Uitspraak Nº 09-040708-21. Rechtbank Den Haag, 2021-03-31

ECLIECLI:NL:RBDHA:2021:3105
Date31 Marzo 2021
Docket Number09-040708-21
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht

Politierechter

Parketnummer: 09/040708-21

Datum uitspraak: 31 maart 2021

Tegenspraak

De politierechter in de rechtbank Den Haag heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1992,

[adres] .

1 De terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 18 maart 2021.

De politierechter heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. L. Post. De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een geldboete van € 400,- subsidiair 8 dagen hechtenis, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Voorts heeft hij kennis genomen van hetgeen door de verdachte en zijn raadslieden, mr. C.J.M. van den Brûle en mr. J. van Lunen, naar voren is gebracht.

2 De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

hij op of omstreeks 12 oktober 2020 te 's-Gravenhage openlijk, te weten op de Prins Clauslaan, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een goed, te weten ra(a)m(en) en/of draaideur(en) door (met de handen) een zwarte substantie aan te brengen op voornoemde ra(a)m(en) en/of draaideur(en), terwijl hij, verdachte deze goederen opzettelijk heeft vernield.

3 Vrijspraak/ bewijs
3.1.

Vrijspraak

De politierechter spreekt de verdachte vrij van de strafverzwarende feitelijkheid van het vernielen van de ramen/draaideuren.

De wetgever heeft de gedragingen die strafbaar worden gesteld in artikel 350 van het Wetboek van Strafrecht (Sr.), vernielen, beschadigen, onbruikbaar maken of wegmaken, niet kort gekwalificeerd als vernieling (‘wordt, als schuldig aan vernieling, gestraft met’). Onder de term vernielen van artikel 141 Sr. vallen dan ook niet de andere drie gedragingen van art. 350 Sr.

In de wetgeschiedenis van art. 141 Sr. (aanvankelijk art. 154 Sr.) is opgemerkt “Uit de voor de strafverzwaringen in geval van goederenvernieling en ligchaamsleed gekozen bewoordingen blijkt ondubbelzinnig, dat de zwaardere strafbedreiging is beperkt tot hen, die persoonlijk eenig goed hebben vernield […]” (MvT, TK 1878-1879, 110, nr 3, p. 90). Toen al bevatte artikel 349 (aanvankelijk 379, thans art. 350) Sr., de vier verschillende gedragingen, zonder korte kwalificatie. Daarnaast impliceert de term goederenvernieling een vorm van schade die verder gaat dan onbruikbaarheid. In de wetgeschiedenis is derhalve evenmin aanleiding te vinden om onder het vernielen van artikel 141 Sr. ook onbruikbaar maken te verstaan.

3.2.

De bewijsmiddelen

De politierechter grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring. Hij bezigt de volgende bewijsmiddelen.

1. De verklaring van de verdachte ter terechtzitting, -zakelijk weergegeven-:

“Ik was op 12 oktober 2020 op de Prins Clauslaan in Den Haag. Ik heb meegedaan aan een actie bij het Ministerie van Economische zaken. Ik heb die dag met een op olie lijkende substantie handafdrukken aangebracht op een ruit.”

2) Het proces-verbaal van aangifte van [aangever] (namens het slachtoffer Ministerie van Landbouw en Visserij) met nr. PL1500-2020307424-4, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar van de politie-eenheid Den Haag (p. 60) voor zover inhoudende:

Ook waren de beide draaideuren besmeurd.

De politierechter is met betrekking tot het bewezen verklaarde feit van oordeel dat ten aanzien van de volgende bewijsmiddelen met een opgave daarvan kan worden volstaan, nu de gehele inhoud daarvan tot het bewijs is gebezigd:

3) Het proces-verbaal van bevindingen met nr. PL1500-2020307424-31 d.d. 13 oktober 2020, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar van de politie-eenheid Den Haag (p. 72-73).

3.3.

Bewijsoverwegingen

Vast staat dat de verdachte op 12 oktober 2020 met zijn handen een zwarte substantie op de ruiten van het Ministerie van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT