medeverdachte 1] tegen aangever zei: “Daar kan je geen kant op”.8

Op 8 oktober 2018 heeft aangever aanvullend verklaard dat hij echt de penis van verdachte [verdachte] in slappe toestand heeft gezien. Het was geen vinger van [verdachte] die hij aanzag voor een penis.9

Getuige korporaal [getuige 1] , die ook in de portacabin aanwezig was, heeft verklaard dat hij niet zoveel over het incident kwijt wilde. Wel heeft hij verklaard dat aangever en [medeverdachte 2] in de portacabin een woordenwisseling kregen waarbij getuige [getuige 1] het woord homo hoorde vallen. [medeverdachte 2] nam het voortouw en pakte samen met [medeverdachte 1] en verdachte aangever beet, tilde hem op en legde hem neer. Ze hebben aangever vastgehouden op de grond. Getuige [getuige 1] heeft ook gezien dat, naar de getuige meent, verdachte [verdachte] zijn broek naar beneden trok en zijn billen liet zien toen aangever op de grond lag. Getuige [getuige 1] hoorde dat er later in de keuken een woordenwisseling tussen aangever en [medeverdachte 2] ontstond.10

Getuige korporaal [getuige 2] , die ook in de portacabin aanwezig was, heeft verklaard dat hij zich niet zoveel van het incident kon herinneren, misschien omdat hij druk was met...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT