Uitspraak Nº 13/01923. Hoge Raad, 2015-10-27

ECLIECLI:NL:HR:2015:3169
Docket Number13/01923
Date27 Octubre 2015

27 oktober 2015

Strafkamer

nr. S 13/01923

ABO/IC

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 8 maart 2013, nummer 21/003146-10, in de strafzaak tegen:

[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969.

1 Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. L. de Leon, advocaat te Utrecht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, maar uitsluitend wat betreft de opgelegde straf, tot vermindering daarvan en tot verwerping van het beroep voor het overige.

2 Bewezenverklaring, bewijsvoering en kwalificatie
2.1.

Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:

"1: hij in de periode van 01 mei 2005 tot en met 4 december 2007 te Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander, (telkens) opzettelijk, heeft geteeld en opzettelijk aanwezig heeft gehad in een pand aan de [a-straat 1] te Utrecht een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 15,74 kilogram hennep en ongeveer 704 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;

3: hij op tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 mei 2005 tot en met 4 december 2007, te Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander, (telkens) geldbedragen voorhanden heeft gehad, terwijl hij en/of zijn mededader wist(en) dat dat geld - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf."

2.2.

Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:

"Ten aanzien van feit 1

1. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal (als bijlage op pagina's 3 tot en met 20 van het proces-verbaal) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als relaas van verbalisanten:

Aanleiding onderzoek:

Bij de Regionale Criminele Inlichtingen Eenheid van de Politie Utrecht is in de maand november 2007 via een informant de navolgende informatie binnen gekomen:

"Een Nederlandse man van ongeveer 37 jaar die [verdachte] heet en met zijn vrouw en zoontje in de buurt van poppodium Ekko woont, heeft in zijn woning een hennepplantage".

Uit onderzoek in het Bedrijfs Processen Systeem (B.P.S.) van de Politie Utrecht en H.K.S. blijkt dat daarin, in combinatie met bovengenoemde gegevens staat geregistreerd:

[verdachte] , geboren [geboortedatum] -1969, [a-straat 1] te Utrecht.

Nader onderzoek:

* Volgens het Gemeentelijk Basis Administratie (GBA) zijn sinds 10 maart 2004 woonachtig op genoemd adres:

- [verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969

- [medeverdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973

- [betrokkene 1] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2005

* Volgens het Districtelijk Informatie Knooppunt (DIK) van de politie Utrecht heeft [verdachte] antecedenten op het gebied van de Opiumwet namelijk:

- 18-07-2002 artikel 3.1 D Opiumwet (hennepplantage)

* Volgens het Bedrijfs Processen Systeem van de politie Utrecht is [medeverdachte] op 18-07-2002 als verdachte verhoord terzake artikel 3 van de Opiumwet. Dit betrof een hennepplantage die werd aangetroffen in de huurwoning waar zij op dat moment met [verdachte] woonde.

* Door [betrokkene 2] , in dienst van ENECO Energie Services en werkzaam als technisch specialist fraude werd meegedeeld dat het elektrisch verbruik met betrekking tot de woning aan de [a-straat 1] te Utrecht op jaarbasis extreem hoog was. Uitgaande van een regulier verbruik van 3500 kWh per jaar (12 maanden) voor een gezin - twee volwassenen en een kind was het verbruik in de periode september 2004 tot september 2005 (12 maanden) en september 2005 tot september 2006 (12 maanden) het tienvoudige en in de periode september 2006 tot september 2007 het zesvoudige verbruik vergeleken met dat van een regulier verbruik per 12 maanden.

Onderzoek ter plaatse:

Op dinsdag 4 december 2007 omstreeks 09.00 uur, hebben wij, in samenwerking met [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , beiden opsporingsfunctionaris in dienst van Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), vanaf 1 januari 2002 rechtsopvolger van het Landelijk instituut sociale verzekeringen en de uitvoeringsinstellingen, hierna te noemen UWV, afdeling Fraude Preventie en Opsporing, standplaats Amsterdam, kantoor Utrecht, beiden tevens buitengewoon opsporingsambtenaar nummer akte van beëdiging respectievelijk [001] en [002] , beiden momenteel gedetacheerd bij het Interventieteam Utrecht, Gooi- en Vechtstreek en [betrokkene 2] en [betrokkene 3] , beiden in dienst bij ENECO en werkzaam als technisch specialist fraude een onderzoek ter plaatse ingesteld.

Ik, [betrokkene 4] , ben hennepcoördinator stad Utrecht en heb als zodanig ruime ervaring en kennis opgedaan op het gebied van hennepkwekerijen.

Bij aankomst aan de [a-straat 1] zagen wij dat uit de woning [a-straat 1] drie personen kwamen, een man, een vrouw en een klein kind. Ik, [betrokkene 4] , sprak de man aan en vroeg hem of hij [verdachte] heette. Ik, [betrokkene 4] , hoorde dat de man hierop bevestigend antwoordde. Ik, [betrokkene 4] , deelde de man mee dat wij een vermoeden hadden dat er in de woning [a-straat 1] een hennepkwekerij zou zijn. Ik, [betrokkene 4] , vroeg de man of wij een onderzoek in de woning mochten doen. Ik, [betrokkene 4] , hoorde dat de man hierop geen duidelijk antwoord gaf. Ik, [betrokkene 4] , deelde de man mee dat ik een machtiging binnentreden in een woning had met betrekking tot de woning [a-straat 1] . lk, [betrokkene 4] , toonde de machtiging binnentreden in een woning en gaf deze aan de man.

Vervolgens gaf de man ons toestemming de woning te betreden, lk, [betrokkene 4] , hoorde dat de vrouw zei dat ze haar kind naar de crèche zou brengen om Sinterklaas te vieren. Wij zagen dat de vrouw en het kind weggingen.

Binnentreden:

Op dinsdag, 4 december 2007 werd binnengetreden op grond van artikel 9 lid 1 onder b van de Opiumwet. Er werd binnengetreden in een woning met een machtiging binnentreden in een woning, afgegeven door [betrokkene 5] voornoemd.

Vervolgens hebben wij in het bijzijn van de man in de woning aan de [a-straat 1] een onderzoek ingesteld.

Vervolgens hebben wij, door een houten luik in de gang pal voor de voordeur te openen, toegang verkregen tot de kelder onder de woning. Met een aluminium ladder konden wij de kelderruimte betreden. In de kelderruimte gekomen zagen wij dat er een deur was gesitueerd, welke was afgesloten. Nadat deze deur was opengebroken, konden wij de gehele kelderruimte onder de woning betreden.

Omschrijving plaats delict:

In de kelder ruimte zagen wij drie (3) afzonderlijke ruimten, welke openlijk met elkaar in verbinding stonden.

Ik, [betrokkene 4] , zag dat in de hiervoor omschreven ruimten hennepplanten van het geslacht Cannabis, vermeld op de lijst II onderdeel B van de Opiumwet geteeld werden. Betreft een ruimte voor het telen, bewerken en verwerken van hennep, als bedoeld in artikel 3.1 van de Opiumwet.

Aanhouding verdachte:

* Op dinsdag, 4 december 2007, omstreeks 09.05 uur werd in de woning [a-straat 1] te Utrecht op grond van overtreding van de Opiumwet aangehouden een man die mij, [betrokkene 4] , daarnaar gevraagd, opgaf te zijn genaamd:

Verdachte:

Naam: [achternaam verdachte]

voornamen: [voornaam verdachte]

geboren: [geboorteplaats]

geboortedatum: [geboortedatum] 1969

woonadres: [a-straat 1]

woonplaats: Utrecht

[verdachte] legitimeerde zich met een geldig op zijn naam staand Nederlands rijbewijs onder nummer [003] .

Aanhouding verdachte:

Op dinsdag, 4 december 2007, omstreeks 10.00 uur kwam de eerder genoemde vrouw weer terug bij de woning, waarna zij in de woning [a-straat 1] te Utrecht op grond van overtreding van de Opiumwet werd aangehouden.

De vrouw gaf mij, [betrokkene 4] , daarnaar gevraagd, op te zijn genaamd:

Verdachte:

Naam: [achternaam medeverdachte]

Voornamen: [voornamen medeverdachte]

Geboren: [geboorteplaats]

Geboortedatum: [geboortedatum] 1973

Woonadres: [a-straat 1]

Woonplaats: Utrecht

[medeverdachte] legitimeerde zich met een op haar naam stand geldig Nederlands paspoort onder nummer: […] .

Vervolg omschrijving plaats delict:

Ruimte I:

* Ik, [betrokkene 4] , zag in deze ruimte een groot aantal hennepbloemen (toppen) op enkele grijze plateaus liggen. Na weging bleek dat het gewicht van de hennepbloemen (toppen) 6,34 kg bedroeg. Ik, [betrokkene 4] , zag in ruimte 1 een compleet irrigatiesysteem, 16 assimilatielampen, een aan/afzuiger in combinatie met een koolstoffilter en stellingen voorzien van plateaus. Ik, [betrokkene 4] , zag dat deze ruimte zodanig was ingericht dat hierin per direct hennepplanten kunnen worden geteeld.

Ruimte II:

* Ik, [betrokkene 4] , zag in ruimte II een groot aantal hennepbloemen (toppen) op een aantal grijze plateaus liggen. Na weging bleek dat het gewicht van de hennepbloemen (toppen) 8,98 kg bedroeg. Ik, [betrokkene 4] , zag in ruimte II een compleet irrigatiesysteem, 17 assimilatielampen, aan-/afzuigers in combinatie met twee koolstoffilters en stellingen voorzien van plateaus. Ik, [betrokkene 4] , zag dat deze ruimte zodanig was ingericht dat hierin hennepplanten per direct kunnen worden geteeld.

Ruimte III:

* Ik, [betrokkene 4] , zag dat in deze ruimte zeven (7) kartonnen dozen op een grijs plateau stonden. Ik, [betrokkene 4] , zag dat in deze dozen, na telling, in totaal 704 hennepplanten (stekken) stonden. Ik, [betrokkene 4] , zag dat er nog geen bloemtoppen in deze hennepplanten aanwezig waren. De hennepplanten werden door mij, [betrokkene 4] , hennepcoördinator geschat op ongeveer 1 á 2 weken oud.

* Ik, [betrokkene 4] , zag dat in deze ruimte een aantal gedroogde hennepplanten voorzien van bloemen (toppen) aan een houten balk hingen. Na weging bleek dat het gewicht van deze hennepplanten 0,52 kg bedroeg.

* Ik, [betrokkene...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
4 temas prácticos
  • Uitspraak Nº 09/808200-15. Rechtbank Den Haag, 2017-04-20
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 20 Abril 2017
    ...en dat die handelingen dan ook onder de door de Hoge Raad geformuleerde kwalificatie-uitsluitingsgrond vallen. Onder verwijzing naar ECLI:NL:HR:2015:3169 heeft hij voorts aangevoerd dat het daarnaast uitgeven van dat geld evenmin kan leiden tot een kwalificatie voor 9.2 Het standpunt van de......
  • Uitspraak Nº 02-820568-16. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2017-06-27
    • Nederland
    • Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)
    • 27 Junio 2017
    ...maar het enkele storten maakt nog niet dat er sprake is van witwassen. De verdediging heeft hiertoe verwezen naar de uitspraak ECLI:NL:HR:2015:3169. Een bedrag van € 5.400,= is gepind van het bedrag dat is gewonnen bij de Postcodeloterij en dient op het totaalbedrag in mindering te worden g......
  • Uitspraak Nº 03/866401-14 + 03/866398-14. Rechtbank Limburg, 2017-10-18
    • Nederland
    • 18 Octubre 2017
    ...uit een misdrijf afkomstig was. De verdediging heeft daartoe onder meer verwezen naar het arrest van de Hoge Raad van 27 oktober 2015 (ECLI:NL:HR:2015:3169) en gesteld dat er geen bewijs is dat het geld dat door de verdachte contant is gestort afkomstig is uit een misdrijf. Een gedeelte van......
  • Uitspraak Nº 01/879250-13. Rechtbank Oost-Brabant, 2017-01-24
    • Nederland
    • 24 Enero 2017
    ...bankrekening gestort en overgeboekt naar een andere bankrekening in Spanje. De raadsman verwijst naar de uitspraak van de Hoge Raad ECLI:NL:HR:2015:3169. Het oordeel van de rechtbank. 1 Beoordelingskader witwassen. De rechtbank stelt allereerst vast dat het onderzoek in de onderhavige zaak ......
4 sentencias
  • Uitspraak Nº 09/808200-15. Rechtbank Den Haag, 2017-04-20
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 20 Abril 2017
    ...en dat die handelingen dan ook onder de door de Hoge Raad geformuleerde kwalificatie-uitsluitingsgrond vallen. Onder verwijzing naar ECLI:NL:HR:2015:3169 heeft hij voorts aangevoerd dat het daarnaast uitgeven van dat geld evenmin kan leiden tot een kwalificatie voor 9.2 Het standpunt van de......
  • Uitspraak Nº 02-820568-16. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2017-06-27
    • Nederland
    • Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)
    • 27 Junio 2017
    ...maar het enkele storten maakt nog niet dat er sprake is van witwassen. De verdediging heeft hiertoe verwezen naar de uitspraak ECLI:NL:HR:2015:3169. Een bedrag van € 5.400,= is gepind van het bedrag dat is gewonnen bij de Postcodeloterij en dient op het totaalbedrag in mindering te worden g......
  • Uitspraak Nº 03/866401-14 + 03/866398-14. Rechtbank Limburg, 2017-10-18
    • Nederland
    • 18 Octubre 2017
    ...uit een misdrijf afkomstig was. De verdediging heeft daartoe onder meer verwezen naar het arrest van de Hoge Raad van 27 oktober 2015 (ECLI:NL:HR:2015:3169) en gesteld dat er geen bewijs is dat het geld dat door de verdachte contant is gestort afkomstig is uit een misdrijf. Een gedeelte van......
  • Uitspraak Nº 01/879250-13. Rechtbank Oost-Brabant, 2017-01-24
    • Nederland
    • 24 Enero 2017
    ...bankrekening gestort en overgeboekt naar een andere bankrekening in Spanje. De raadsman verwijst naar de uitspraak van de Hoge Raad ECLI:NL:HR:2015:3169. Het oordeel van de rechtbank. 1 Beoordelingskader witwassen. De rechtbank stelt allereerst vast dat het onderzoek in de onderhavige zaak ......

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT