Uitspraak Nº 10/750005-15. Rechtbank Rotterdam, 2018-04-19

ECLIECLI:NL:RBROT:2018:8661
Date19 Abril 2018
Docket Number10/750005-15
Rechtbank Rotterdam

Team straf 1

Parketnummer: 10/750005-15

Datum uitspraak: 19 april 2018

Tegenspraak

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[naam verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,

ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [woonplaats verdachte] , [adres verdachte] ,

verblijvende op het adres [verblijfplaats verdachte] , [verblijfadres verdachte] ,

raadsman mr. S.C. van Paridon, advocaat te Rotterdam.

1 Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 5 april 2018.

2 Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3 Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. P. Gruppelaar heeft gevorderd:

  • -

    bewezenverklaring van het primair tenlastegelegde;

  • -

    veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 dagen met aftrek van voorarrest, alsmede een taakstraf van 120 uren, te vervangen door 60 dagen hechtenis.

4 Waardering van het bewijs

Standpunt officier van justitie

Aangevoerd is dat de verdachte zich, samen met haar medeverdachte, schuldig heeft gemaakt aan diefstal door, gebruik makend van een omissie in het systeem van de [naam bank] , goederen te kopen en het saldo van debetcards op te hogen via diverse [naam bank] -bankrekeningen, terwijl zij wist dat er onvoldoende saldo op die rekeningen stond en er evenmin een gevulde spaarrekening tegenover stond, zoals dat in de voorwaarden van de [naam bank] is omschreven. Aldus hebben de verdachte en haar medeverdachte zich geld toegeëigend dat niet van hen was.

Standpunt van de verdediging

De verdachte dient te worden vrijgesproken van het aan haar primair als diefstal en subsidiair als oplichting tenlastegelegde feit.

De gedragingen van de verdachte kunnen niet worden gekwalificeerd als diefstal omdat niet is voldaan aan het bestanddelen wegnemen en oogmerk in artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr). Evenmin is voldaan aan het bestanddeel ‘bewegen tot’ van artikel 326 Sr en verder kan niet worden gesproken van een middel waarmee het verweten bedrog werd gepleegd. Bovendien waren de gedragingen van de verdachte niet geschikt om [naam bank] te bedriegen.

Beoordeling

De volgende feiten en omstandigheden kunnen op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen als vaststaand worden aangemerkt. Deze feiten hebben op de terechtzitting niet ter discussie gestaan en kunnen zonder nadere motivering dienen als vertrekpunt voor de beoordeling van de bewijsvraag.

De verdachte woonde ten tijde van het tenlastegelegde samen met de medeverdachte aan de [adres verdachte] te Rotterdam. Op 21 november 2014, opende de medeverdachte een internetbankrekening bij [naam bank] en stortte een bedrag van vijf euro op die rekening. Op 10 december 2014 verrichtte de medeverdachte om 00.42 uur via voornoemde rekening een transactie via iDEAL online ten bedrage van tien euro. Hoewel het tegensaldo op de rekening van de medeverdachte ontoereikend was werd, door een systeemfout in het elektronische betalingssysteem van [naam bank] in de nachtelijke uren, deze transactie toch geaccordeerd. Toen de medeverdachte ermee bekend werd dat er in de nachtelijke uren sprake was van een fout in het betalingssysteem van de bank, waardoor hij iDEAL-betalingen kon verrichten zonder dat er voldoende tegensaldo op zijn bankrekening stond en de verrichtte transacties niet van zijn [naam bank] -bankrekening werden afgeboekt, ging hij bewust op deze wijze verder. Hij opende nog twee [naam bank] -bankrekeningen en deed via iDEAL vele betalingstransacties zonder dat hij beschikte over tegensaldo op zijn bankrekeningen. Nadat hij deze gang van zaken aan de verdachte had uitgelegd, heeft ook de verdachte twee [naam bank] -bankrekeningen geopend. Via deze bankrekeningen zijn ook door haar in de nachtelijke uren vele iDEAL-transacties verricht, zonder dat sprake was van toereikend tegensaldo.

Op deze wijze hebben de verdachte en haar medeverdachte in een periode van nog geen twee maanden een grote hoeveelheid iDEAL-transacties verricht tot een bedrag van totaal

€ 931.791,90. Zij hebben onder meer bestellingen geplaatst bij webwinkels en er zijn transacties uitgevoerd ter zake betalingen aan telefoonmaatschappijen, money transfers en incassobetalingen. Overboeking bleef echter uit, omdat de iDEAL-transacties weliswaar geaccordeerd waren, maar wegens het ontbreken van tegensaldo op de bankrekeningen geen geld werd overgeboekt. De begunstigde partijen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT