Uitspraak Nº 09/857046-17. Rechtbank Den Haag, 2019-09-23

ECLIECLI:NL:RBDHA:2019:9985
Date23 Septiembre 2019
Docket Number09/857046-17
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht

Meervoudige strafkamer

Parketnummer: 09/857046-17

Datum uitspraak: 23 september 2019

Tegenspraak

(Promisvonnis)

De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] te ‘s-Gravenhage,

BRP-adres: [adres]

1 Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 9 september 2019.

De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M.S. Warnaar en van hetgeen door de verdachte en haar raadsman mr. F. Akachar naar voren is gebracht.

2 De tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:

1.


zij op of omstreeks 26 oktober 2016 te 's-Gravenhage en/of elders in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk een persoon
[slachtoffer] ( [geboortedatum slachtoffer] ) van het leven te beroven, opzettelijk die [slachtoffer] heeft vastgepakt en (met kracht) heen en weer heeft geschud en/of op die [slachtoffer] enig ander geweld heeft uitgeoefend, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

zij op of omstreeks 26 oktober 2016 te 's-Gravenhage en/of elders in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan haar dochter [slachtoffer] ( [geboortedatum slachtoffer] ) opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, opzettelijk die [slachtoffer] heeft vastgepakt en (met kracht) heen en weer heeft geschud en/of op die [slachtoffer] enig ander geweld heeft uitgeoefend, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

meer subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

zij op of omstreeks 26 oktober 2016 te 's-Gravenhage en/of elders in Nederland haar dochter [slachtoffer] ( [geboortedatum slachtoffer] ) heeft mishandeld door die [slachtoffer] vast te pakken en (met kracht) heen en weer te schudden en/of enig ander geweld op haar uit te oefenen;

2.

zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 9 december 2016 tot en met 10 december 2016 te Leidschendam-Voorburg en/of elders in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk een persoon [slachtoffer] ( [geboortedatum slachtoffer] ) van het leven te beroven, opzettelijk die [slachtoffer] heeft vastgepakt en (met kracht) heen en weer heeft geschud en/of op die [slachtoffer] enige ander geweld heeft uitgeoefend, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 09 december 2016 tot en met 10 december 2016 te Leidschendam-Voorburg en/of elders in Nederland aan haar dochter [slachtoffer] ( [geboortedatum slachtoffer] ) opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een bloeding in de hersenen en/of vochtophoping in de hersenen, heeft toegebracht door die [slachtoffer] vast te pakken en (met kracht) heen en weer te schudden en/of enig ander geweld op haar uit te oefenen;

meer subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 9 december 2016 tot en met 10 december 2016 te Leidschendam-Voorburg en/of elders in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan haar dochter [slachtoffer] ( [geboortedatum slachtoffer] ) opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, opzettelijk die [slachtoffer] heeft vastgepakt en (met kracht) heen en weer heeft geschud en/of op die [slachtoffer] enig ander geweld heeft uitgeoefend, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

meest subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 9 december 2016 tot en met 10 december 2016 te Leidschendam-Voorburg en/of elders in Nederland opzettelijk haar dochter [slachtoffer] ( [geboortedatum slachtoffer] ) heeft vastgepakt en (met kracht) heen en weer heeft geschud en/of enig andere geweld op die [slachtoffer] heeft uitgeoefend tengevolge waarvan deze zwaar lichamelijk letsel (een bloeding in de hersenen en/of vochtophoping in de hersenen), althans enig lichamelijk letsel, heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.

3 Bewijsoverwegingen
3.1

Inleiding

De verdachte wordt met betrekking tot het onder 1 tenlastegelegde verweten dat zij omstreeks 26 oktober 2016 in Den Haag haar destijds 16 weken oude dochtertje genaamd [slachtoffer] zou hebben mishandeld, onder meer door haar krachtig heen en weer te schudden. De verdachte wordt met betrekking tot het onder 2 tenlastegelegde verweten dat zij omstreeks 9 en 10 december 2016 in Voorburg haar inmiddels vijf maanden oude dochtertje [slachtoffer] op soortgelijke wijze als op 26 oktober 2016 zou hebben mishandeld, welke mishandeling een bloeding en vochtophoping in de hersenen van [slachtoffer] tot gevolg heeft gehad.

Ter terechtzitting heeft de verdachte het onder 1 tenlastegelegde in zoverre bekend dat zij op 26 oktober 2016 haar dochter van destijds 16 weken oud één keer heeft geschud toen zij bij haar schoonmoeder in Den Haag woonde. De verdachte heeft daarover verklaard dat zij dit niet bewust heeft gedaan en dat zij destijds niet wist welke gevolgen het schudden zou kunnen hebben. Ten aanzien van het onder feit 2 tenlastegelegde heeft de verdachte verklaard dat zij zich niet kan herinneren of zij haar dochter op 9 en/of 10 december 2016 heen en weer heeft geschud dan wel ander geweld op haar heeft uitgeoefend.

3.2

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde.

3.3

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft zich namens de verdachte op het standpunt gesteld dat zij van het onder 1 primair, 1 subsidiair en 1 meer subsidiair tenlastegelegde moet worden vrijgesproken. Daartoe is aangevoerd dat de verdachte tijdens het schudden van haar dochter op 26 oktober 2016 vanwege haar zwakbegaafdheid geen wetenschap had dat [slachtoffer] daarvan zwaar lichamelijk letsel zou kunnen oplopen of als gevolg daarvan zou kunnen overlijden.
Aldus heeft zij geen opzet gehad op de dood van [slachtoffer] dan wel op het toebrengen van (zwaar) lichamelijk letsel bij [slachtoffer] . Ook van het onder 2 tenlastegelegde dient de verdachte te worden vrijgesproken, aldus de raadsman namens de verdachte.

3.4

De beoordeling van de tenlastelegging1

De rechtbank dient de vraag te beantwoorden of de onder 1 en 2 tenlastegelegde gedragingen wettig en overtuigend bewezen kunnen worden en, indien dat het geval is, de vraag of deze gedragingen als poging tot doodslag dan wel als (poging tot) zware mishandeling dan wel als mishandeling (met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg) kunnen worden gekwalificeerd.


De...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT