Uitspraak Nº 13/040623-22; 13/036317-22; 13/220487-22. Rechtbank Amsterdam, 2022-10-27

ECLIECLI:NL:RBAMS:2022:6225
Docket Number13/040623-22; 13/036317-22; 13/220487-22
Date27 Octubre 2022
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht

Teams Strafrecht

Parketnummers: 13/040623-22 (zaak A); 13/036317-22 (zaak B); 13/220487-22 (zaak C)

Datum uitspraak: 27 oktober 2022

Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2001,

wonende op het [adres 1] ,

gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [detentieplaats] .

1 Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 13 oktober 2022.

De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd. Deze zaken worden hierna als respectievelijk zaak A, B en C aangeduid.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. H. Hoekstra en van wat verdachte en zijn raadsman mr. W.H. Boomstra naar voren hebben gebracht.

2 De tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd – in zaak A tenlastegelegd dat hij zich in Amsterdam op 13 februari 2022 heeft schuldig gemaakt aan poging doodslag op [slachtoffer 1] . Subsidiair is dit tenlastegelegd als poging zware mishandeling.

In zaak B is tenlastegelegd dat verdachte in Amsterdam op 13 februari 2022 een deur, een ruit in een deur, deurbeslag en/of een slot heeft vernield (feit 1) en dat hij op die datum en plaats [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of zware mishandeling door [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen: “Ik ga je fucking dood maken. Doe de deur open.”

Verdachte wordt in zaak C verweten dat hij in Amsterdam op 31 juli 2022 [slachtoffer 3] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht. Subsidiair is dit tenlastegelegd als een poging zware mishandeling. Meer subsidiair is dit tenlastegelegd als een mishandeling, al dan niet met zwaar lichamelijk letsel als gevolg.

De tekst van de volledige tenlastelegging is opgenomen in een bijlage I die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3 De waardering van het bewijs
3.1.

Inleiding

Zaak A en B

Op 13 februari 2022 vlogt [slachtoffer 1] op het Leidsplein te Amsterdam. Zijn vlog wordt live gestreamd via het kanaal Twitch. Omstreeks 00.22 uur voelt [slachtoffer 1] dat een man zijn arm om hem heen slaat en zegt: “I’m live on Twitch and I’m gonna kill this motherfucker”. De man legt een hand om de keel van [slachtoffer 1] en knijpt deze dicht.

Diezelfde nacht hoorden verbalisanten een melding om naar de [adres 2] te Amsterdam te gaan, waar een groep mannen een voordeur aan het intrappen zouden zijn. De verbalisanten houden op de [straat] ter hoogte van perceel [nummer] een persoon staande, die later verdachte blijkt te zijn. De rechterhand van verdachte zat onder het bloed. Verdachte is vervolgens aangehouden voor de vernieling. Later bleek dat [slachtoffer 2] aangifte heeft gedaan voor bedreiging. Verdachte zou nadat hij het glas van de deur zou hebben stukgeslagen tegen die [slachtoffer 2] hebben geroepen: “Ik ga je fucking dood maken. Doe de deur open.”

Zaak C

Op 31 juli 2022 was verdachte op een huisfeestje, waar ook het latere slachtoffer [slachtoffer 3] aanwezig was. Tussen verdachte en [slachtoffer 3] ontstond een woordenwisseling. Verdachte sloeg [slachtoffer 3] met een vuist tegen zijn linkerwang, waarna [slachtoffer 3] viel. [slachtoffer 3] bleek later een gat in zijn linkerwang te hebben opgelopen, dat in het ziekenhuis aan de binnenkant is gehecht en aan de buitenkant is gelijmd.

3.2.

Het standpunt van het Openbaar Ministerie

In zaak A kan het subsidiair tenlastegelegde feit, de poging zware mishandeling, worden bewezen. De vlogger heeft aangifte gedaan en de beelden van de live stream bevinden zich in het dossier. Verdachte had niet de intentie om [slachtoffer 1] te doden. Verdachte heeft de keel van [slachtoffer 1] meerdere seconden dichtgeknepen, maar [slachtoffer 1] heeft geen letsel hieraan overgehouden. Vol opzet op het toebrengen van zwaar lichamelijk ontbreekt. Naar de uiterlijke verschijningsvormen brengt in zijn algemeenheid het dichtknijpen van de keel een aanmerkelijke kans met zich mee dat ten gevolge daarvan zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht. Door zo te handelen heeft verdachte willens en wetens deze aanmerkelijke kans aanvaard. Dit levert een poging tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel op.

In zaak B heeft verdachte bekend de deur te hebben vernield en “Ik ga je fucking dood maken” te hebben geroepen. De vernieling en bedreiging kunnen daarom worden bewezen.

In zaak C kan het meer subsidiaire bewezen worden, de mishandeling met zwaar lichamelijk letsel ten gevolge. Het gat in de wang moet worden gekwalificeerd als zwaar lichamelijk letsel. [slachtoffer 3] had daarnaast een gescheurde kuitspier waardoor hij vier tot zes weken niet heeft kunnen werken.

3.3.

Het standpunt van de verdediging


Het incident met de vlogger, zaak A, was een uit de hand gelopen grap. Verdachte had niet de intentie, maar heeft ook niet bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat de dood of zwaar lichamelijk letsel zou intreden. Verdachte vouwde enkele seconden zijn handen om de hals van de vlogger. Uit het dossier blijkt niet dat de keel van aangever is dichtgeknepen.

De tenlastegelegde vernieling in zaak B bekent verdachte. Voor de bedreiging moet hij worden vrijgesproken. De door verdachte gebruikte woorden kunnen niet de redelijke vrees bij aangever hebben doen ontstaan dat hij werkelijk dood zou gaan.

In zaak C moet verdachte van de zware mishandeling worden vrijgesproken. Er kan niet bewezen worden dat er een gescheurde kuitspier is ontstaan. Een letselverklaring ontbreekt. Verdachte heeft [slachtoffer 3] op zijn wang geraakt en daar heeft [slachtoffer 3] letsel aan overgehouden. Deze wond is gehecht. Er is geen sprake van operatief ingrijpen. Ook blijkt niet dat de wond niet zou kunnen helen en herstellen. Er kan daarom niet bewezen worden verklaard dat er sprake is van zwaar lichamelijk letsel. Ook van de subsidiair ten laste gelegde poging zware mishandeling moet verdachte worden vrijgesproken. Verdachte heeft geen (voorwaardelijke) opzet op zware mishandeling gehad. Verdachte heeft [slachtoffer 3] één enkele klap gegeven.

3.4.

Het oordeel van de rechtbank

Zaak A

[slachtoffer 1] heeft verklaard dat verdachte zijn keel met kracht heeft dichtgeknepen en dat hij geen lucht meer kreeg. Daarnaast heeft hij verklaard dat hij probeerde om de vingers van de man van zijn keel los te krijgen. [slachtoffer 1] heeft ook verklaard dat hij stikkende geluiden maakte en riep: “Dude, let go of me, seriously, let the fuck go of me.” Deze verklaring vindt steun in het proces-verbaal van bevindingen dat is opgemaakt na het bekijken van de camerabeelden van het incident. De verbalisant beschrijft dat op de beelden te horen is dat [slachtoffer 1] zegt: “O god let go of me man, let go of me, let go. I’m seriously, let the fuck go of me.” Daarnaast is op de beelden te horen dat [slachtoffer 1] geluiden maakt, alsof hij stikt.

Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op 13 februari 2022 te Amsterdam [slachtoffer 1] bij de keel heeft vastgehouden.

De rechtbank stelt op grond van deze feiten en omstandigheden vast dat verdachte de keel van [slachtoffer 1] met kracht heeft dichtgeknepen.

De vraag die aan de rechtbank voorligt, is hoe dit handelen strafrechtelijk gekwalificeerd kan worden.

3.4.1.

Vrijspraak van de poging doodslag

De rechtbank vindt – met de officier van justitie en de verdediging – niet bewezen dat de opzet van verdachte op de dood van [slachtoffer 1] was gericht. Het dossier biedt onvoldoende aanknopingspunten om vast te stellen dat verdachte de keel van [slachtoffer 1] met een dusdanige kracht en duur heeft dichtgeknepen, dat verdachte hiermee bewust de aanmerkelijke kans op de dood van [slachtoffer 1] zou hebben aanvaard.

Verdachte wordt in zaak A van de poging doodslag, het primair ten laste gelegde, vrijgesproken.

3.4.2.

Het oordeel over de poging zware mishandeling

De rechtbank ziet zich vervolgens gesteld voor de vraag of de opzet van verdachte ziet op het toebrengen van zwaar lichamelijk bij [slachtoffer 1] .

De rechtbank vindt niet bewezen dat verdachte vol opzet op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel heeft gehad.

Voorwaardelijk opzet op een bepaald gevolg, in dit geval het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan [slachtoffer 1] , is aanwezig als verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat dit gevolg door zijn handelen zal intreden. Het zal moeten gaan om een kans die naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te achten. Daarnaast is vereist dat verdachte wetenschap heeft van de aanmerkelijke kans dat zijn gedrag – in dit geval – zwaar lichamelijk letsel kan opleveren en dat hij deze kans heeft aanvaard.

Het is een feit van algemene bekendheid dat zich in de keel kwetsbare, vitale delen – waaronder het strottenhoofd – bevinden en dat de kans aanmerkelijk is dat deze bij krachtig samendrukken beschadigd raken. Voorts is het een feit van algemene bekendheid dat de kans op het optreden van (ernstig) hersenletsel ten gevolge van zuurstoftekort aanmerkelijk is. Het met kracht dichtknijpen van de keel van een persoon levert daarom een aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel op.

Verdachte heeft gelet op de hiervoor vastgestelde feiten en omstandigheden met kracht de keel van [slachtoffer 1] dichtgeknepen. [slachtoffer 1] heeft hierdoor verstikking gevoeld. Daarnaast heeft verdachte gezien en gehoord dat [slachtoffer 1] in ademnood verkeerde. Met name de stikkende geluiden die [slachtoffer 1] heeft...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT