Uitspraak Nº 08.126783.18 (P). Rechtbank Overijssel, 2019-01-17

ECLIECLI:NL:RBOVE:2019:116
Docket Number08.126783.18 (P)
Date17 Enero 2019
CourtRechtbank Overijssel (Neederland)
RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht

Meervoudige kamer

Zittingsplaats Zwolle

Parketnummer: 08.126783.18 (P)

Datum vonnis: 17 januari 2019

Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1990 in [geboorteplaats] ,

wonende aan de [woonplaats] .

1 Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 3 januari 2019.

De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. W.E.M. van Erp en van hetgeen door verdachte en zijn raadsman mr. M.J. Jansma, advocaat te Kampen, naar voren is gebracht.

2 De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mishandeling van [slachtoffer] .

Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:

hij op of omstreeks 1 april 2018 te Kampen [slachtoffer] heeft mishandeld door meermalen, althans eenmaal, in/op/tegen het gezicht/hoofd, althans op/tegen het lichaam, van die [slachtoffer] te slaan/stompen.

3 De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4 De bewijsoverwegingen
4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde mishandeling van [slachtoffer] .

4.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman bepleit vrijspraak van het ten laste gelegde en voert daartoe aan dat verdachte een gerechtvaardigd beroep kan doen op noodweer. De raadsman verzoekt de verklaringen van aangever, getuige [getuige 1] en getuige [getuige 2] uit te sluiten van het bewijs, omdat deze onvoldoende betrouwbaar zijn.

4.3

Het oordeel van de rechtbank

Uit de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen volgt dat verdachte op 1 april 2018 in [café] in Kampen was en [slachtoffer] meermalen heeft geslagen met zijn vuist op de linkerkant van zijn gezicht en dat [slachtoffer] als gevolg hiervan pijn heeft ondervonden.

De rechtbank acht de verklaring van de aangever dat hij door de verdachte is geslagen voldoende betrouwbaar en acht daar steunbewijs voor aanwezig. Verdachte heeft immers verklaard dat het klopt dat hij in [café] een andere persoon heeft geslagen en uit niets blijkt dat er sprake was van een gelijktijdig plaatsvindend incident in het café. De rechtbank heeft de verklaringen van getuigen [getuige 1] en [getuige 2] niet voor het bewijs gebezigd, zodat het verweer dat ziet op bewijsuitsluiting van deze beide verklaringen door de rechtbank onbesproken kan worden gelaten.

4.5

De bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:

hij op 1 april 2018 te Kampen [slachtoffer] heeft mishandeld door meermalen tegen het gezicht van die [slachtoffer] te stompen.

De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5 De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.1

Het standpunt van de verdediging

Namens verdachte is een beroep gedaan op noodweer. Toen verdachte in [café] op zoek was naar zijn vriendin voelde hij zich bedreigd door een groep jongens. Eén van hen pakte hem vast aan zijn kleding. Gelet hierop was sprake van een onmiddellijk dreigend gevaar voor een wederrechtelijke aanranding waartegen verdachte zich moest verdedigen.

5.2

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het beroep op noodweer niet kan slagen, omdat hetgeen de raadsman stelt niet wordt ondersteund door de verklaringen in het politiedossier.

5.3

Het oordeel van de rechtbank

Nu de rechtbank wettig en overtuigend bewezen acht dat verdachte meermalen tegen het gezicht van [slachtoffer] heeft gestompt, moet...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT