Uitspraak Nº 08-028105-20. Rechtbank Overijssel, 2020-07-27

ECLIECLI:NL:RBOVE:2020:2543
Docket Number08-028105-20
Date27 Julio 2020
CourtRechtbank Overijssel (Neederland)
RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht

Politierechter

Zittingsplaats Almelo

Parketnummer: 08-028105-20

Datum vonnis: 27 juli 2020

Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum 1] 1971 in [geboorteplaats 1] (Turkije),

wonende te [adres 1] .

1 Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 24 maart 2020 en 13 juli 2020.

De politierechter heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. P. van Minnen en van hetgeen door verdachte en de raadsman, mr. T. Geerdink, advocaat te Borne, naar voren is gebracht. Daarnaast heeft de politierechter kennis genomen van hetgeen door de raadsman van de benadeelde partij, mr. E. Taş, advocaat te Deventer, naar voren is gebracht.

2 De tenlastelegging

Verdachte is ten laste gelegd dat:

1.

hij op of omstreeks 31 januari 2020 te Enschede,

althans in Nederland,

opzettelijk

heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens

artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van

strafvordering, te weten de verlenging van een gedragsaanwijzing

(opgemaakt d.d. 21 november 2019 en/of uitgereikt d.d. 2 december

2019) gegeven door de officier van justitie te Oost-Nederland, kort

weergegeven inhoudende dat hij, verdachte:

- zich niet in de straat genaamd de [adres 2] , in Enschede, zal

ophouden en dat hij de woning aan [adres 2] , 7511 in Enschede,

niet zal betreden, en/of

- geen contact mag opnemen met [naam 1] (geboren op [geboortedatum 2]

te [plaatsnaam en land 1] ), [naam 2] (geboren op

[geboortedatum 3] te [plaatsnaam en land 2] ), [naam 3]

(geboren op [geboortedatum 4] te [geboorteplaats 2] ), immers heeft verdachte

opzettelijk:

- zich in de straat, genaamd de [adres 2] , in Enschede,

opgehouden en/of de woning aan de [adres 2] , 7511 in

Enschede, betreden, en/of

- ( persoonlijk en/of telefonisch) contact gehad met [naam 1]

(geboren op [geboortedatum 2] te [plaatsnaam en land 1] ) en/of [naam 2]

(geboren op [geboortedatum 3] te [plaatsnaam en land 2] )en/of

[naam 3] (geboren op [geboortedatum 4] te Enschede);

( art 184a Wetboek van Strafrecht )

2.

hij op of omstreeks 31 januari 2020 te Enschede

ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om

aan [naam 1] (geb. [geboortedatum 2] )

opzettelijk

zwaar lichamelijk letsel toe te brengen

immers heeft hij, verdachte,

- een mes, althans een scherp/puntig voorwerp, op/tegen de

keel/nek/hals, althans op/tegen het lichaam, van die geb gezet,

en/of

- met een mes, althans een scherp/puntig voorwerp, in/op/tegen de

arm, althans in/op/tegen het lichaam, van die [naam 1] gestoken,

en/of

- met een mes, althans een scherp/puntig voorwerp, stekende

bewegingen gemaakt in de richting van het lichaam van die [naam 1] ,

en/of

- die [naam 1] op/tegen het hoofd en/of de arm gestompt en/of

geslagen, en/of

- die [naam 1] (met kracht) bij de keel/nek/hals gegrepen en/of

vastgepakt, en/of

- die [naam 1] (met kracht) bij de haren gegrepen en/of vastgepakt

en/of (vervolgens) aan de haren mee getrokken/ gesleurd,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

( art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van

Strafrecht )

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling

mocht of zou kunnen leiden:

hij op of omstreeks 31 januari 2020 te Enschede

[naam 1] (geb. [geboortedatum 2] ) heeft mishandeld door:

- een mes, althans een scherp/puntig voorwerp, op/tegen de keel/nek/hals, althans op/tegen het lichaam, van die [naam 1] te

zetten, en/of

- met een mes, althans een scherp/puntig voorwerp, in/op/tegen de

arm, althans in/op/tegen het lichaam, van die [naam 1] te steken,

en/of

- die [naam 1] op/tegen het hoofd en/of de arm, althans op/tegen het

lichaam, te stompen en/of te slaan, en/of

- die [naam 1] (met kracht) bij de keel/nek/hals, te grijpen en/of vast

te pakken, en/of

- die [naam 1] (met kracht) bij de haren te grijpen en/of vast te pakken

en/of (vervolgens) aan de haren mee te trekken/ sleuren;

( art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht )

3.

hij op of omstreeks 31 januari 2020 te Enschede

opzettelijk en wederrechtelijk

een deur (waaronder een slot en/of een dagschoot van de cilinder), in

elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan

[naam 1] (geb. [geboortedatum 2] ) en/of Woningcorporatie Domijn

toebehoorde,

heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;

( art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht )

Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

3 De voorvragen

De politierechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4 De bewijsoverwegingen
4.1

De standpunten van de officier van justitie en de verdediging/verdachte

De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het eerste tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, gelet op de aangifte van mevrouw [naam 1] en de verklaringen van [naam 4] en [naam 5] . Daarnaast heeft verdachte verklaard dat hij ter plaatse is geweest.
Volgens de officier van justitie kan ook het tweede tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen worden verklaard, gelet op de aangifte van mevrouw [naam 1] en de getuigenverklaring van [naam 4] .
Ten slotte kan het derde tenlastegelegde feit ook wettig en overtuigend bewezen worden verklaard aldus de officier van justitie, gelet op de aangifte van mevrouw [naam 1] en de aangifte van de woningbouwvereniging.

De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte ten aanzien van alle tenlastegelegde feiten moet worden vrijgesproken. Aangeefster heeft verdachte onder valse voorwendselen naar haar huis gelokt. De verklaring van aangeefster is voorts tegenstrijdig en daarmee onbetrouwbaar. Voor wat betreft de tenlastegelegde vernieling blijkt nergens uit dat sprake was van schade aan de deur of het kozijn.

4.2

Het oordeel van de politierechter

Feit 1

De politierechter is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan.

De politierechter overweegt daartoe het volgende.1 Op 18 september 2019 is aan verdachte een gedragsaanwijzing uitgereikt ter beëindiging van de overlast,...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT