Uitspraak Nº 08-996104-16 (P). Rechtbank Overijssel, 2019-02-04

ECLIECLI:NL:RBOVE:2019:360
Date04 Febrero 2019
Docket Number08-996104-16 (P)
CourtRechtbank Overijssel (Neederland)
RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht

Meervoudige kamer

Zittingsplaats Zwolle

Parketnummer 08-996104-16 (P)

Datum vonnis: 4 februari 2019

Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1975 in [geboorteplaats] ,

wonende aan de [adres] .

1 Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 21 januari 2019.

De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie

mr. G.J. Heidema en van hetgeen door verdachte en zijn raadsman mr. N.A. Heidanus, advocaat te Groningen, naar voren is gebracht.

2 De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte alleen of samen met anderen zeven valse facturen heeft opgemaakt, door in strijd met de waarheid op de facturen een hogere verkoopprijs dan de werkelijke verkoopprijs te vermelden.

Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:

hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 maart 2013 tot en

met 31 december 2013 te Ulrum, gemeente De Marne, en/of te Midwolda, gemeente

Oldambt, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer

rechtspersonen en/of natuurlijke personen, althans alleen,

(telkens) een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een/of meer facturen valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst,

immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) de volgende

facturen:

- factuur nummer 204347, d.d. 11 april 2013, gericht aan [naam 1] (doc-0055a);

- factuur nummer 204477, d.d. 26 april 2013, gericht aan [naam 2] en [naam 3] (doc-0073a);

- factuur nummer 204685, d.d. 17 mei 2013, gericht aan [bedrijf 1] (doc-0034a);

- factuur nummer 206783, d.d. 23 oktober 2013, gericht aan [naam 4] (doc-019a);

- factuur nummers 206805 en 206806, beiden d.d. 28 oktober 2013, beiden gericht aan [naam 5] (doc-0030c en 0030d);

- factuur nummer 207325, d.d. 27 december 2013, gericht aan [naam 6] (doc-0064a)

valselijk opgemaakt door (telkens) in strijd met de waarheid op voornoemde facturen een hogere dan de werkelijke verkoopprijs te vermelden

en (telkens) met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gbruiken of door anderen te doen gebruiken.

3 De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4 De bewijsoverwegingen
4.1

Inleiding


Verdachte was in de ten laste gelegde periode (en is thans nog steeds) werkzaam als vertegenwoordiger bij [bedrijf 2] (hierna ook: [bedrijf 2] ). [bedrijf 2] drijft een groothandel in landbouwmachines, werktuigen en tractoren.

In de ten laste gelegde periode bestond voor agrariërs de mogelijkheid om bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), voorheen Dienst Regelingen geheten, subsidies in de precisielandbouw aan te vragen. De subsidie-aanvrager kon voor het aanvragen van de subsidie inloggen op een digitaal loket voor agrarische ondernemers. De subsidie aanvrager vulde na het inloggen een digitaal aanvraagformulier in via het e-loket. De aanvrager vermelde welke investering hij wilde gaan doen. De aanvrager vulde het soort investering en het investeringsbedrag in en voegde bij de aangifte een gespecificeerde offerte. Aan de hand van de offerte werd de maximaal te ontvangen subsidie berekend. Na invulling van het aanvraagformulier volgde na enige tijd een brief van de subsidieverstrekker met daarin de beslissing van de Dienst Regelingen over de subsidieaanvraag. In de brief stond of de aanvrager in aanmerking kwam voor de subsidie en het maximaal uit te keren subsidiebedrag. In de brief stond ook een termijn waarbinnen de investering gerealiseerd moest zijn. De aanvrager kon, na de gedane investering, de toegekende subsidie laten vaststellen en uitkeren. De aanvrager vulde daartoe via het e-loket een digitaal aanvraagformulier in. Bij de vaststellingsaanvraag diende de aanvrager als bewijs van de investering facturen en betaalbewijzen mee te sturen. Op basis van de informatie uit de vaststellingsaanvraag en de meegestuurde bewijsstukken volgde een beslissing van de Dienst Regelingen. De aanvrager kreeg een brief met daarin de beschikking. In de brief stond het uit te keren subsidiebedrag en de mededeling van de wijze waarop de subsidie werd uitgekeerd.

4.2

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte het ten laste gelegde tezamen en in vereniging met anderen heeft begaan. De officier van justitie heeft zijn standpunt gebaseerd op de zich in het dossier bevindende facturen en dagrapporten en de bekennende verklaring van verdachte.

...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT