Uitspraak Nº 09-138651-19. Rechtbank Den Haag, 2019-09-30

CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
ECLIECLI:NL:RBDHA:2019:10105
Date30 Septiembre 2019
Docket Number09-138651-19
Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht

Meervoudige strafkamer

Parketnummer: 09/138651-19

Datum uitspraak: 30 september 2019

Tegenspraak

(Promisvonnis)

De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:

[verdachte] ,

[geboortedatum] 1989 te [geboorteplaats]),

[adres 2].

1 Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 17 september 2019. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. B.R. Koenders en van hetgeen door verdachte en zijn raadsman mr. M.J.A. Bakker naar voren is gebracht.

2 De tenlastelegging

Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting - ten laste gelegd dat:

1.

hij op of omstreeks 7 juni 2019 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] opzettelijk van het leven te beroven,

- meermalen (met geschoeide voet) (met kracht) heeft geschopt/getrapt tegen het lichaam en/of het hoofd van die [slachtoffer 1] en/of

- ( met kracht) heeft gestompt in/tegen het hoofd/gezicht en/of het lichaam van die [slachtoffer 1] , terwijl die [slachtoffer 1] op de grond lag,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

subsidiair

hij op of omstreeks 7 juni 2019 te ’s-Gravenhage tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1]

opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,

- meermalen (met geschoeide voet) (met kracht) heeft geschopt/getrapt tegen het lichaam en/of het hoofd van die [slachtoffer 1] en/of

- (met kracht) heeft gestompt in/tegen het hoofd/gezicht en/of het lichaam van die [slachtoffer 1] , terwijl die [slachtoffer 1] op de grond lag,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

2

hij op of omstreeks 7 juni 2019 te 's-Gravenhage openlijk, te weten op de [adres 3] en/of [adres 4] en/of [adres 5] , in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een

voor het publiek toegankelijjke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , althans één/twee onbekend gebleven perso(o)n(en), door

- die [slachtoffer 1] (meermalen) tegen zijn hoofd en/of lichaam te schoppen/trappen, terwijl die [slachtoffer 1] op de grond lag en/of

- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , althans die één/twee onbekend gebleven perso(o)n(en) in/tegen het gezicht en/of tegen het lichaam te stompen en/of te schoppen/trappen tegen het lichaam en/of

- die [slachtoffer 1] een knietje te geven en/of

- één van die onbekend gebleven personen aan zijn capuchon te trekken.

3. Bewijsoverwegingen 1

3.1

Inleiding

Op 7 juni 2019 omstreeks 01:45 uur kreeg de politie een melding dat gevochten werd door een aantal mannen op de [adres 4] in Den Haag. Op de daar aanwezige toezichtcamera’s van de gemeente was tijdens de melding te zien dat een man voor [club]

op de [adres 4] wankel liep en dat een man om de hoek in de [adres 3] op de grond lag. De man op de grond werd geschopt door drie mannen, die vervolgens wegliepen. Kort daarna werden zij alle drie aangehouden door de politie.2

De drie mannen bleken de verdachte en zijn [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] te zijn.3 De man op de grond werd aangetroffen door de politie en ter plekke behandeld door het personeel van een ambulance.

De man op de grond bleek [slachtoffer 1] te zijn. Hij heeft op 7 juni 2019 aangifte gedaan en verklaarde dat hij omstreeks 1:45 uur het café (de rechtbank begrijpt: [club] op de [adres 4] ) was uitgelopen. Hij werd gevolgd door een aantal mannen.

Die mannen schreeuwden naar hem. Hij riep nog "doe rustig". Vervolgens begonnen die mannen op hem in te slaan. Zij sloegen hem in het gezicht. Hij viel vervolgens op de grond. Toen hij op de grond lag voelde hij nog meer klappen op zijn hoofd. Hij probeerde zich te verdedigen. Dit lukte niet. Hij is vervolgens wakker geworden op een bankje. Toen kwam de politie.4

Aangever [slachtoffer 1] verklaarde de volgende dag dat een woordenwisseling was ontstaan in de rookruimte van de club. Aangever is vervolgens naar buiten gelopen. Daar waren vier of vijf jongens. Eén van hen begon aangever te slaan op het achterhoofd. Toen kwamen de andere jongens naar hem toe en viel hij op de grond. Toen hij daar lag begonnen de jongens hem te schoppen. Aangever probeerde zijn hoofd te beschermen met zijn armen. Aangever weet niet meer wat er is gebeurd, maar wel dat hij door al die jongens is geslagen en geschopt. Aangever verklaarde ook dat hij allemaal bulten op zijn hoofd, nek en rug voelde en dat hij heel veel pijn in zijn rug en pijn in zijn hoofd had. Hij is die ochtend twee keer flauw gevallen.5

Aangever is op 7 juni 2019 onderzocht in het Medisch Centrum Haaglanden, afdeling Westeinde. Uit de geneeskundige verklaring, opgesteld door een arts van de afdeling Spoedeisende hulp, blijkt dat geen zichtbaar letsel werd geconstateerd, maar wel (druk)pijn, duidend op contusies (kneuzingen) aan hoofd, nek en rug. Ook was er een vermoeden van niet uitwendig waarneembaar letsel. Een vervolgafspraak werd niet nodig gevonden, aangever werd pijnstilling geadviseerd. Als (voorlopige) diagnose is genoteerd dat sprake was van hoofdtrauma met bewustzijnsverlies en contusies (kneuzingen) aan twee paravertebralen (nekwervels).6 Op 18 juni 2019 verklaarde aangever dat hij inmiddels redelijk mobiel was, maar erg veel last had van zijn rug en hoofd. Hij was nog niet aan het werk als gevolg van zijn verwondingen.7

De verdachte heeft bekend dat hij, samen met de medeverdachten, die nacht aangever en een ander persoon heeft geslagen tegen het hoofd en tegen het lichaam.8 Hij ontkent dat hij aangever tegen het hoofd heeft geschopt.

De twee andere personen die zijn geslagen en geschopt bleken [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] te zijn.9

De rechtbank moet – gelet op het voorgaande en gezien de tenlastelegging – de vragen beantwoorden of wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte aangever (meermalen) tegen het hoofd heeft geschopt en, zo ja, of dit moet worden gekwalificeerd als een poging tot doodslag in vereniging of als een poging tot zware mishandeling in vereniging.

3.2

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 primair en onder 2 ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van het onder 1 primair ten laste gelegde heeft hij aangevoerd dat de kans aanmerkelijk is dat een persoon die op de grond ligt en meermaals met geschoeide voet tegen het hoofd wordt geschopt, als gevolg van dit geweld zal overlijden. Door heftig, veelvuldig en gericht tegen het hoofd van aangever te trappen heeft de verdachte die kans bewust aanvaard. Daarom moet het handelen van de verdachte worden gekwalificeerd als een poging tot doodslag in vereniging.

3.3

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft zich ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde op het standpunt gesteld dat van een poging doodslag geen sprake is. Allereerst kan niet worden bewezen dat aangever meermalen met kracht tegen zijn hoofd is geschopt terwijl hij op de grond lag. Daarnaast stelt de verdediging dat de verdachte geen (voorwaardelijk) opzet had op de dood van aangever. De rechtbank zal de stellingen van de verdediging – voor zover relevant – hierna bespreken. Ten aanzien van feit 2 heeft de verdediging gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken van het plegen van openlijk geweld tegen ‘ [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , althans één/twee onbekend gebleven perso(o)n(en)’, omdat de verdachte slechts tegen één ander persoon dan aangever [slachtoffer 1] geweld heeft gebruikt en niet duidelijk is geworden wie die persoon was, terwijl zij evenmin onbekend zijn gebleven.

3.4

De beoordeling van de tenlastelegging

Feit 1

Is aangever tegen het hoofd geschopt?

De politie heeft de beelden bekeken van de toezichtcamera’s waarop de incidenten van die avond zijn te zien. De beschrijving van de beelden luidt – voor zover hier van belang – als volgt. In de beschrijving wordt aangever [slachtoffer 1] aangeduid met ‘slachtoffer 1’ en worden de verdachte en zijn medeverdachten bij hun eigen naam genoemd.

Camera 8136 - [adres 4]

1:37:28 – (…) [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] lopen richting de [adres 3] . [medeverdachte 2] rent vervolgens terug naar slachtoffer 1. Slachtoffer 1 is gaan zitten op de grond. [medeverdachte 2] rent naar slachtoffer 1 toe en trapt slachtoffer 1 tegen het hoofd met zijn rechter been. [medeverdachte 2] trapt nog een keer, terwijl slachtoffer 1 op de grond ligt. [medeverdachte 2] stompt slachtoffer 1 tweemaal terwijl slachtoffer 1 op de grond ligt. [medeverdachte 2] trapt twee keer tegen slachtoffer 1, ter hoogte van het hoofd van slachtoffer 1. (…)10

Camera 8138 - [adres 3]

(…)

1:41:59 - Ik zie dat slachtoffer 1 vanaf de [adres 4] de [adres 3] inloopt.

1:42:00 - Ik zie dat [medeverdachte 2] weer in beeld verschijnt vanaf de [adres 5] in de richting van de [adres 4] . (…) Ik zie dat [medeverdachte 2] in de richting van slachtoffer 1 rent. (…) Ik zie dat [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 2] toe gerend komt. (…) Ik zie dat [verdachte] zich bij [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] heeft gevoegd. (…) Ik zie dat [medeverdachte 2] slachtoffer 1 ongeveer een meter in de lucht tilt. Ik zie dat [medeverdachte 2] met kracht slachtoffer 1 op de grond gooit. Ik zie dat slachtoffer 1 met zijn rug op de grond...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT