Uitspraak Nº 13/097967-20. Rechtbank Amsterdam, 2020-07-23

ECLIECLI:NL:RBAMS:2020:3569
Date23 Julio 2020
Docket Number13/097967-20
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)
RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS

Parketnummer: 13/097967-20 (Promis)

Datum uitspraak: 23 juli 2020

Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1992,

ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [adres] te [woonplaats] ,

gedetineerd in de “Penitentiaire Inrichting [naam PI] ” te [detentieplaats] .

1 Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 9 juli 2020.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. K. Hara, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. B.J.W. Tijkotte, advocaat te Koog aan de Zaan, naar voren hebben gebracht.

2 Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan

  1. het voorhanden hebben van een vuurwapen en bijbehorende munitie op 8 april 2020 te Amsterdam;

  2. het medeplegen van opzet- dan wel schuldheling van politiekleding op 8 april 2020 te Amsterdam.

De tekst van de integrale tenlastelegging is opgenomen in bijlage 1 die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3 Waardering van het bewijs
3.1.

Feiten en omstandigheden

Op 8 april 2020 omstreeks 6.00 uur zagen verbalisanten een zwarte Volkswagen Golf rijden met kenteken [kenteken] . Uit de systemen bleek dat het voertuig op 31 maart 2020 betrokken was geweest bij een incident waarbij een vuurwapen en drugs waren gezien. Het voertuig is daarom staande gehouden. Drie mannen stapten uit de auto en liepen weg in de richting van de [straat] . Twee mannen bleven in het voertuig zitten. De bestuurder bleek verdachte te zijn. De vraag of er drugs of wapens in het voertuig aanwezig waren, werd door verdachte ontkennend beantwoord. De bijrijder maakte op verbalisanten een nerveuze indruk. Verbalisanten besloten, gelet op eerder genoemd antecedent, over te gaan op een zoeking op grond van de Wet wapens en munitie, waarvoor verdachte geen toestemming gaf. Verdachte stapte hierop uit de auto, gaf één van de verbalisanten een duw en rende weg. Hij deed de auto op slot en nam de autosleutels mee. Ook de bijrijder rende weg. De achtervolging werd ingezet en verdachte werd uiteindelijk aangehouden. De autosleutel van de Volkswagen lag op de locatie van de aanhouding op de grond. De auto is vervolgens doorzocht. Achterin de auto werd op de grond een politiebroek aangetroffen. Voorin de auto aan de bijrijderszijde werd onder een losliggend stuk vloerbedekking een met munitie geladen pistool van het merk Glock aangetroffen. Het vuurwapen lag deels in het zicht: de (verlengde) patroonhouder stak uit. Het vuurwapen was gewikkeld in een politiepet van de Mobiele Eenheid. De omgeving is met behulp van diensthonden doorzocht. Op verschillende plekken werden in de bosschages meerdere politiekledingstukken aangetroffen.

3.2.

Het standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot integrale bewezenverklaring. Aan de hand van haar op schrift gestelde requisitoir heeft zij kortgezegd aangevoerd dat verdachte zich in meer of mindere mate bewust is geweest van de aanwezigheid van het vuurwapen. Het wapen lag - deels in het zicht - in zijn auto, zijn auto mocht van hem niet worden doorzocht en hij is met zijn autosleutels in zijn hand weggerend van de politie. Dat het wapen van één van de anderen in de auto moet zijn geweest, vindt geen steun in het dossier.

Verdachte had ook wetenschap van de aanwezigheid van de politiekleding in de auto en van de criminele herkomst daarvan. Deze wetenschap valt af te leiden uit de combinatie van de aanwezigheid met het vuurwapen en het wegvluchten. Verdachte moest weten dat deze goederen van misdrijf afkomstig waren.

3.3.

Het standpunt van de verdediging

De raadsman van verdachte heeft vrijspraak bepleit. Kortgezegd heeft de raadsman aangevoerd dat het overtuigende bewijs dat verdachte zich in meer of mindere mate bewust is geweest van de aanwezigheid van het met munitie geladen vuurwapen en de politiekleding ontbreekt. Verdachte zat met anderen in de auto en verdachte heeft het vuurwapen of de politiekleding op geen enkel moment gezien, nu deze aan zijn zicht waren onttrokken. Dat verdachte op de vlucht is geslagen en niet wilde dat zijn auto werd doorzocht, doet daar niets aan af. Verdachte dacht dat hij werd aangehouden voor een mishandeling acht dagen eerder en wilde aan de politie ontkomen. Daarnaast dacht hij dat er door de bijrijder drugs of messen werden verstopt. Hij wilde voorkomen dat hem dat zou worden aangerekend.

...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT