Uitspraak Nº 08/952337-19 (P). Rechtbank Overijssel, 2020-07-23

ECLIECLI:NL:RBOVE:2020:2490
Docket Number08/952337-19 (P)
Date23 Julio 2020
CourtRechtbank Overijssel (Neederland)
RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht

Meervoudige kamer

Zittingsplaats Almelo

Parketnummer: 08/952337-19 (P)

Datum vonnis: 23 juli 2020

Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1989 in [geboorteplaats] ,

wonende [adres] .

1 Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van

9 juli 2020.

De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie

mr. M. Hoekstra en van hetgeen door verdachte en de raadsvrouw mr. M.T.M. Demmer, advocaat te Hengelo (O), naar voren is gebracht.

2 De tenlastelegging

De verdenking komt er kort en zakelijk weergegeven op neer dat verdachte G.J. [getuige 3] heeft geslagen dan wel geduwd waardoor [slachtoffer] ten val is gekomen en als gevolg waarvan [slachtoffer] is overleden.

Voluit luidt de gewijzigde tenlastelegging aan verdachte, dat:

hij op of omstreeks 24 mei 2019 te Vroomshoop, gemeente Twenterand, althans in Nederland, G.J. [getuige 3] heeft mishandeld door:

- meermalen, althans eenmaal, die [slachtoffer] met vlakke hand en/of gebalde vuist tegen zijn hoofd en/of gezicht en/of lichaam te slaan en/of stompen en/of

- die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, te duwen tegen het lichaam,

waardoor die [slachtoffer] eenmaal of meermalen (al dan niet mede nadat die [slachtoffer] door verdachte na een voorgaande val op zijn benen was gezet) ten val is gekomen waarbij zijn (achter)hoofd (hard) in contact kwam met het asfalt, althans een andere harde ondergrond,

terwijl het feit de dood ten gevolge heeft gehad.

3 De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4 De bewijsoverwegingen
4.1

Inleiding

De rechtbank stelt op basis van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting de volgende feiten vast. Deze feiten hebben ter terechtzitting niet ter discussie gestaan.

In de avond van 24 mei 2019 zijn verdachte en [slachtoffer] vanaf de zendmast van de geheime zender ‘ [naam zender] ’ naar huis gelopen. Zowel verdachte als [slachtoffer] was fors onder invloed van alcoholische drank. Om 21.39.19 uur heeft verdachte de alarmcentrale gebeld en gemeld dat [slachtoffer] op de grond lag. Na de melding is zowel een ambulance als een politieauto ter plaatse gekomen. [slachtoffer] lag op het wegdek. De ambulancebroeders hebben [slachtoffer] overgebracht naar het ziekenhuis in Almelo. Later die avond is [slachtoffer] overgebracht naar het Medisch Spectrum Twente in Enschede.

Op 4 juni 2019 is [slachtoffer] in dat ziekenhuis overleden.

De bij [slachtoffer] geconstateerde letsels aan het hoofd zijn bij leven ontstaan door de inwerking van uitwendig mechanisch stomp botsend geweld, zoals kan worden opgeleverd door vallen, slaan of stoten, al dan niet tegen of met structuren. Bij het letsel op het achterhoofd was sprake van een schedelbreuk en dat geeft aan dat dat geweld (zeer) hevig moet zijn geweest. Een dergelijke schedelbreuk kan worden verklaard door een val uit staande positie waarbij het hoofd in contact komt met een harde ondergrond, maar ook een hevige...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT