Uitspraak Nº 08-181039-19 en 08-760001-20 (ttz gev) (P). Rechtbank Overijssel, 2020-07-13

ECLIECLI:NL:RBOVE:2020:2340
Docket Number08-181039-19 en 08-760001-20 (ttz gev) (P)
Date13 Julio 2020
CourtRechtbank Overijssel (Neederland)
RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht

Meervoudige kamer

Zittingsplaats Almelo

Parketnummers: 08-181039-19 en 08-760001-20 (ttz gev) (P)

Datum vonnis: 13 juli 2020

Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum 1] 1990 in ' [geboorteplaats 1] ,

wonende aan de [adres 1] ,

nu verblijvende in P.I. Zwolle Zuid 1 te Zwolle

1 Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 6 april 2020 en 29 juni 2020.

De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. J. Schouten en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. J. Michels, advocaat te Oldenzaal, naar voren is gebracht.

2 De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

Ten aanzien van parketnummer 08-181039-19:

feit 1: [slachtoffer] heeft gestalkt in de periode van 18 april 2019 tot en met
25 juli 2019;

feit 2: op 25 juli 2019 de deur van [slachtoffer] heeft vernield;

feit 3: op 5 juli 2019 een Awaresysteem (paniekknop) van [slachtoffer] heeft gestolen, subsidiair huisvredebreuk bij [slachtoffer] heeft gepleegd.

Ten aanzien van parketnummer 08-760001-20:

feit 1: op 1 januari 2020 (persoonlijke) goederen van [slachtoffer] heeft gestolen;

feit 2: [slachtoffer] heeft gestalkt in de periode van 27 juli 2019 tot en met
21 februari 2020.

Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:

Ten aanzien van parketnummer 08-181039-19:

1.

hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 april 2019 tot en met 25 juli 2019 te [plaats 1] , althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , door één of meer malen, die [slachtoffer] op te bellen en/of via de telefoon berichten te sturen en/of naar de woning van die [slachtoffer] toe te gaan en/of langs die woning te rijden en/of voor de deur te staan, aan te bellen en/of op de deur te bonken en/of één of meer malen, althans eenmaal, boodschappen, eten, brandende kaarsen, ballonnen en/of kaartjes bij de deur van die woning neer te zetten of te plaatsen en/of één of meermalen, althans eenmaal, kaartjes, foto's en/of brieven in of door de brievenbus van die woning [slachtoffer] te gooien en/of een GPS-tracker onder de auto van die [slachtoffer] te plaatsen en/of één of meermalen, althans eenmaal die [slachtoffer] te volgen of te achtervolgen telkens met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;

2.

hij op of omstreeks 25 juli 2019 in de gemeente Enschede opzettelijk en wederrechtelijk een deur, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan

een ander, te weten aan [slachtoffer] toebehoorde, heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;

3.
hij op of omstreeks 05 juli 2019 in de gemeente Enschede in/uit een woning aan de [straat 1] een Aware systeem, in elk geval enig goed, dat
geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [stichting] en/of [slachtoffer] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 3 geen veroordeling mocht of
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat

hij op of omstreeks 05 juli 2019 in de gemeente Enschede in de woning aan de [straat 1] bij een ander, te weten bij [slachtoffer] , althans
bij een ander of anderen dan bij verdachte, in gebruik wederrechtelijk is binnengedrongen.

Ten aanzien van parketnummer 08-760001-20:

1.

hij op of omstreeks 01 januari 2020 in de gemeente Enschede in/uit een woning

aan de [straat 1] twee tassen gevuld met kleding, make-up, een

koffieautomaat, verzorgingsproducten, een I-pad, een paar schoenen en/of een Awaresysteem, in elk geval enige goederen, die geheel of ten dele aan een

ander toebehoorden, te weten aan [slachtoffer] , heeft weggenomen met het

oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de

toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen

goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking

en/of inklimming;

2.

hij in of omstreeks de periode van 27 juli 2019 tot en met 21 februari 2020

in de gemeente Enschede, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te

weten die van [slachtoffer] , door één of meermalen bij die [slachtoffer]

aan de deur van haar woning te verschijnen, aan te bellen en/of haar

aan te spreken en/of tegen die deur aan te schoppen en/of op het balkon en/of

het dak van de woning te klimmen en/of door de brievenbus van die woning

ondermeer te roepen of te schreeuwen: " [slachtoffer] is dit wat je wil, is dit wat

je wil, de vakantie alles wat we hebben meegemaakt,is dat wat je wil in de

steek laten jezelf" en/of "He [slachtoffer] , ik wens je er veel sterkte mee met wat

je je eigen kind heb gedaan, zelf dood gemaakt, want ik wou er altijd voor jou

zijn, je bent alleen maar aan het liegen en bedriegen" en/of "Jij bent diegene

die hier fout zit, niet ik, als de politie naar mij komt, dan kom ik naar jou,

dat je dat weet", telkens met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets

te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen.

3 De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4 De bewijsoverwegingen

Ten aanzien van parketnummer 08-181039-19:

feit 1:

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het strandpunt gesteld dat het onder 1 ten laste gelegde bij parketnummer 08-181039-19 wettig en overtuigend kan worden bewezen.

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van het onder 1 ten laste gelegde bij parketnummer 08-181039-19 dient te worden vrijgesproken vanwege het ontbreken van overtuigend bewijs. Het contact tussen verdachte en aangeefster past binnen de grillige relatie tussen hen waardoor er van stalking geen sprake kan zijn.

De beoordeling van de rechtbank

Wettelijk kader

Bij de beoordeling van de vraag of sprake is van belaging als bedoeld in art. 285b, eerste lid, Sr van belang zijn verschillende factoren van belang: de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen van de verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer (HR 29 juni 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO5710; HR 4 november 2014, ECLI:NL:HR:2014:3095).

De overwegingen van de rechtbank

Aangeefster heeft de relatie met verdachte diverse keren verbroken. Zij heeft de relatie een aantal keren hervat uit angst dat verdachte haar familie iets zou aandoen. Op 18 april 2019 heeft zij de relatie met verdachte definitief verbroken. Aangeefster verklaart dat verdachte haar nadien veelvuldig heeft lastig gevallen. In de periode tussen 18 april en 27 juli 2019 is hij vele malen bij haar woning verschenen, door haar haar straat gereden, heeft hij zijn zussen naar haar woning gestuurd, waar hij vervolgens zelf ook verscheen, is hij haar meermalen achterna gereden en verschenen op allerlei locaties waar zij ook was. Op 26 juli 2019 heeft aangeefster ontdekt dat er een GPS-tracker onder haar auto zat. Ook heeft verdachte een maaltijd aan haar deur gehangen, foto’s door de brievenbus gegooid en bloemen, kaarten, ballonnen en kaarsjes voor de deur gelegd. Hij heeft een periode lang dagelijks contact met aangeefster gezocht door haar te bellen en aan de deur te verschijnen. Verdachte heeft ter terechtzitting erkend een maaltijd, boodschappen, een kaars, een kaart en bloemen voor de deur van aangeefster te hebben gezet. Ook heeft hij erkend dat hij wel eens op aangeefster heeft gewacht bij haar woning.

Getuige [getuige 1] verklaart dat zij rond 10 april 2019 een man twee uur op de stoep bij aangeefster heeft zien zitten en dat hij te kennen gaf de vriend van [slachtoffer] te zijn. Getuige [getuige 1] verklaart verder dat ze heeft gezien dat diezelfde man nadien meerdere keren voor de deur van aangeefster heeft gestaan en dat hij meerdere keren tegen de deur van aangeefster heeft gebonsd en getrapt. Op een nacht medio juli 2019 reed de man gedurende een uur tot anderhalf uur telkens weg bij de woning om vervolgens weer terug te keren. Tijdens de Ramadan stond de man elke dag (voor en na het eten) bij aangeefster aan de deur. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard wel eens op aangeefster te hebben gewacht bij haar woning. Ook heeft verdachte verklaard dat hij gedurende de Ramadan vaak bij aangeefster langskwam, omdat zij hem voor het eten zou hebben uitgenodigd. Daarnaast verklaren andere buurtbewoners soortgelijk, over een man die veelvuldig aan de deur van aangeefster kwam, dat ze hem door de straat hebben zien rijden of dat ze hem tegen de deur hebben zien bonken of trappen. Gelet op de verklaringen van aangeefster, getuigen en verdachte zelf stelt de rechtbank vast dat verdachte degene is die zich aan de genoemde gedragingen heeft schuldig gemaakt. Het dossier biedt geen aanknopingspunten voor de stelling dat de buurtbewoners over een andere man dan verdachte verklaren. De (veelal agressieve) wijze waarop verdachte volgens de voornoemde verklaringen contact zocht met aangeefster, weerspreekt het standpunt van verdachte dat hij op uitnodiging van aangeefster...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT