Uitspraak Nº 126374. Rechtbank Noord-Nederland, 2020-04-15

ECLIECLI:NL:RBNNE:2020:1655
Date15 Abril 2020
Docket Number126374
CourtRechtbank Noord-Nederland (Neederland)

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht

Locatie Assen

zaaknummer / rolnummer: C/19/126374 / HA ZA 19-64

Vonnis van 15 april 2020

in de zaak van

1. naamloze vennootschap

KLAVERBLAD SCHADEVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ N.V.,

gevestigd te Zoetermeer,

2. de naamloze vennootschap

GOUDSE SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,

gevestigd te Gouda,

eiseressen,

advocaat mr. T. Havekes te Voorburg,

tegen

1 [gedaagde 1.] ,

wonende te [woonplaats] ,

gedaagde,

advocaat mr. A. Kilinç te Amsterdam,

en

2 [gedaagde 2.] ,

wonende te [woonplaats] ,

gedaagde,

advocaat mr. R.H. Bouwman te Amsterdam.

Partijen zullen hierna Klaverblad en Goudse en [gedaagde 1.] en [gedaagde 2.] genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het tussenvonnis van 19 juni 2019,

  • -

    het proces-verbaal van comparitie gehouden op 4 december 2019, en de stukken die ten behoeve van de comparitie door Klaverblad en Goudse zijn ingediend,

  • -

    de brief van Klaverblad en Goudse met opmerkingen over het proces-verbaal.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

[gedaagde 1.] en [gedaagde 2.] zijn rond 1984 vier jaar met elkaar getrouwd geweest en hebben samen twee dochters, [dochter X.] en [dochter Y.] . [dochter X.] heeft een zoon die [zoon van dochter X.] heet en heeft een relatie gehad met [vriendin van zoon van dochter X.] . Na de scheiding hebben [gedaagde 1.] en [gedaagde 2.] het contact met elkaar onderhouden.

2.2.

Klaverblad en Goudse zijn verzekeringsmaatschappijen. [gedaagde 1.] heeft in het verleden een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP) afgesloten bij Klaverblad. In artikel 16 van de polisvoorwaarden staat dat bij verzekeringsfraude geen recht bestaat op uitkering. Er is onder meer verzekeringsfraude als er wordt gelogen bij de aanvraag of claim of een onjuiste verklaring wordt afgelegd. [dochter X.] heeft een AVP afgesloten bij Goudse.

2.3.

Aan [gedaagde 2.] is door Interpolis Schade N.V. een vergoeding toegekend voor schade in verband met een ongeval met een auto op 18 mei 2013, waarbij [gedaagde 2.] en [vriendin van zoon van dochter X.] betrokken waren. Het bedrag is betaald op een bankrekeningnummer die op naam staat van [dochter Y.] en waarvan [gedaagde 1.] de gemachtigde is.

2.4.

Aan [gedaagde 1.] is door Unigarant, de WA verzekeraar van [gedaagde 2.] , een schadevergoeding toegekend voor een ongeval met een bromfiets op 10 oktober 2013. Dit bedrag is ook betaald op eerder genoemde bankrekening van [dochter Y.] .

2.5.

Begin 2015 heeft [gedaagde 1.] een beroep gedaan op haar AVP bij Klaverblad. Zij heeft gemeld dat op 12 januari 2015 in [plaats] een ongeval heeft plaatsgevonden waarbij haar hond tijdens het wandelen tegen het voorwiel van een achterop komende fietser is gesprongen waardoor de fietser viel. Op het aangifteformulier van 19 januari 2015 heeft zij bij de naam van de benadeelde ingevuld: "De heer [gedaagde 2.] " en bij de vraag: "In welke relatie staat diegene tot u of de veroorzaker?", "Geen". [gedaagde 2.] heeft op verzoek van Klaverblad het aangifteformulier aangevuld. Er hebben meerdere gesprekken plaatsgevonden tussen de schaderegelaar en arbeidsdeskundige van Klaverblad enerzijds en [gedaagde 2.] anderzijds. Bij de gesprekken was een mevrouw aanwezig die bij Klaverblad is geïntroduceerd als mevrouw [J.] . In december 2016 hebben [gedaagde 2.] en Klaverblad een vaststellingsovereenkomst gesloten. Klaverblad heeft aan [gedaagde 2.] in totaal € 56.936,51 aan schadevergoeding betaald. Het merendeel van dit bedrag is op verzoek van [gedaagde 2.] gestort op eerdergenoemde bankrekening die op naam staat van [dochter Y.] . Onder meer is een vergoeding uitgekeerd voor het aanpassen van de woning (nieuwe vloerbedekking en het aanbrengen van beugels/handgrepen) en voor schade aan de scootmobiel.

2.6.

[gedaagde 2.] heeft bij Goudse een letselschadeclaim ingediend. Gemeld is dat [gedaagde 2.] op 28 februari 2017 op de fiets omver is gereden door [zoon van dochter X.] , die hij naar school bracht en die op zijn eigen fiets is gaan slingeren waardoor [gedaagde 2.] ten val is gekomen. [gedaagde 2.] heeft gemeld dat hij letselschade en schade aan onder meer een fiets en een horloge heeft geleden. Andere schadeposten die hij heeft geclaimd zijn kosten voor de honden uitlaatservice, huishoudelijke hulp, een tuinman, vervangend vervoer en voorzieningen in de nieuwe woning. Op 26 september 2017 heeft de schaderegelaar van Goudse, de heer [M.] (hierna; [M.] ) een bespreking gehad met [gedaagde 2.] . Op verzoek van [gedaagde 1.] heeft het bezoek plaatsgevonden in het huis van [dochter X.] . [gedaagde 1.] was daarbij aanwezig. In het bezoekrapport dat [M.] na de bespreking heeft opgesteld staat onder andere:

" Eerdere ongevallen :

Datum: Ja, vijf jaar geleden gevallen met de fiets

Letsel: Ja, linker oor problemen
Aansprakelijkheid: n.v.t. want eigenaar hond die tegen de fiets liep was niet bekend

zo deelt meneer mij mee

Uitkering: n.v.t. want aansprakelijke wederpartij was niet bekend zo deelt meneer mij mee.

(…)
Gezondheid voor ongeval:

(…) Door ongeval met fiets waar een hond tegen aan liep heeft meneer problemen met zijn linker oor. Met betrekking tot dat ongeval is de eigenaar van de hond niet bekend geworden. Er is daardoor ook geen letselvergoeding geweest."

Goudse heeft aan [gedaagde 2.] een voorschot betaald voor zijn schade van (in totaal) € 2.500,00.

2.7.

Op 6 oktober 2017 ontving het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit (CBV) per email een anonieme tip waarin melding wordt gemaakt van verzekeringsfraude door [gedaagde 2.] . Naar aanleiding van deze tip is door diverse verzekeraars, waaronder Klaverblad en Goudse, onderzoek gedaan naar het claimgedrag van [gedaagde 1.] en [gedaagde 2.] .

2.8.

Op 26 januari 2018 heeft het door Goudse ingeschakelde particulier recherchebureau [W.] Onderzoeks- en Adviesbureau (hierna: [W.] ) een interview gehouden met [dochter X.] . Bij brief van 20 februari 2018 heeft Goudse de schadeclaim afgewezen en de schaderegeling stopgezet.

2.9.

Op 27 juni 2018 heeft [W.] een interview gehouden met [gedaagde 1.] en [gedaagde 2.] . Op 16 oktober 2018 heeft [W.] een interview gehouden met [dochter X.] en [vriendin van zoon van dochter X.] . Op 16 januari 2019 is een onderzoeksrapport opgesteld door de Afdeling Speciale Zaken van Goudse.

2.10.

Bij...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT