Uitspraak Nº 08-770110-18 (P). Rechtbank Overijssel, 2019-01-21

ECLIECLI:NL:RBOVE:2019:151
Docket Number08-770110-18 (P)
Date21 Enero 2019
CourtRechtbank Overijssel (Neederland)
RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht

Meervoudige kamer

Zittingsplaats Almelo

Parketnummer 08-770110-18 (P)

Datum vonnis: 21 januari 2019

Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1998 in [geboorteplaats] ,

wonende te [adres] .

1 Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 2 augustus 2018, 11 oktober 2018 en 7 januari 2019.

De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie

mr. J. Veenendaal en van hetgeen door verdachte en de raadsvrouw mr. L. Noordanus, advocaat te Lelystad, naar voren is gebracht.

2 De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

primair: samen met een ander, op gewelddadige wijze, een aan [slachtoffer] toebehorend geldbedrag heeft weggenomen en/of samen met een ander [slachtoffer] heeft afgeperst, dan wel

subsidiair: samen met een ander wapens voorhanden heeft gehad of gedragen.

Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:

1

hij op of omstreeks 24 april 2018 te Almelo, in elk geval in Nederland, op de openbare weg Stationsstraat, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een hoeveelheid geld (ongeveer 450 euro), in elk geval enig goed, dat geheel

of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door:

-Die [slachtoffer] op de bank te duwen en/of

-De woorden toe te voegen "beter blijf je zitten" en/of

-Een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, te tonen

en/of

-Te zeggen dat [slachtoffer] zijn geld af moest staan en/of

-Te zeggen dat hij bij die [slachtoffer] door de ramen zou komen en/of

-Bij diens moeder zal inbreken, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking;

en/of

hij op of omstreeks 24 april 2018 te Almelo, in elk geval in Nederland, op de openbare weg Stationsstraat, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (ongeveer 450 euro), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan deze of aan een derde, te weten aan [slachtoffer] toebehoorde, door:

-Die [slachtoffer] op de bank te duwen en/of

-De woorden toe te voegen "beter blijf je zitten" en/of

-Een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, te tonen

en/of

-Te zeggen dat [slachtoffer] zijn geld af moest staan en/of

-Te zeggen dat hij bij die [slachtoffer] door de ramen zou komen en/of

-Bij diens moeder zal inbreken, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking;

2

hij in of omstreeks de periode van 10 april 2018 tot en met 24 april 2018 te

Almelo, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer wapens van categorie II en/of categorie III, te weten een of meer pisto(o)l(en) en/of een uzi, voorhanden heeft gehad;

en/of

hij in of omstreeks 10 april 2018 tot en met 24 april 2018 te Almelo, in elk

geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een wapen van categorie IV heeft gedragen, te weten een of meer pisto(o)l(en)

en/of een uzi, in elk geval een voorwerp, waarvan, gelet op de aard of de omstandigheden waaronder dat voorwerp werd aangetroffen, redelijkerwijs kon worden aangenomen dat dat voor geen ander doel was bestemd dan om letsel aan personen toe te brengen, of te dreigen en dat niet onder een van de andere categorieën viel;

3 De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4. De bewijsoverwegingen 1

4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat op basis van de verklaring van aangever [slachtoffer] , de verklaring van de getuige [getuige] , het filmpje op de telefoon van medeverdachte [medeverdachte] waarop [verdachte] te zien is met een wapen soortgelijk aan het wapen dat hij achter de broeksband had en de appjes (“we gaan [slachtoffer] pakken), die [medeverdachte] kort voor de ontmoeting met aangever naar [verdachte] heeft gestuurd, wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte zich, samen met zijn mededader heeft schuldig gemaakt aan diefstal van € 450,--;

Verder stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat op basis van het relaas van de verbalisanten en de verklaring van verdachte, wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte samen met zijn mededader, in de ten laste gelegde periode alarmpistolen voorhanden heeft gehad.

4.2

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat, wegens gebrek aan wettig en overtuigend bewijs, de aan verdachte ten laste gelegde feiten niet bewezen kunnen worden verklaard. Wat betreft het onder 1 ten laste gelegde voert de raadsvrouw aan dat de verklaringen van aangever en de getuige [getuige] tegenstrijdig en daarmee ongeloofwaardig zijn en daarom van het bewijs dienen te worden uitgesloten. Subsidiair voert de raadvrouw ter zake van dit feit aan dat van medeplegen geen sprake is.

Ter zake feit 2 voert de raadsvrouw aan dat, nu geen nader onderzoek is verricht naar de (niet aangetroffen) wapens, niet is vast te stellen om welke wapens het gaat en het enkele filmpje waarop die wapens te zien zijn, onvoldoende is om tot een bewezenverklaring van het onder 2 ten laste gelegde te komen.

De raadsvrouw heeft haar standpunten nader toegelicht in een door haar overlegde pleitnota welke als bijlage aan het proces-verbaal van de zitting is gehecht.

4.3

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1 in de eerste plaats en onder 2 in de tweede plaats is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

De rechtbank overweegt daartoe:

-met betrekking tot het onder 1 in de eerste plaats tenlastegelegde, dat de gedragingen achter de gedachtestreepjes hebben geresulteerd in een afgifte van het geld door [slachtoffer] aan verdachte en diens mededader en dat aldus sprake was van afpersing.

-met betrekking tot het onder 2 in de tweede plaats ten laste gelegde, dat het hier het dragen van een voorwerp van categorie IV van de Vuurwapenwet betreft, welk dragen alleen een strafbaar feit oplevert indien dit op de openbare weg plaatsvindt en niet, zoals in het onderhavige geval, dit voorwerp wordt gedragen in een besloten ruimte.

De rechtbank stelt, gelet op de inhoud van het dossier en op de behandeling ter terechtzitting

het volgende vast.

Feit 1:

Door verdachte is verklaard dat hij en [medeverdachte] zich op 24 april 2018, samen met twee anderen, hebben begeven naar een naast de parkeerplaats aan de Stationsstraat te Almelo gelegen grasveld en dat daar is gesproken over geld en dat er door één van de twee anderen een geldbedrag is overhandigd aan [medeverdachte] .2

Door aangever [slachtoffer] is, zakelijk weergegeven, als volgt verklaard.

Nadat [medeverdachte] mij op 24 april 2018 had gebeld en [medeverdachte] een whattsapp bericht had gestuurd naar mijn vriend [getuige] , wilde hij met ons afspreken bij de parkeergarage naast het station. Omstreeks 14.00 uur zag ik dat [getuige] , [medeverdachte] en een voor mij onbekende jongen voor het station op mij stonden te wachten. Nadat ik naar hen was toegelopen zijn we met z’n vieren naar de parkeergarage gelopen. Daar ben ik op een bankje gaan zitten en toen ik probeerde te gaan staan voelde ik dat [medeverdachte] mij terug...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT