Uitspraak Nº 13/650301-18. Rechtbank Amsterdam, 2019-01-31

ECLIECLI:NL:RBAMS:2019:629
Docket Number13/650301-18
Date31 Enero 2019
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS

Parketnummer: 13/650301-18 (Promis)

Datum uitspraak: 31 januari 2019

Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboortegegevens] 1967,

ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [adres] ,

thans gedetineerd in [detentieadres] .

Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 17 januari 2019.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie mrs. G. Dankers en M.D. Braber en van wat verdachte en zijn raadsvrouw mr. S.C. Sassen naar voren hebben gebracht.

2 Tenlastelegging

Aan verdachte is – na wijzigingen op de zittingen van 26 oktober 2018 en 17 januari 2019 – ten laste gelegd dat

1.

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2016 tot en met 23 juli 2018 te Amsterdam en/of elders in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie - gevormd door (onder meer) verdachten

[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5]

welke tot oogmerk had het plegen van misdrijven en/of het plegen van misdrijven strafbaar gesteld in de Opiumwet, namelijk:

- het (telkens) opzettelijk bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben en/of vervaardigen van hoeveelheden heroïne en/of cocaïne en/of MDMA , in elk geval (telkens) (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I

en/of

- het plegen van voorbereidingshandelingen, als bedoeld in artikel 10a van de Opiumwet, tot het plegen van feiten bedoeld in artikel 2 juncto artikel 10 vierde en/of vijfde lid van de Opiumwet,

welke deelneming onder meer bestond in/uit het (samen met een of meer andere deelnemer(s) aan die organisatie) (telkens):

- ontwikkelen van plannen om een of meer van vorenbedoelde misdrijven te begaan en/of

- inkopen en/of verkopen en/of vervoeren en/of opzettelijk aanwezig hebben van heroïne en/of cocaïne en/of MDMA, althans van (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, en/of

- afgeven en/of verstrekken van heroïne en/of cocaïne en/of MDMA , althans van (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, aan een of meer andere deelnemer(s) van voornoemde organisatie en/of aan de voor voornoemde organisatie werkende verkoper(s) en/of koerier(s) en/of

- ter beschikking stellen van een of meer mobiele telefoon(s) en/of een of meer simkaart(en) en/of auto('s) en/of taxi('s) en/of fiets(en), in elk geval (een) vervoermiddel(len) aan een of meer andere deelnemer(s) aan voornoemde organisatie en/of aan de voor voornoemde organisatie werkende verkoper(s) en/of koerier(s) en/of

- ter beschikking stellen van (een) woning(en) als uitvalsbasis en/of opslagplaats voor heroïne en/of cocaïne en/of MDMA, althans van (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, aan voornoemde organisatie en/of aan de voor voornoemde organisatie werkende verkoper(s) en/of koerier(s) en/of

- inkopen en/of aanwezig hebben van materia(a)l(en) en/of verpakkingsmateria(a)l(en) bestemd voor het bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of vervaardigen van heroïne en/of cocaïne en/of MDMA, althans van (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, en/of

- hebben/onderhouden van (al dan niet) versluierde telefonische en directe contact(en) met een of meer andere deelnemer(s) aan voornoemde organisatie en/of koper(s) en/of

- ( doen) betalen van een of meer geldbedrag(en) en/of in het vooruitzicht stellen van een of meer gunst(en) aan een of meer andere deelnemer(s) van die organisatie en/of aan de voor voornoemde organisatie werkende verkoper(s) en/of koerier(s).

2.

hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2016 tot en met 23 juli 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en/of cocaïne en/of MDMA, zijnde (telkens) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

3.

hij op of omstreeks 23 juli 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad 194 gram heroïne en/of 297 gram heroïne en/of 14,9 gram heroïne, in elk geval een hoeveelheid, van een materiaal bevattende heroïne, zijnde (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a

van die wet.

4.

hij op of omstreeks 23 juli 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, voorhanden heeft gehad een busje pepperspray/traangas, zijnde (een) voorwerp(en) dat bestemd is/zijn voor het treffen van personen met (een) verstikkende, weerloosmakende en/of traanverwekkende stof(fen), in elk geval een wapen in de zin van de Wet Wapens en Munitie van Categorie II, genoemd onder 6.

5.

hij op of omstreeks 23juli 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, van een of meer voorwerp(en), te weten van een geldbedrag van in totaal (ongeveer) 16170,- euro, in elk geval van een of meer geldbedrag(en), de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft/hebben verborgen en/of verhuld, en/of heeft/hebben verborgen en/of

verhuld wie de rechthebbende op die/dat geldbedrag(en), was/waren, en/of heeft/hebben verborgen en/of verhuld wie dat/die geldbedrag(en) voorhanden heeft/hebben gehad, en/of

dat/die geldbedrag(en) heeft/hebben verworven en/of voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben overgedragen of omgezet of van dat/die geldbedragen gebruik heeft/hebben gemaakt, terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en)

vermoeden dat dat/die geldbedrag(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf.

3 Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4 Waardering van het bewijs
4.1

Inleiding

Op 10 april 2018 is het onderzoek 13Weymouth gestart. Het onderzoek richtte zich in eerste instantie op verdachte [medeverdachte 1] . Gedurende het onderzoek kwam naar voren dat [medeverdachte 1] handelde in verdovende middelen en dat hij daarbij gebruik maakte van een dealtelefoon die, roulerend, door nog drie personen werd gebruikt. Uit het onderzoek kwam naar voren dat de werkdagen van degene die de dealtelefoon in zijn bezit had, omstreeks 18:00 uur begon en eindigde de volgende dag omstreeks 18:00 uur. Na de dienst werd de dealtelefoon overgedragen aan de volgende dealer. Naast [medeverdachte 1] bleken ook [medeverdachte 4] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] gebruikers van de dealtelefoon te zijn. In meerdere door [echtgenote medeverdachte 1] , de vrouw van [medeverdachte 1] , afgelegde verklaringen kwam naar voren dat [medeverdachte 1] als dealer werkte voor een persoon genaamd [verdachte] (hierna: verdachte).

Gedurende het onderzoek werd gezien dat verdachte tot twee keer toe een bezoek bracht aan de woning van [medeverdachte 1] . Ook werd gezien dat [medeverdachte 2] , de zoon van verdachte, een bezoek bracht aan twee van de genoemde dealers voordat deze aan hun dienst begonnen. Uit de historische telefoongegevens kwam naar voren dat zowel het telefoonnummer van verdachte als [medeverdachte 2] contact heeft gehad met de telefoon van [medeverdachte 1] , de telefoon van [echtgenote medeverdachte 1] en de deallijn. Uit onderzoek naar de historische telefoongegevens van het telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 2] kwam naar voren dat er ook contactmomenten, dan wel pogingen daartoe, waren geweest met verdachte [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] . Uit onderzoek naar de historische telefoongegevens van verdachte kwam naar voren dat er meerdere telefoonnummers die voorkwamen op de deallijn ook contact hebben gehad met het telefoonnummer van verdachte.

Naar aanleiding van deze bevindingen vond er op 23 juli 2018 een zoeking plaats in de woning van verdachte aan de [adres] . In de woning werden diverse hoeveelheden witte envelopjes gevonden met daarin heroïne. Ook werden er grote hoeveelheden voorgevouwen lege envelopjes gevonden. Tevens werd er een weegschaal, meerdere telefoons, simkaarten, pepperspray en een geldkistje met daarin
€ 1.170,- aangetroffen. In de bovenzijde van een slaapkamerdeur werd een gat aangetroffen. Nadat de deur uit de sponning was getild, zagen de verbalisanten dat in dat gat pakketjes met geld zaten verstopt. Het bleek te gaan om € 15.000,-.

Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij niets weet van handel in verdovende middelen. Bij de rechter-commissaris heeft verdachte zich op zijn zwijgrecht beroepen. Tijdens een gesprek met de reclassering heeft verdachte gezegd dat hij stom is geweest en dat hij heeft toegegeven aan druk van andere mensen en daarom in drugs heeft gehandeld. Toen het na dat gesprek opgestelde reclasseringsrapport met verdachte werd besproken, zei verdachte dat hij nooit in drugs heeft gehandeld. Op zitting heeft verdachte bekend dat hij samen met [medeverdachte 5] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT