Uitspraak Nº 08/963573-17 (P). Rechtbank Overijssel, 2019-01-29

ECLIECLI:NL:RBOVE:2019:288
Date29 Enero 2019
Docket Number08/963573-17 (P)
CourtRechtbank Overijssel (Neederland)
RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht

Meervoudige kamer

Zittingsplaats Zwolle

Parketnummer: 08/963573-17 (P)

Datum vonnis: 29 januari 2019

Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1977 in [geboorteplaats] ,

wonende te [woonplaats] .

1 Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 12 december 2017, 13 februari 2018, 19 juni 2018 en 15 januari 2019.

De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. H.J. Timmer en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. J.H.L.C.M. Kuijpers, advocaat te Amsterdam, naar voren is gebracht.

2 De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van opzettelijke invoer dan wel vervoer dan wel opzettelijk aanwezig hebben van een (zeer grote) hoeveelheid cocaïne.

Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:

hij in of omstreeks de periode van 1 september 2017 tot en met 18 september

2017 te Breda en/althans (elders) in Nederland en/of in België,

tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,

- opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft/hebben gebracht (als

bedoeld in artikel 1 onder 4 van de Opiumwet) en/of

- opzettelijk heeft/hebben verwerkt en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of

vervoerd en/of

- opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad,

een (zeer grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne,

zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,

dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

3 De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4 De bewijsoverwegingen
4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld ter zake het ten laste gelegde.

4.2

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde.

4.3

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan. De rechtbank overweegt daartoe het volgende1.

Op 15 september 2017 zijn diverse containers gecontroleerd door de douane te Antwerpen, op basis van een risicoanalyse. In de container met nummer [nummer] worden vijf gecontamineerde paletten aangetroffen met hierin 3397 pakketten cocaïne met een totaal gewicht van 3800,4 kilogram.2 Deze hoeveelheid is door de Belgische opsporingsautoriteiten uit de lading verwijderd, maar een hoeveelheid van 500 gram is teruggeplaatst. De container wordt op 18 september 2017 vrijgegeven waarna de container met de teruggeplaatste verdovende middelen diezelfde dag om 19.15 uur door verdachte wordt opgehaald uit Antwerpen. Op 18 september 2017 om 21:05 uur stopt de vrachtwagen met de container ter hoogte van een loods op de [adres] te Breda. De vrachtwagen rijdt vervolgens de loods binnen.3 Op 18 september 2017 om 21:26 uur worden verdachte en medeverdachte [medeverdachte] aangehouden.

In de loods van medeverdachte [medeverdachte] op de [adres] te Breda wordt tijdens de doorzoeking de vrachtwagen [kenteken 1] aangetroffen met hierachter de trailer met het kenteken [kenteken 2] . Op de [kenteken 2] staat de container met het nummer [nummer] . In de hal van de bedrijfsruimte, aan de rechterkant van de oplegger met container, staat een aantal pallets identiek aan de pallets in de container op de [kenteken 2] .4

Op 20 september 2017 wordt de lading uit de [kenteken 2] gehaald. In een bananendoos wordt een rechthoekig blok aangetroffen en in beslag genomen met het logo @com, lijkend op de blokken die op 16 september 2017 uit dezelfde container zijn gehaald en in beslag zijn genomen. Op een pallet op de vloer van de loods aan de [adres] te Breda dat direct naast de achterdeuren van de [kenteken 1] stond, is een geperst wit blok in transparante tape gevonden. Dit blok was qua vorm en logo gelijkend op de blokken die door de Belgische opsporingsambtenaren op 16 september 2017 in de haven van Antwerpen uit dezelfde trailer gehaald waren. Voorts werd een geperst wit blok in lichtbruine tape met het opschrift @com aangetroffen in een bananendoos in de [kenteken 2] .5 Gebleken is dat beide blokken cocaïne betrof.6

Gelet op het vertrouwensbeginsel en de uitvoeringsstukken uit België is de rechtbank anders dan de verdediging van oordeel dat er geen reden is om aan te nemen dat het geen cocaïne betreft.

Verdachte heeft verklaard dat hij anderhalve week voor zijn aanhouding bij een tankstation in Antwerpen benaderd was om als vrachtwagenchauffeur “een keer ergens te stoppen”. Verdachte zou hier iets leuks aan overhouden. Hij ontving een telefoon, waarmee alleen tekstberichten verstuurd konden worden. De communicatie moest via deze telefoon verlopen.7 Verdachte [verdachte] kreeg de opdracht om op het adres [adres] te Breda een transport af te leveren. Verdachte wist...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT