Uitspraak Nº 08-952673-18 (P). Rechtbank Overijssel, 2019-01-22

ECLIECLI:NL:RBOVE:2019:158
Date22 Enero 2019
Docket Number08-952673-18 (P)
CourtRechtbank Overijssel (Neederland)
RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht

Meervoudige kamer

Zittingsplaats Almelo

Parketnummer: 08-952673-18 (P)

Datum vonnis: 22 januari 2019

Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1989 in [geboorteplaats] ( [land] ),

wonende in [adres] ,

nu verblijvende in Grave, huis van bewaring Grave (unit A +B).

1 Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 8 januari 2019.

De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. G. Steeghs en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. U. Ural, advocaat te Enschede, naar voren is gebracht.

2 De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte op 23 juli 2018 [slachtoffer] van haar vrijheid heeft beroofd.

Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:

hij op of omstreeks 23 juli 2018 in de gemeente Enschede en in overige

gemeenten, in ieder geval in Nederland en in Duitsland, tezamen en in

vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk

[slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd

gehouden, door

- met een auto naast voornoemde [slachtoffer] (die met haar hond op straat liep) te

stoppen en/of tegen die [slachtoffer] te zeggen ' [slachtoffer] , ik wil gewoon een goed

gesprek met jou.', in ieder geval woorden van gelijke aard en/of strekking

en/of (vervolgens) uit de auto te stappen en naar die [slachtoffer] te lopen en/of

- de riem van de hond te pakken en/of (vervolgens) de hond in de auto te

zetten en/of die [slachtoffer] vast te pakken en/of mee te trekken en/of op te tillen

en/of

- tegen die [slachtoffer] (dreigend) te zeggen dat zij sowieso mee ging en/of zijn,

verdachtes, hand op de mond van die [slachtoffer] te leggen/duwen en/of

- die [slachtoffer] met kracht in een sloot en/of in bosschages te gooien en/of

(vervolgens) die [slachtoffer] weer vast te pakken en/of in de richting van de auto

te trekken en/of

- die [slachtoffer] in de auto te zetten en/of tegen die [slachtoffer] te zeggen dat hij een

pistool had en zou schieten als dat moest, in ieder geval woorden van gelijke

dreigende aard en/of strekking en/of (vervolgens) met die auto te gaan rijden

en/of

- de telefoon van die [slachtoffer] af te pakken en/of uit te zetten en/of

- op enig moment uit de auto te stappen en/of die [slachtoffer] vast te pakken en/of

vast te houden en/of weg te rennen en/of boos tegen die [slachtoffer] te zeggen dat

zij door moest lopen en/of

- die [slachtoffer] in een (andere) auto te zetten en/of bij een pand gekomen

die [slachtoffer] uit de auto te halen en dat pand in te brengen en/of op een bank

neer te leggen en/of constant bij die [slachtoffer] te zijn/blijven en/of

- die [slachtoffer] naar beneden te brengen/tillen;

3 De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4 De bewijsoverwegingen
4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden.

4.2

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde feit, met uitzondering van het onderdeel dat het feit “tezamen en in vereniging met een ander of anderen” is gepleegd, bewezen kan worden.

4.3

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen1.

  • -

    het proces-verbaal van de terechtzitting van 8 januari 2019 voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;

  • -

    het proces-verbaal van aangifte d.d. 24 juli 2018, blz. 154, 155, 156 en 157.

De rechtbank is van oordeel dat het dossier onvoldoende aanwijzing bevat dat verdachte het bewezen verklaarde feit tezamen en in vereniging met een ander of anderen heeft gepleegd.

4.4

De bewezenverklaring

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:

op 23 juli 2018 in de gemeente Enschede en in Duitsland, opzettelijk

...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT