Uitspraak Nº 10/996611-20. Rechtbank Rotterdam, 2022-10-31

ECLIECLI:NL:RBROT:2022:9342
Date31 Octubre 2022
Docket Number10/996611-20
Rechtbank Rotterdam

Team straf 1

Parketnummer: 10/996611-20

Datum uitspraak: 31 oktober 2022

Tegenspraak

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[verdachte01] ,

geboren op [geboortedatum01] te [geboorteplaats01] ,

ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres

[adres01] , [postcode01] [plaats01] ,

raadsman mr. S.L.J. Janssen, advocaat te Rotterdam.

1 Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 17 oktober 2022.

2 Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de vordering nadere omschrijving tenlastelegging, waarbij de oorspronkelijke opgave van de feiten als bedoeld in artikel 261, derde lid van het Wetboek van Strafvordering op vordering van de officieren van justitie is gewijzigd. De tekst van de nader omschreven tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3 Eis officier van justitie

De officieren van justitie mrs. A.M. Dingley en M.D. Hes hebben gevorderd:

  • -

    bewezenverklaring van het ten laste gelegde;

  • -

    veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van voorarrest;

  • -

    verbeurdverklaring van de in beslag genomen geldbedragen van € 154.532,16 en € 77.740,-.

4 Vrijspraak feit 1

De verdachte wordt allereerst verweten dat hij twee contante geldbedragen heeft witgewassen van € 77.740,- en € 154.532,16,-.

Een vermoeden van witwassen

Het voorhanden hebben in een woning van grote contante geldbedragen is ongebruikelijk en brengt risico’s met zich mee. Het contante geldbedrag dat is aangetroffen in het pand aan de [adres02] te Zoetermeer, waar de verdachte gebruik van maakte, zat bovendien verstopt in de schouw van de elektrische kachel, in een zak samen met een vuurwapen en daarbij passende munitie, terwijl in dat pand ook een ruim anderhalve kilo hennep is aangetroffen. De beide aangetroffen geldbedragen kunnen ook niet eenvoudig worden verklaard door de bij de belastingdienst bekende gegevens betreffende het inkomen en vermogen van de verdachte. Ten aanzien van beide bedragen is, mede gelet op voornoemde omstandigheden, sprake van een vermoeden van witwassen.

Een niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke en verifieerbare verklaring van de verdachte

t.a.v. het geldbedrag van € 77.740,-

De verdachte heeft tegenover het witwasvermoeden gesteld dat het geldbedrag van € 77.740,- afkomstig is uit de periode dat hij de onderneming [naam onderneming01] dreef. Het betreft volgens de verdachte contante omzet. Het geconstateerde verschil tussen de contante stortingen en het aangetroffen geldbedrag en de door de FIOD veronderstelde omzet, is volgens de verdachte verklaarbaar vanuit een tweede, niet in het onderzoek van de FIOD meegenomen, analoog kassasysteem. Deze verklaring van de verdachte is niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk en is bovendien ook verifieerbaar.

t.a.v. het geldbedrag van € 154.532,16

De verdachte heeft tegenover het witwasvermoeden gesteld dat het geldbedrag van
€ 154.532,16 contante omzet betrof afkomstig van de coffeeshop waar hij als bedrijfsleider werkzaam was. Het geldbedrag was bestemd voor inkoop van drugs ten behoeve van de coffeeshop. De verdachte heeft deze verklaring weliswaar pas ter zitting afgelegd, maar mede gelet op de omstandigheden waaronder het geldbedrag is aangetroffen, de observaties die bij het pand zijn verricht, de bij de belastingdienst geregistreerde looninkomsten van de verdachte van [naam coffeeshop01] , en de met coffeeshops samenhangende achterdeurproblematiek, is deze verklaring niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk en bovendien verifieerbaar.

Verificatie door het openbaar ministerie onvoldoende

t.a.v. de € 77.740,-

Het openbaar ministerie heeft nader onderzoek gedaan naar aanleiding van de verklaring van de verdachte. Op grond van de resultaten van dat onderzoek zoals opgenomen in het dossier kan echter niet worden geconcludeerd dat daarmee de verklaring van de verdachte is weerlegd. De contante geldstroom via het analoge kassasysteem is daarin niet meegenomen. De door de verdachte gestelde contante geldstroom via het analoge kassasysteem vindt bevestiging in de verklaring van de boekhouder van de verdachte en een door de verdachte overgelegd rapport van fiscaal adviseur [naam01] van 4 oktober 2022. Blijkens dit rapport, gebaseerd op de beschikbare administratie, komen de gerealiseerde jaaromzetten van beide kassasystemen gezamenlijk vrijwel overeen met de aangiften omzetbelasting over de desbetreffende belastingjaren. Er kan dan ook niet worden vastgesteld dat het niet anders kan zijn dan dat het in de woning van de verdachte aangetroffen geldbedrag van € 77.740,- afkomstig is van enig misdrijf.

t.a.v. de € 154.235,16

Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat de verklaring van de verdachte, bij gebrek aan nader onderzoek naar de juistheid van deze verklaring, niet als ongeloofwaardig terzijde kan worden geschoven. Het dossier bevat derhalve onvoldoende aanknopingspunten om buiten gerede twijfel vast te kunnen stellen dat het geldbedrag van

€ 154.235,16 afkomstig is uit enig misdrijf.

Conclusie

De rechtbank spreekt de verdachte vrij van het onder 1 ten laste gelegde feit.

5 Waardering van het bewijs

Bewezenverklaring zonder nadere motivering

Het onder 2 tot en met 6 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT