Uitspraak Nº 0588103518. Rechtbank Gelderland, 2020-07-27

ECLIECLI:NL:RBGEL:2020:3771
Date27 Julio 2020
Docket Number0588103518
CourtRechtbank Gelderland (Neederland)

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht

Zittingsplaats Arnhem

Parketnummer: 05/881035-18

Datum uitspraak : 27 juli 2020

Tegenspraak

vonnis van de meervoudige militaire kamer

in de zaak van

de officier van justitie

tegen

[verdachte]

geboren op [geboortedag] 1991 te [geboorteplaats] ,

wonende te [adres] ,

raadsman: mr. W.N. Ramnun, advocaat te Breda.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 27 januari 2020 en 13 juli 2020.

1 De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

hij op of omstreeks 17 mei 2018 in de gemeente Den Helder, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte en/of zijn mededader(s) die [benadeelde] stevig bij de armen en/of de benen heeft/hebben vastgepakt en/of vastgehouden en/of die [benadeelde] op/tegen/over een tafel heeft/hebben gedrukt en/of die [benadeelde] op/naar de grond heeft/hebben gewerkt en/of geduwd en/of die [benadeelde] op/tegen de grond heeft/hebben gedrukt en/of geduwd en/of hierin dat verdachte en/of zijn mededaders misbruik heeft/hebben gemaakt van uit (een) feitelijke verhouding(en) voortvloeiend overwicht van hem/hen die [benadeelde] heeft/hebben gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het met de (ontblote) penis slaan en/of tikken op/tegen de (rechter)heup, althans het lichaam van die

[benadeelde] en/of het maken neukbewegingen op/tegen het lichaam van die [benadeelde] en/of het op korte afstand van het gezicht van die [benadeelde] tonen van billen en/of anus en/of testikels.

2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs 1

De feiten

Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.

Korporaal [verdachte] (verdachte), sergeant [medeverdachte 1] (medeverdachte), matroos [medeverdachte 2] (medeverdachte) en matroos [benadeelde] (aangever) waren als militairen werkzaam bij de Koninklijke Marine. Op 17 mei 2018 bevonden zij zich gezamenlijk in een portacabin op de rijkswerf van de marinebasis te Den Helder, gemeente Den Helder.2

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit.

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft vrijspraak bepleit omdat verdachte geen opzet heeft gehad op het medeplegen van feitelijke aanranding van de eerbaarheid. Daarnaast zijn de ten laste gelegde handelingen verricht door de medeverdachten en niet door verdachte, terwijl die handelingen niet als ontuchtig te beschouwen zijn, gelet op de cultuur binnen de onderzeedienst. Bovendien is er onvoldoende steunbewijs voorhanden ten aanzien van het swaffelen en het maken van neukbewegingen en levert enkel het tonen van billen door [medeverdachte 2] geen feitelijke aanranding van de eerbaarheid op.

Beoordeling door de militaire kamer van de ten laste gelegde gedragingen - feiten 1, 2 en 3

Aangever [benadeelde] heeft verklaard dat hij ongeveer vijf weken voorafgaand aan het onderhavige incident op 17 mei 2018 was overgeplaatst van de onderzeeboot [naam 1] naar [naam 2] , waarna hij al snel te maken kreeg met pesterijen.3 In die weken werd aangever door verdachte uitgemaakt voor homo en in het verlengde daarvan werden door medeverdachte [medeverdachte 1] richting aangever opmerkingen gemaakt over pijpen en kontneuken. Volgens aangever had dit te maken met het feit dat hij aanvankelijk oorbellen droeg. Verdachte maakte deel uit van een hecht groepje waarvan medeverdachte [medeverdachte 1] de leiding had.4

Op 17 mei 2018 waren verdachte, [medeverdachte 1] en aangever in de portacabin die fungeerde als kantine.

Uit de door aangever afgelegde verklaringen volgt dat [medeverdachte 1] toen vroeg aan aangever of hij weleens iemand gepijpt had. Aangever antwoordde hierop dat hij dit niet heeft gedaan en ook niet ging doen. Vervolgens zei [medeverdachte 1] dat aangever de eveneens aanwezige matroos [medeverdachte 2] wel kon pijpen. Aangever gaf wederom aan dat hij dat niet wilde doen. [medeverdachte 1] zei daarop tegen [medeverdachte 2] dat hij zijn broek uit moest trekken. Medeverdachte [medeverdachte 2] trok vervolgens zijn broek uit tot op zijn knieën. Aangever wilde hierop weglopen. [medeverdachte 1] zei vervolgens tegen de verdachte [verdachte] dat hij aangever vast moest houden, omdat het dan makkelijker zou gaan. Verdachte heeft daarop aangever vastgepakt, aanvankelijk alleen aan diens arm en later door zijn eigen arm om aangever heen te doen. Ook [medeverdachte 1] pakte aangever vast.

Terwijl aangever door zowel verdachte als [medeverdachte 1] werd vastgehouden, kwam [medeverdachte 2] naar hem toe en pakte ook hij aangever vast. Aangever zag en voelde dat [medeverdachte 2] met zijn penis tegen zijn rechterheup sloeg. Aangever zag dat [medeverdachte 2] met zijn rechterhand zijn slappe penis vast pakte en deze in het rond slingerde tegen het been van aangever aan. [medeverdachte 2] had hierbij zijn bovenbroek op kniehoogte, terwijl zijn onderbroek half aan was met zijn geslachtsdeel eruit.5 Aangever probeerde los te komen en pakte daartoe de deurklink. [medeverdachte 1] trok de vingers van aangever van de deurklink af. Verdachte en [medeverdachte 1] drukten aangever daarna tegen de tafel aan. Hierdoor kwam aangever voorover gedrukt met zijn buik op de tafel terecht. [medeverdachte 2] maakte toen neukbewegingen tegen aangever zijn kont aan. Aangever had zelf zijn broek wel aan, maar hij voelde het geslachtsdeel van [medeverdachte 2] tegen zich aan komen.

Vervolgens werd aangever met zijn buik op de grond gedrukt en vastgehouden door verdachte en [medeverdachte 1] . Medeverdachte [medeverdachte 2] ging – nog steeds met naar beneden getrokken broek en onderbroek – op aangever liggen en maakte wederom neukbewegingen tegen aangever aan. Aangever voelde de penis van [medeverdachte 2] tegen zijn kont. Aangever zag ook dat [medeverdachte 2] dit deed, omdat hij met zijn hoofd naar de rechterkant gedraaid lag om te zien wat er gebeurde. Toen [medeverdachte 2] van aangever afging, ging hij gehurkt bij het gezicht van aangever staan en trok op een afstand van ongeveer 10 centimeter van het gezicht van aangever zijn blote billen open. Aangever zag zijn anus en zijn ballen. Aangever werd op dat moment nog steeds vastgehouden door verdachte en [medeverdachte 1] . Vervolgens werd aangever losgelaten en is hij naar buiten gegaan om een sigaret te roken.6

Aangever heeft verder verklaard dat hij daaropvolgend weer naar binnen ging omdat, zoals hij dat uitdrukte, hij zich niet wilde laten kennen. [medeverdachte 1] stond toen in de portacabin intimiderend tegenover aangever en zei: “Doe nou niet zo stom en laat eens zien hoe je pijpt” en “Als ik het zeg dan moet je dat doen”. Vervolgens hield [medeverdachte 1] een vinger bij het gezicht van aangever en zei: “Doe maar eens voor op mijn vinger hoe je pijpt”. Aangever zei telkens dat hij dat niet ging doen.

Aangever ging daarna naar de keuken, waar verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] met een hamer om hem heen kwamen staan. Aangever kon daardoor naar eigen zeggen geen kant op. [medeverdachte 1] had de hamer vast en zei: “Of je pijpt nu deze hamer of je pijpt [medeverdachte 2] ”. [medeverdachte 1] hield daarbij de hamer heel dicht bij de mond van aangever. Aangever zei dat hij dit niet ging doen. [medeverdachte 1] zei toen dat aangever zijn mond open moest doen en dat hij hem er wel in zou stoppen. Aangever zei wederom dat hij dit niet ging doen. [medeverdachte 1] zei dat ze het anders net zo gingen doen als eerder. Aangever heeft vervolgens zelf de hamer gepakt en gezegd: “Moet ik pijpen, zo zal ik pijpen” en heeft zijn tanden in de hamer gezet.7

Later is door [medeverdachte 1] nog tegen aangever gezegd: “Het maakt niet uit. Als je het hier niet doet dan doe je het wel op zee”. Waarop verdachte [verdachte] tegen aangever zei: “Daar kan je geen kant op”.8

Op 8 oktober 2018 heeft aangever aanvullend verklaard dat hij echt de penis van [medeverdachte 2] in slappe toestand heeft gezien. Het was geen vinger van [medeverdachte 2] die hij aanzag voor een penis.9

Getuige korporaal [getuige 1] , die ook in de portacabin aanwezig was, heeft verklaard dat hij niet zoveel over het incident kwijt wilde. Wel heeft hij verklaard dat aangever en [medeverdachte 1] in de portacabin een woordenwisseling kregen waarbij getuige [getuige 1] het woord homo hoorde vallen. [medeverdachte 1] nam het voortouw en pakte samen met verdachte en [medeverdachte 2] aangever beet, tilde hem op en legde hem neer. Ze hebben aangever vastgehouden op de grond. Getuige [getuige 1] heeft ook gezien dat, naar de getuige meent, [medeverdachte 2] zijn broek naar beneden trok en zijn billen liet zien toen aangever op de grond lag. Getuige [getuige 1] hoorde dat er later in de keuken een woordenwisseling tussen aangever en [medeverdachte 1] ontstond.10

Getuige korporaal [getuige 2] , die ook in de portacabin aanwezig was, heeft verklaard dat hij zich niet zoveel van het incident kon herinneren, misschien omdat hij druk was met zijn telefoon. Wel kon hij verklaren dat verdachte, [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en aangever in de portacabin met elkaar in gesprek waren. Hij zag op zeker moment dat aangever op de grond lag en, volgens getuige [getuige 2] , aan het stoeien was met verdachte.11 Hierna liep aangever naar buiten. Aangever kwam weer binnen en ging zitten. [medeverdachte 1] ging toen voor aangever staan. Volgens getuige [getuige 2] hebben zij het wel over pijpen gehad. Daarna...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT