Uitspraak Nº 09/81709719. Rechtbank Den Haag, 2019-09-19

ECLIECLI:NL:RBDHA:2019:9916
Docket Number09/81709719
Date19 Septiembre 2019
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
Rechtbank DEN HAAG

Meervoudige kamer jeugdstrafzaken

Parketnummer 09/817097-19

Datum uitspraak: 19 september 2019

Tegenspraak

De rechtbank Den Haag heeft dit vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2004,

[adres] .

1 Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is op de zitting van 27 juni 2019 en 5 september 2019 behandeld.

De officier van justitie is mr. J.A. Buitenhuis en de raadsman van de verdachte is

mr. H. Weisfelt.

2 De tenlastelegging

De verdachte wordt verweten dat hij op 10 april 2019 heeft geprobeerd [naam 1] opzettelijk van het leven te beroven of hem zwaar lichamelijk letsel toe te brengen door met een mes in de buik en/of borst van die [naam 1] te steken (feit 1 primair en subsidiair).

Op diezelfde dag is ook [naam 2] gewond geraakt. De verdachte wordt verweten dat hij ook heeft geprobeerd [naam 2] opzettelijk van het leven te beroven of hem zwaar lichamelijk letsel toe te brengen of hem te hebben mishandeld door met een mes in de buik en/of heup van die [naam 2] te steken (feit 2 primair, subsidiair en meer subsidiair).

De volledige tekst van de - gewijzigde - tenlastelegging is opgenomen in bijlage I van dit vonnis en maakt daarvan deel uit.

3 Standpunten en beoordeling
3.1

Inleiding

Op woensdag 10 april 2019 omstreeks 15.30 uur, heeft er een steekpartij plaats gevonden in het Kruisvaarderspark te Rijswijk. Twee leerlingen van het [school] hadden ruzie en waren aan het vechten. Een van de twee jongens, de verdachte, pakte een mes, maakte hiermee zwaaiende bewegingen en raakte de andere jongen, [naam 1] met het mes in de borst. Een omstander die probeerde te voorkomen dat iemand door het mes zou worden verwond, te weten [naam 2] , raakte zelf ook gewond door het mes.

De vraag die thans voorligt is hoe het handelen van de verdachte telkens dient te worden gekwalificeerd.

3.2

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft, overeenkomstig zijn op schrift gestelde requisitoir, geëist dat

de verdachte wordt vrijgesproken van feit 2 primair en dat de feiten 1 primair en 2 subsidiair bewezen kunnen worden verklaard.

Door het steken in de borst van [naam 1] heeft de verdachte, aldus de officier van justitie, de aanmerkelijke kans aanvaard dat hij vitale onderdelen van het lichaam zou raken en dat aangever daardoor zou kunnen komen te overlijden. Dit is, aldus de officier van justitie, anders bij het steken van [naam 2] Door het zwaaien met het mes heeft de verdachte, in de zin van voorwaardelijk opzet, het risico voor lief genomen dat hij [naam 2] zwaar lichamelijk letsel zou kunnen toebrengen.

3.3

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft vrijspraak bepleit van feit 1 primair alsook van feit 2 primair, subsidiair en meer subsidiair.

De raadsman heeft ten aanzien van feit 1 subsidiair aangegeven dat dit feit wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, nu de verdachte door het maken van een horizontale zwaaibeweging met een mes welbewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat [naam 1] zwaar lichamelijk letsel zou kunnen oplopen, echter niet dat hij zou kunnen komen te overlijden. Dat heeft de verdachte zich nooit gerealiseerd.

Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsman gesteld dat de verdachte niet heeft doorgehad dat [naam 2] zich met de vechtpartij ging bemoeien en er tussen stapte. Het is nooit de bedoeling geweest dat de verdachte [naam 2] zou raken en de verdachte heeft dit ook niet zien aankomen. Zijn handeling is niet bewust zo gegaan. Onder die omstandigheden kan men niet concluderen, dat sprake zou zijn geweest van het welbewust de aanmerkelijke kans aanvaarden dat je iemand zal verwonden dan wel dat deze zou kunnen komen te overlijden, aldus de raadsman.

3.4

De beoordeling van de tenlastelegging 1

[naam 1] heeft verklaard dat hij op 10 april 2019 op school, te weten het [school] te Rijswijk, iets te eten wilde kopen bij een kraampje. Op school was op dat moment een cultureel festival aan de gang in verband met het 60-jarig bestaan van de school. Achter het kraampje stond een jongen die, voor het gevoel van [naam 1] , iets te lang naar hem bleef kijken. Hierop maakte [naam 1] een opmerking, waarop de jongen achter de kraam, zijnde de verdachte, zei dat hij [naam 1] na schooltijd in het bos zou zien. Toen [naam 1] rond 15.45 uur via het Kruisvaarderspark naar huis wilde gaan, werd hij aldaar opgewacht door de verdachte en een 20-tal andere jongeren. Er ontstond een gevecht tussen [naam 1] en de verdachte, maar zij werden gestoord door een docent die naar hen schreeuwde. Nadat de docent weg was gegaan, ging het gevecht verderop in het park verder. Toen [naam 1] de verdachte in een houdgreep had en hem een paar klappen had gegeven, stond hij op en wilde hij weggaan. Hij hoorde vervolgens achter zich voetstappen rennend op hem afkomen. Toen hij zich omdraaide voelde hij een heel raar gevoel met ademhalen. [naam 1] deed zijn vest uit, zag veel bloed, deed zijn t-shirt uit en zag een gat. Hij raakte hierop in paniek. Vervolgens werd er eerste hulp aan hem verleend door twee meisjes. Zij drukten de wond dicht.2

Meerdere politieambtenaren kwamen snel ter plaatse en troffen [naam 1] aan met een verticale wond van ongeveer 5 centimeter, op de rechterzijde van zijn ribbenkast, rechts onder zijn hart. Ze verleenden eerste hulp en er werd een chest-seal op de wond bevestigd. Vervolgens is de medische zorg door de ambulance verpleegkundigen overgenomen en [naam 1] met spoed naar het ziekenhuis vervoerd, alwaar hij is geopereerd en opgenomen op de afdeling Intensive Care. [naam 1] was erg angstig en vroeg aan de politieambtenaren of hij dood zou gaan.3

Blijkens de medische informatie was er sprake van een steekwond aan de voorzijde van de thorax en is [naam 1] geopereerd waarbij longletsel, een diafragma ruptuur en een arteriële bloeding zijn verzorgd. De geschatte genezingsduur is 1 tot 3 maanden.4

Terwijl de politieambtenaren eerste hulp verleenden aan [naam 1] , meldde zich een tweede slachtoffer. Deze jongen, [naam 2] , vertelde in zijn zij te zijn gestoken, net boven zijn heup.5 [naam 2] heeft verklaard dat hij op 10 april 2019 omstreeks 15.30 uur in het Kruisvaarderspark te Rijswijk was en dat hij een groep jongens zag. Hij was nieuwsgierig en ging kijken wat er gebeurde. Hij zag dat twee jongens aan het vechten waren. Hij herkende de jongens, omdat die bij hem op school zitten. Het gevecht stopte toen een docent iets riep. Vervolgens ging hij verder het park in. Hij zag dat een stukje verderop de twee jongens weer met elkaar op de vuist gingen. Hij zag dat een van de twee vervolgens iets probeerde uit zijn jas te halen en zag dat omstanders probeerden te voorkomen dat hij iets pakte.

Hij zag dat de verdachte een klapmes, geel of oranjekleurig, had gepakt, hiermee zwaaiende bewegingen maakte terwijl hij naar de andere jongen, [naam 1] ), liep. Hierdoor schoot het lemmet tevoorschijn. Hij zag dat de verdachte vervolgens het mes naast zijn been hield terwijl hij op [naam 1] afliep.

[naam 2] zag dat de verdachte [naam 1] stak met het mes in een zijwaartse beweging van rechts naar links, waarbij de verdachte het mes in zijn rechtervuist vasthield, met de duimzijde naar links en het lemmet ook.

[naam 2] trok de verdachte aan zijn linker kraag en probeerde hem weg te trekken bij [naam 1] . De verdachte zwaaide met het mes naar [naam 2] en deze werd geraakt door het mes. Hij voelde direct pijn, voelde aan zijn rechterheup en zag bloed op zijn handen.

Het mes was door de jas, trui en het shirt van [naam 2] heen gegaan. Het betrof een snee van ongeveer 3 centimeter.6

Blijkens de medische informatie was er sprake van een snijverwonding, die is gehecht met één 4.0 hechting, die na 10 dagen door de huisarts verwijderd mag worden.7

Op 27 april 2019 heeft een verbalisant [naam 1] thuis bezocht. [naam 1] vertelde dat hij zes dagen in het ziekenhuis had gelegen, dat hij een groot litteken heeft, dat hij alles weer kan, maar rustig aan moet doen met boksen en fitness en dat hij erg boos is op de verdachte. [naam 1] is angstig om weer naar school te gaan omdat hij bang is de verdachte tegen te komen.8

Op 27 april 2019 is ook [naam 2] thuis door de verbalisant bezocht. [naam 2] en zijn moeder vertelden dat de wond goed was gedicht. Er resteert een klein litteken. Wel vertoont [naam 2] angstig gedrag, hij is minder buiten dan voor het gebeurde en mijdt groepen.9

Diverse getuigen hebben een verklaring afgelegd. De rechtbank heeft alle verklaringen meegewogen, maar acht de verklaringen van [naam 3] , [naam 4] en [naam 5] het meest redengevend.

[naam 3] heeft verklaard dat [naam 1] op school ruzie kreeg met een andere jongen en dat er was afgesproken om elkaar na schooltijd te treffen in het bos, zijnde het Kruisvaarderspark. Na schooltijd, om 15.30 uur, liep [naam 3] samen met [naam 1] en [naam 6] richting het park om naar huis te gaan. Zij kwamen een grote groep jongens tegen. [naam 1] en de jongen waar hij eerder die dag al ruzie mee had, gingen vechten. Nadat een docent had geroepen dat de jongens uit elkaar moesten, liepen de jongens verder het park in en vochten zij verder.

[naam 3] trok [naam 1] van de andere jongen af en zij wilden weggaan. Op dat moment zag [naam 3] dat de andere jongen op [naam 1] afrende en iets deed. Daarna zag hij alleen maar bloed op het shirt van [naam 1] . Hij zag dat de jongen een bebloed mes vasthield en dat de jongen wegrende. Hij riep meteen tegen [naam 6] dat hij een ambulance moest bellen. Twee meisjes verleenden eerste hulp bij [naam 1] . Hij zag dat [naam 2] ook gewond was aan zijn heup.10

[naam 4] heeft verklaard dat hij heeft gezien dat [naam 1] en [verdachte] , de verdachte, elkaar...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT