Uitspraak Nº 08/038303-20 (P). Rechtbank Overijssel, 2020-04-30

ECLIECLI:NL:RBOVE:2020:1636
Docket Number08/038303-20 (P)
Date30 Abril 2020
CourtRechtbank Overijssel (Neederland)
RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht

Meervoudige kamer

Zittingsplaats Zwolle

Parketnummer : 08/038303-20 (P)

Datum vonnis : 30 april 2020.

Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1982 in [geboorteplaats] ,

wonende aan de [adres] ,

thans verblijvende in de P.I. Arnhem te Arnhem.

1 Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 16 april 2020.

De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie,

mr. S. Markink-Grolman, en van hetgeen door verdachte en zijn raadsman mr. J. Vlug, advocaat te Deventer, naar voren is gebracht.

2 De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

feit 1: op 3 februari 2020 te Deventer een winkeldiefstal heeft gepleegd;

feit 2: op 27 januari 2020 te Deventer een winkeldiefstal heeft gepleegd.

Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:

1

hij op of omstreeks 3 februari 2020 in de gemeente Deventer één of meer verpakkingen vlees, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan de supermarkt [supermarkt] heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

2

hij op of omstreeks 27 januari 2020 in de gemeente Deventer één of meer verpakkingen vlees, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan de supermarkt [supermarkt] heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

3 De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4 De bewijsoverwegingen
4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend bewezen

kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.

4.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft geen bewijsverweer gevoerd.

4.3

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.1

Ten aanzien van feit 1 en feit 2:

 de bekennende verklaring van verdachte, zoals die is opgenomen in het proces-verbaal van de terechtzitting van 16 april 2020.

en ten aanzien van feit 1:

 het proces-verbaal van aangifte van winkeldiefstal van [aangever 1] namens [supermarkt] , opgemaakt op 6 februari 2020 opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , met als bijlage een aangifteformulier van de politie IJsselland (dossierpagina’s 21 - 24);

 het proces-verbaal van bevindingen betreffende camerabeelden, opgemaakt op 7 februari 2020, door verbalisant [verbalisant 1] (dossierpagina’s 27 - 29);

 het proces-verbaal van bevindingen betreffende herkenning van verdachte, opgemaakt op 6 februari 2020 door verbalisant [verbalisant 2] (dossierpagina 30);

 het proces-verbaal van bevindingen betreffende herkenning van verdachte, opgemaakt op 7 februari 2020 door verbalisant [verbalisant 3] (dossierpagina 31).

en ten aanzien van feit 2:

 het proces-verbaal van aangifte van winkeldiefstal van [aangever 2] namens [supermarkt] , opgemaakt op 28 januari 2020 door verbalisant [verbalisant 4] , met als bijlage een goederenbijlage (dossierpagina’s 12 - 16);

 het proces-verbaal van bevindingen betreffende camerabeelden, opgemaakt op 12 februari 2020, door verbalisant [verbalisant 5] (dossierpagina’s 17 - 18);

 het proces-verbaal van bevindingen betreffende herkenning van verdachte, opgemaakt op 28 januari 2020 door verbalisant [verbalisant 2] (dossierpagina 19).

De bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de hiervoor opgegeven bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:

1.

hij op 3 februari 2020 in de gemeente Deventer meerdere verpakkingen vlees, die geheel toebehoorden aan de supermarkt [supermarkt] , heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen.

2.

hij op 27 januari...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT