Uitspraak Nº 13/253875-18. Rechtbank Amsterdam, 2019-03-07
ECLI | ECLI:NL:RBAMS:2019:1786 |
Date | 07 Marzo 2019 |
Docket Number | 13/253875-18 |
Court | Rechtbank Amsterdam (Neederland) |
VERKORT VONNIS
Parketnummer: 13/253875-18
Datum uitspraak: 7 maart 2019
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] (Suriname) op [geboortedag] 1975,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [BRP-adres]
.
Op 21 februari 2019 heeft het onderzoek ter terechtzitting plaatsgevonden. Verdachte was daarbij aanwezig. Daarnaast was als raadsman van verdachte aanwezig mr. E.G.S. Roethof.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. M.D. Braber en van wat verdachte en zijn raadsman naar voren hebben gebracht.
Aan verdachte is – kort samengevat – ten laste gelegd dat hij zich op 16 mei 2018 te Breda en/of Hazeldonk heeft schuldig gemaakt aan het (mede)plegen van het (schuld)witwassen van een geldbedrag van € 30.000,-.
De volledige tekst van de tenlastelegging is opgenomen in de bijlage bij dit vonnis.
Feiten en omstandigheden
Verdachte en zijn medeverdachte, [naam medeverdachte] , reden in een door de verdachte gehuurde auto op 16 mei 2018 van Parijs naar Nederland. Het onderzoeksteam vermoedde, naar aanleiding van een MMA-melding en verschillende tapgesprekken, dat verdachte een afspraak had met een drugskoerier in Frankrijk. De huurauto is vlak over de Nederlands grens aangehouden. Verdachte bestuurde de auto en de medeverdachte zat op de passagiersstoel. Op de achterbank van de huurauto is vervolgens in een McDonaldstas een geldbedrag van € 30.000,- in contanten aangetroffen.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht bewezen dat verdachte samen met een ander het geldbedrag van
€ 30.000,- heeft verborgen en heeft verhuld wat de werkelijke aard, herkomst, vervreemding en/of verplaatsing van het geldbedrag was en dat verdachte dit geldbedrag samen met een ander voorhanden heeft gehad terwijl hij wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden dat dit geldbedrag van enig misdrijf afkomstig was.
Als toetsingskader heeft de officier van justitie daarbij het zes-stappenarrest van het Hof Amsterdam van 11 januari 2013 gebruikt (ECLI:NL:GHAMS:2013:BY8481).
Er is geen direct bewijs voor een specifiek gronddelict. Wel zijn er, mede op basis van verschillende witwastypologieën, voldoende zijn feiten en omstandigheden die leiden tot een vermoeden van witwassen. In dat geval mag van verdachte een verklaring over de herkomst van het geld worden verlangd. Verdachte heeft pas op de zitting verklaard dat hij het contante geldbedrag van zijn neef uit Suriname had ontvangen die werkzaam is in de goudhandel en dat dit geldbedrag was bedoeld om een graafmachine mee te kopen. De omstandigheden dat verdachte pas op de zitting met deze verklaring komt terwijl een verklaring van deze neef ontbreekt en verdachte zijn verklaring niet op andere wijze concreet heeft kunnen maken, leiden ertoe dat zijn verklaring niet concreet en hoogst onwaarschijnlijk is. Gelet op het voorgaande, hoeft en kan het Openbaar Ministerie geen onderzoek doen naar de alternatieve herkomst van het geldbedrag. Om die reden kan geconcludeerd worden dat het geldbedrag dat verdachte voorhanden had ‘afkomstig is van enig misdrijf’. Door het geldbedrag te verstoppen tussen afval in een McDonaldstas hebben verdachte en de medeverdachte dit geldbedrag tevens verborgen en verhuld wie de rechthebbende was van dit geldbedrag. Voorts kan, gelet op de intensiteit van de samenwerking en de taakverdeling, ook het medeplegen worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte moet worden vrijgesproken van witwassen, omdat hij een verklaring heeft gegeven voor de herkomst van het geld. Verdachte is geboren in Suriname en werkte in de goudsector, waar contant geld gebruikelijk is. Bovendien worden dergelijke graafmachines vaak vanuit Suriname in Europa gekocht en liggen de kosten voor een graafmachine tussen de € 20.000,- en € 40.000,-. Het is daarom niet vreemd dat verdachte het contante geldbedrag van zijn neef heeft gekregen. De tapgesprekken kunnen geen onderbouwing geven voor een criminele herkomst van dit inbeslaggenomen geldbedrag. Daarnaast is bij het bewaren van geld in een zak, nog geen sprake van het verhullen van het geld.
Het oordeel van de rechtbank
Gedeeltelijke vrijspraak van het verbergen en verhullen van het geldbedrag
De rechtbank is van oordeel dat, nu uit de bewijsmiddelen niet méér kan worden afgeleid dan dat in de auto een McDonaldstas met geld is aangetroffen, niet bewezen kan worden dat verdachte de herkomst van het geldbedrag heeft verborgen of heeft verhuld wat de werkelijke aard, herkomst, vervreemding en/of verplaatsing van het geldbedrag was. Dat het geldbedrag verstopt zat tussen afval, zoals de officier van justitie heeft...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT