Uitspraak Nº 08-057784-18, 08-005320-20 (tul) en 08-224077-19 (gev. ttz). Rechtbank Overijssel, 2020-07-27

ECLIECLI:NL:RBOVE:2020:2542
Date27 Julio 2020
Docket Number08-057784-18, 08-005320-20 (tul) en 08-224077-19 (gev. ttz)
CourtRechtbank Overijssel (Neederland)
RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht

Politierechter

Zittingsplaats Almelo

Parketnummer: 08-057784-18, 08-005320-20 (tul) en 08-224077-19 (gev. ttz)

Datum vonnis: 27 juli 2020

Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1971 in [geboorteplaats] ( [land] ),

wonende te [adres 1] .

1 Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 22 januari 2020, 24 maart 2020 en 13 juli 2020.

De politierechter heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. P. van Minnen en van hetgeen door verdachte en de raadsman, mr. T. Geerdink, advocaat te Borne, naar voren is gebracht.

2 De tenlastelegging

Verdachte is onder parketnummer 08-057784-18 ten laste gelegd dat:

1.

hij in of omstreeks de periode van 25 juli 2017 tot en met 2 augustus
2017, in de gemeente Enschede,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of
verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad
(in een pand aan [adres 2] )
een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 125, althans een groot aantal
hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een
hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende
hennep,
zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende
lijst II,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
(art 3 ahf/ond B Opiumwet, art 3 ahf/ond C Opiumwet, art 47 lid
ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)


subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden:

een of meer onbekend gebleven personen, in of omstreeks de periode
van 25 juli 2017 tot en met 2 augustus 2017, in de gemeente Enschede,
met elkaar, althans één van hen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of
bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig
heeft gehad in een pand aan [adres 2] , een hoeveelheid
van (in totaal) ongeveer 125, althans een groot aantal hennepplanten
en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer
dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een
middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of
omstreeks de periode van 25 juli 2017 tot en met 2 augustus 2017,
in de gemeente Enschede, in elk geval in Nederland, meermalen,
althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of
inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest,
door aan die onbekend gebleven persoon/personen voornoemd pand
voor de teelt/het kweken van hennepplanten ter beschikking te stellen;
(art 3 ahf/ond B Opiumwet, art 3 ahf/ond C Opiumwet, art 48 ahf/sub 1
Wetboek van Strafrecht, art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht)

2.

hij in of omstreeks de periode van 25 juli 2017 tot en met 2 augustus
2017, in de gemeente Enschede,
meermalen, in elk geval eenmaal (telkens) tezamen en in vereniging met
een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een hoeveelheid/hoeveelheden elektriciteit, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan de firma Enexis, in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats
van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen
elektriciteit onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel
van braak en/of verbreking;
(art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van
Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht)

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

een of meer onbekend gebleven personen in of omstreeks de periode
van 25 juli 2017 tot en met 2 augustus 2017, in de gemeente Enschede,
meermalen, in elk geval eenmaal (telkens) tezamen en in vereniging met
een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening heeft/hebben weggenomen een
hoeveelheid/hoeveelheden elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan de firma Enexis, in elk geval aan een ander
of anderen dan aan die onbekend gebleven personen en/of zijn/hun
mededaders en/of aan verdachte,
waarbij die onbekend gebleven personen en/of zijn mededaders zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of de/het
weg te nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht
door middel van braak en/of verbreking,
tot en/of bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of
omstreeks de periode van 25 juli 2018 tot en met 2 augustus 2017,
in de gemeente Enschede, in elk geval in Nederland,
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid,
middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door die onbekend gebleven
personen toe te laten in zijn, verdachtes gehuurde woning en/of door
toe te laten dat die onbekend gebleven personen (een) constructie(s)
aanbracht(ten) die er voor zorgde(n) althans tot gevolg had(den) dat er
elektriciteit kon worden afgenomen buiten de meter om, althans dat het
gebruik van elektriciteit niet (volledig) werd geregistreerd;
(art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van
Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht, art 48 ahf/sub
1 Wetboek van Strafrecht, art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht)

Verdachte is onder parketnummer 08-224077-19 ten laste gelegd dat:

hij, op of omstreeks 16 september 2019, te Enschede, [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven
gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2] (in de Turkse taal) dreigend de woorden toe te voegen -
zakelijk weergegeven - dat hij hen in stukken ging snijden en/of dat hij
een (familie)drama ging veroorzaken, althans woorden van gelijke
dreigende aard of strekking, en/of
(daarbij) een mes te tonen aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
en/of (met) een mes in hun richting te wijzen en/of te bewegen, althans
gedragingen van gelijke dreigende aard of strekking;
(art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht)

3 De voorvragen

De politierechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4 De bewijsoverwegingen
4.1

De standpunten van de officier van justitie en de verdediging/verdachte

Parketnummer 08-057784-18

De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat beide primair tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard op grond van het proces-verbaal betreffende het aantreffen van de hennepkwekerij, het rapport van Enexis B.V. en het feit dat de hennepkwekerij is aangetroffen in de woning van verdachte. Het medeplegen blijkt volgens de officier van justitie uit de afspraken die verdachte met een vriend heeft gemaakt over de eventuele winstverdeling, zoals verdachte bij de reclassering heeft verteld.

De raadsman verzoekt verdachte ten aanzien van alle feiten vrij te spreken. De raadsman voert hiertoe aan dat verdachte niet is gehoord door de politie over de in de door hem gehuurde woning aangetroffen hennepkwekerij. Dat kan hem niet worden verweten daar hij de Nederlandse taal slecht beheerst. Eventuele brieven van de politie zijn daarnaast mogelijk onderschept door degene aan wie verdachte de woning onderverhuurd had. De raadsman voert verder aan dat het opzet gericht moet zijn op de diefstal van elektriciteit. De enkele wetenschap dat er een hennepkwekerij zou worden aangelegd is onvoldoende.

Parketnummer 08-224077-19

De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het feit wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, gelet op de aangifte van mevrouw [slachtoffer 1] , de ondersteunende verklaring van getuige [slachtoffer 2] , het proces-verbaal waaruit blijkt dat het kromgebogen mes is gevonden en het feit dat er klein letsel is geconstateerd bij de zoon van aangeefster.

De raadsman verzoekt verdachte tevens ten aanzien van dit feit vrij te spreken.

4.2

Het oordeel van de politierechter

Parketnummer 08-057784-18

De politierechter is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de onder 1. primair en onder 2. primair tenlastegelegde feiten heeft begaan.

De politierechter overweegt daartoe het volgende.1 Tijdens het binnentreden van de woning aan [adres 2] op 2 augustus 2017 heeft de politie een in werking zijnde hennepkwekerij met in totaal 125 hennepplanten aangetroffen.2 Verdachte stond op dat moment ingeschreven op het adres van die woning, tijdens het binnentreden werden poststukken gericht aan...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT