Uitspraak Nº 06/950066-12. Rechtbank Gelderland, 2020-04-03

ECLIECLI:NL:RBGEL:2020:2134
Docket Number06/950066-12
Date03 Abril 2020
CourtRechtbank Gelderland (Neederland)
RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht

Zittingsplaats Zutphen

Parketnummer: 06/950066-12

Datum uitspraak: 3 april 2020

Beslissing van de meervoudige kamer op de vordering op grond van artikel 6:6:10, eerste lid, onder g, van het Wetboek van Strafvordering

in de zaak van

de officier van justitie

tegen

[betrokkene] (hierna: betrokkene),

geboren op [geboortedag 1] 1967 te [geboorteplaats] ,

op dit moment verblijvende in de [adres] , onder verantwoordelijkheid van Forensisch Psychiatrisch Centrum [naam 1] .

Raadsvrouw: mr. R.J.T. Leijzer, advocaat te Zutphen.

Procedure

Bij arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 24 december 2013 is aan betrokkene onder meer de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege (hierna: de maatregel) opgelegd. Deze maatregel is ingegaan op

8 januari 2014. Bij onherroepelijk geworden beslissing van 24 januari 2020 heeft deze rechtbank de termijn van de maatregel met één jaar verlengd en de verpleging van overheidswege beëindigd onder nader te noemen voorwaarden.

Bij vordering van 28 februari 2020, aangevuld bij vordering van 6 maart 2020, heeft de officier van justitie verzocht om het contactverbod dat de rechtbank bij beslissing van

24 januari 2020 (onder voorwaarde 8) aan betrokkene heeft opgelegd, uit te breiden naar [naam 2] en [naam 3] .

De behandeling van de vorderingen was gepland tegen 3 april 2020. Vanwege het coronavirus en de in verband daarmee door de Rijksoverheid en de Rechtspraak genomen maatregelen is de rechtbank gesloten en kunnen de vorderingen niet op een openbare terechtzitting worden behandeld. De verkeertoren heeft op voorhand aan het openbaar ministerie en de raadsvrouw van betrokkene meegedeeld dat de tegen 3 april 2020 geplande openbare behandeling niet doorgaat.

De rechtbank heeft er naar gestreefd de doelen en belangen die zijn gediend met een openbare behandeling zoveel mogelijk te borgen, door de betrokken procespartijen op voorhand te informeren en voorafgaand aan de zitting (per mail) standpunten in te winnen. De situatie van een openbare zitting heeft de rechtbank op die manier zoveel mogelijk nagebootst.

De officier van justitie heeft de vorderingen per email van 26 maart 2020 nader toegelicht. De raadsvrouw van betrokkene heeft hierop per email van 30 maart 2020 gereageerd. Gelet op de inhoud van de reactie van de raadsvrouw, heeft de rechtbank partijen bij email van

30 maart 2020 bericht dat zij er vanuit gaat dat partijen geen behoeften hebben aan een tweede termijn en dat zij op basis van de reacties in eerste termijn een beslissing zal geven. Hierna heeft de verkeerstoren per mail van 31 maart 2020 op verzoek van de officier van justitie onderliggende informatie, horende bij de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT