Uitspraak Nº 08/760160-18 en 08/910009-19 (P). Rechtbank Overijssel, 2020-04-23

ECLIECLI:NL:RBOVE:2020:1562
Date23 Abril 2020
Docket Number08/760160-18 en 08/910009-19 (P)
CourtRechtbank Overijssel (Neederland)
RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht

Meervoudige kamer

Zittingsplaats Almelo

Parketnummers: 08/760160-18 en 08/910009-19 (P)

Datum vonnis: 23 april 2020

Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1975 in [geboorteplaats] ,

ingeschreven in de BRP aan de [adres 1] ,

nu verblijvende in de P.I. Almelo HvB “De Karelskamp” in Almelo.

1 Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is in de zaak met parketnummer 08/760160-18 gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 14 januari 2019, 8 april 2019, 24 juni 2019, 16 september 2019, 3 december 2019, 30 januari 2020, 5 maart 2020 en 9 april 2020 en in de zaak met parketnummer 08/910009-19 naar aanleiding van de hiervoor genoemde zittingen met uitzondering van 14 januari 2019.

De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. A. van Veen en van hetgeen door verdachte en de raadsman, mr. R.F. Speijdel, advocaat te Enschede, naar voren is gebracht.

2 De tenlastelegging

De verdenking komt er onder parketnummer 08/760160-18, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

feit 1 en feit 3: zich samen met een of meer anderen schuldig heeft gemaakt aan grootschalige drugshandel;

feit 2: een revolver en munitie voorhanden heeft gehad.

Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte onder parketnummer 08/760160-18, dat:

1.

hij op of omstreeks 20 oktober 2018 te Enschede, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres 1] ):

-ongeveer 2758 gram amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, en/of

-ongeveer 1530 gram MDMA brokken-gruis en/of ongeveer 31.921

xtc-tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA,en/of

-ongeveer 123,4 gram heroïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, en/of

-ongeveer 5 gram 4-MMC, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende 4-methylmethcathinon, en/of

-ongeveer 562 gram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, en/of

-ongeveer 5210 blotters / paperstrips LSD, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende d-lysergzuurdiethylamide (lysergide/LSD),

zijnde amfetamine en/of MDMA en/of heroïne en/of 4-methylmethcathinon en/of cocaïne en/of d-lysergzuurdiethylamide (lysergide/LSD), (telkens) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

2.

hij op of omstreeks 20 oktober 2018 te Enschede, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,

een wapen van categorie 111, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te

weten een revolver (merk Smith & Wesson, kaliber .38, met serienummer }43666), en/of munitie van categorie 111, te weten een aantal (131) scherpe patronen (kaliber 7.65, kaliber .38 en/of kaliber 9x19), voorhanden heeft gehad;

3.

hij, op een of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 19 oktober 2018 te Enschede en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd (in/naar/vanuit een pand aan de [adres 1] te Enschede), in elk geval (telkens) opzettelijk (in een pand

aan de [adres 1] te Enschede) aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van een materiaal bevattende (onder meer) amfetamine en/ofMDMA en/of heroïne en/of 4-methylmethcathinon, en/of cocaïne en/of d-lysergzuurdiethylamide (lysergide/LSD), althans (telkens) enig middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

De verdenking komt er onder parketnummer 08/910009-19, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte samen met een of meer anderen drugs heeft geëxporteerd naar Duitsland.

Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte onder parketnummer 08/910009-19, dat:

hij in of omstreeks de maand oktober 2018 te Enschede en/of (elders) in

Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,

opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland (te weten: naar Duitsland)

heeft gebracht, althans opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland (te

weten: naar Duitsland) heeft gebracht als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de

Opiumwet,

- ongeveer 15 kilogram, althans een (grote) hoeveelheid, van een materiaal

bevattende amfetamine en/of

- ongeveer 1 kilogram, althans een (grote) hoeveelheid, van een materiaal

bevattende MDMA en/of

-ongeveer 1 kilogram, althans een (grote) hoeveelheid, van een materiaal

bevattende methamfetamine,

zijnde amfetamine, MDMA en/of methamfetamine, althans enig middel, als

bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens

het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

3 De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4 De bewijsoverwegingen
4.1

Inleiding

Hierna stelt de rechtbank op grond van de inhoud van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de feiten en omstandigheden vast. De voor de bewezenverklaring redengevende bewijsmiddelen zijn opgenomen in de bijlage bij dit vonnis. De rechtbank overweegt verder, al dan niet in reactie op gevoerde verweren, waarom zij op basis van die feiten en omstandigheden tot conclusies en beantwoording van de bewijsvraag komt.

4.1.1

Achtergrond onderzoek

In november 2018 werd bekend gemaakt dat de politie Oost-Nederland en het Openbaar Ministerie (OM) er in waren geslaagd de versleutelde chatapplicatie Ironchat te ontsleutelen. Van die applicatie werd gebruik gemaakt op zogenoemde crypto(tele)foons of PGP- telefoons, waarbij PGP staat voor Pretty Good Privacy.

De berichten werden door de politie meegelezen in onderzoek Goliath, een onderzoek naar een mogelijke georganiseerd verband dat gebruikt maakte van de diensten van het bedrijf [bedrijf] in [plaats] .

Uit onderzoek Goliath kwam naar voren dat een aantal mensen via bepaalde Ironchataccounts met elkaar chatte over – kort gezegd – de bereiding en het voorhanden hebben van, de handel in en de export van harddrugs. Daarnaast werd gechat over het voorbereiden van een aanslag op personen en panden (mogelijk) gelieerd aan de voormalige motorclub [motorclub] .

Vervolgens is in het TGO (Team Grootschalige Opsporing) Oder/Liechtenstein onderzoek naar deze strafbare feiten verricht. De vervolging voor de strafbare feiten in deze zaak en die van verdachtes medeverdachten zijn daarvan het gevolg.

4.1.2

Identificatie gebruikers Ironchataccounts

Voor de bewijsvoering komt het in belangrijke mate aan op de inhoud van de ter beschikking gekomen chatberichten. Er werd gebruik gemaakt van telefoons van met name het merk Wileyfox en laptops waarop de applicatie Ironchat was geïnstalleerd. Met die telefoons en laptops werden chatberichten verzonden met of aan onder meer de volgende accounts, alle eindigend op [mailadres] :

  • -

    [account 1] (hierna: [account 1] )

  • -

    [account 2] (hierna: [account 2] )

  • -

    [account 3] (hierna: [account 3] )

  • -

    [account 4] (hierna: [account 4] )

  • -

    [account 5] (hierna: [account 5] )

  • -

    [account 6] (hierna: [account 6] )

  • -

    [account 7] (hierna: [account 7] ) en

  • -

    [account 8] (hierna: [account 8] ).

De vraag die in alle zaken, en al dan niet in reactie op een verweer, allereerst moet worden beantwoord, is of de personen tegen wie door het OM in het onderzoek Liechtenstein vervolging is ingesteld, verdachten [medeverdachte 1] , verder [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , verder [medeverdachte 2] , [verdachte] , verder [verdachte] , [medeverdachte 3] , verder [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] , te identificeren zijn als de gebruikers van voornoemde accounts. Voor de feiten die aan verdachte ten laste zijn gelegd is de vraag of [medeverdachte 5] , eveneens verdachte in onderzoek Liechtenstein, te identificeren is als gebruiker van het account [account 9] niet relevant en deze vraag zal om die reden in dit vonnis onbesproken blijven.

Als deze verdachten te identificeren zijn als de gebruikers van deze accounts, dan dienen vervolgens de vragen te worden beantwoord of zij betrokken zijn bij de aan hen ten laste gelegde strafbare feiten en hoe deze betrokkenheid gekwalificeerd kan worden.

Het antwoord op de eerste vraag is van belang voor het bewijs van alle ten laste gelegde feiten. De rechtbank zal die vraag daarom hier eerst en voorafgaand aan de bespreking van de afzonderlijke feiten beantwoorden.

De andere vragen beantwoordt de rechtbank hierna, daar waar de ten laste gelegde feiten afzonderlijk en meer in detail beoordeeld zullen worden.

4.1.2.1 Het account [account 1] [mailadres] ( [account 1] )

De rechtbank komt op grond van de feiten en omstandigheden die door de politie in het ‘proces-verbaal van bevindingen Identificatie [verdachte] – [account 1] ’ zijn opgenomen tot de conclusie dat [verdachte] de gebruiker is geweest van het account [account 1] en dat hij tevens [naam 1] wordt genoemd. Alle berichten van dit account zijn aan [verdachte] toe te schrijven. Het dossier bevat geen aanwijzingen dat [account 1] (ook) door een ander dan [verdachte] werd gebruikt. Weliswaar ontkent [verdachte] de gebruiker te zijn geweest van dit account, maar hij heeft niet of nauwelijks antwoord...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT