Uitspraak Nº 08.043796.20 (P). Rechtbank Overijssel, 2020-04-28

ECLIECLI:NL:RBOVE:2020:1626
Docket Number08.043796.20 (P)
Date28 Abril 2020
CourtRechtbank Overijssel (Neederland)
RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht

Meervoudige kamer

Zittingsplaats Zwolle

Parketnummer: 08.043796.20 (P)

Datum vonnis: 28 april 2020

Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1965 in [geboorteplaats] ,

wonende aan [adres] ,

nu verblijvende: P.I. Zuid Oost, locatie Ter Peel te Evertsoord.

1 Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 14 april 2020.

De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. drs. P. van Minnen en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. Ph.J.N. Aarnoudse, advocaat te Deventer, naar voren is gebracht.

2 De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte een winkeldiefstal heeft gepleegd.

Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:

zij op of omstreeks 18 februari 2020 in de gemeente Deventer één of meer pakken koffie, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan de [supermarkt] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

3 De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4 De bewijsoverwegingen
4.1

Het standpunt van de officier van justitie en de verdediging

De officier van justitie en de raadsman hebben zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.

4.4

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens haar geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen1, te weten:

  • -

    het proces-verbaal van de terechtzitting van 14 april 2020, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;

  • -

    een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5, Sv, te weten een aangifteformulier winkeldiefstal bij [supermarkt] te Deventer van 18 februari 2020, pagina 19.

4.5

De bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:

zij op 18 februari 2020 in de gemeente Deventer pakken koffie, die aan een ander toebehoorden, te weten aan de [supermarkt] , heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen.

De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij haar daarvan zal vrijspreken.

Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5 De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:

het misdrijf:

diefstal

6 De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

7 De op te leggen straf of maatregel
7.1

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (hierna: ISD-maatregel) wordt opgelegd voor de duur van 2 jaren.

De officier van justitie heeft de dadelijke uitvoerbaarheid van de maatregel gevorderd.

Verder heeft de officier van justitie de teruggave van de onder verdachte in beslag genomen pakken koffie gevorderd aan de rechthebbende, te weten [supermarkt]...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT