Uitspraak Nº 08/760070-19 en 05/046178-18 (TUL) (P). Rechtbank Overijssel, 2020-07-23

ECLIECLI:NL:RBOVE:2020:2498
Date23 Julio 2020
Docket Number08/760070-19 en 05/046178-18 (TUL) (P)
CourtRechtbank Overijssel (Neederland)
RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht

Meervoudige kamer

Zittingsplaats Zwolle

Parketnummer: 08/760070-19 en 05/046178-18 (TUL) (P)

Datum vonnis: 23 juli 2020

Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1994 in [geboorteplaats] ,

wonende te [adres] ,

nu verblijvende in de FPA Stevig te Oostrum.

1 Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 5 maart 2020, 16 april 2020 en 9 juli 2020.

De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. A.E.M. Doedens en van wat door verdachte en zijn raadsman mr B.J. Schadd, advocaat te Arnhem, naar voren is gebracht.

2 De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan:

feit 1: een diefstal met braak/verbreking van pakjes sigaretten en krasloten bij [aangever 1] / [winkel 1] ;

feit 2: een vernieling van een ruit en een vloer van [aangever 2] / [winkel 2] ;

feit 3: een vernieling van meerdere goederen van [aangever 3] ;

feit 4: een vernieling van een Tesla van [aangever 4] en/of [bedrijf] B.V.

Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:

1.

hij op of omstreeks 9 december 2019 te Deventer - meerdere pakjes sigaretten en/of

- meerdere pakken krasloten, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander

toebehoorde, te weten aan [aangever 1] en/of [winkel 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming;

2.

hij op of omstreeks 10 december 2019 te Deventer opzettelijk en wederrechtelijk

een ruit (van een voordeur) en/of een (giet)vloer, in elk geval enig goed, dat

geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [aangever 2] en/of [winkel 2] toebehoorde,

heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;

3.

hij op of omstreeks 23 november 2019 te Deventer opzettelijk en wederrechtelijk de ruit van de voordeur, meerdere spiegel(s), een intercom, een kapstok, een vaas met een plant, een waterkoker, een magnetron, een houder van een messenset, meerdere borden, zes wijnglazen, een keukenkastje, een inductiekookplaat, een plantenbak met schaal, een tafelhaard, twee planten, de muur van de woonkamer, een televisiekast, een televisie, twee spiegels, een (vloer)kleed, geconserveerde rozen, vitrage, een stofzuiger, en/of een laptop,in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [aangever 3] toebehoorde heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;

4.

hij op of omstreeks 23 november 2019 te Deventer opzettelijk en wederrechtelijk een auto (merk: Tesla, kenteken: [kenteken] ) en/of een oplaadklep (van voornoemde auto), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [aangever 4] en/of [bedrijf] B.V. toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;

3 De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4 De bewijsoverwegingen
4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor alle vier de feiten op de tenlastelegging wordt veroordeeld.

4.2

Het standpunt van de verdediging

Gelet op de bekennende verklaring van verdachte heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

4.3

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten 1, 2, 3 en 4 op grond van de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.

4.4

De bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:

1.

hij op 9 december 2019 te Deventer meerdere pakjes sigaretten en meerdere pakken krasloten, toebehorend aan [aangever 1] en/of [winkel 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;

2.

hij op 10 december 2019 te Deventer opzettelijk en wederrechtelijk

een ruit van een voordeur en een vloer, aan [aangever 2] en/of [winkel 2] toebehorend,

heeft vernield, beschadigd;

3.

hij op 23 november 2019 te Deventer opzettelijk en wederrechtelijk meerdere spiegels, een intercom, een kapstok, een vaas met een plant, een waterkoker, een magnetron, een houder van een messenset, meerdere borden, zes wijnglazen, een keukenkastje, een inductiekookplaat, een plantenbak met schaal, een tafelhaard, twee planten, de muur van de woonkamer, een televisiekast, een televisie, twee spiegels, een vloerkleed, geconserveerde rozen, vitrage, een stofzuiger, en een laptop, aan [aangever 3] toebehorend, heeft vernield, beschadigd;

4.

hij op 23 november 2019 te Deventer opzettelijk en wederrechtelijk een auto (merk: Tesla, kenteken: [kenteken] ) en een oplaadklep (van voornoemde auto), aan [aangever 4] en/of [bedrijf] B.V. toebehorend, heeft vernield, beschadigd.

De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5 De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 311 en 350 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:

feit 1

het misdrijf: diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak

feit 2, 3 en 4

telkens het misdrijf: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort vernielen, beschadigen, meermalen gepleegd

6 De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7 De op te leggen straf of maatregel
7.1

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden met aftrek van voorarrest, met een proeftijd van drie jaar met daarbij de oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals de reclassering deze heeft voorgesteld in het advies van 6 april 2020.

7.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft bepleit verdachte een onvoorwaardelijke straf op te leggen die gelijk is aan de tijd die verdachte al heeft doorgebracht in voorarrest, en daarnaast een voorwaardelijke straf van maximaal zes maanden met daarbij de oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.

7.3

De gronden voor een straf of maatregel

Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een inbraak en een aantal vernielingen. Met zijn handelwijze heeft de verdachte er blijk van gegeven geen respect te hebben voor de eigendommen van anderen. Dergelijke feiten veroorzaken bovendien schade en overlast voor de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT