Uitspraak Nº 13/654154-18. Rechtbank Amsterdam, 2019-01-24

ECLIECLI:NL:RBAMS:2019:2060
Date24 Enero 2019
Docket Number13/654154-18
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS

Parketnummers: 13/654154-18 en 23/000301-17 (TUL) (Promis)

Datum uitspraak: 24 januari 2019

Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen

[naam verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1997,

ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [BRP-adres]
, gedetineerd in het Justitieel Complex [detentieadres] .

1 Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 10 januari 2019.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. F.R. Bons en van wat verdachte en zijn raadsvrouw mr. S.J.M. Laurier naar voren hebben gebracht.

2 Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging op de terechtzitting, – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan verschillende bedrijfsinbraken op 26 en 27 september 2018 en op 5 oktober 2018. Verder zou verdachte zich schuldig gemaakt hebben aan de diefstal van een personenauto op 13 februari 2018 dan wel de heling van deze auto op 5 oktober 2018. Tenslotte wordt verdachte verweten dat hij samen met een ander op
5 oktober 2018 gevaarlijk heeft gereden in een personenauto door daarin met hoge snelheid weg te vluchten voor de politie, waarbij tijdens het rijden voorwerpen uit de auto zijn gegooid terwijl verdachte niet in het bezit is van een rijbewijs.

De tekst van de integrale tenlastelegging is opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3 Voorvragen
3.1

Ontvankelijkheid van de officier van justitie

De raadsvrouw van verdachte heeft bepleit dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard moet worden in de vervolging van verdachte, omdat in deze zaak sprake is van onherstelbare vormverzuimen. Zij heeft hiertoe het volgende naar voren gebracht.

Bij de start van het onderzoek door de politie zou de officier van justitie op
28 september 2018 een mondeling bevel tot stelselmatige observatie hebben afgegeven. Hiertoe is onder andere een volgbaken geplaatst op een Volkswagen Golf die betrokken zou zijn bij inbraken. Op geen enkele wijze valt uit het dossier af te leiden wanneer het volgbaken op de Volkswagen is geplaatst, nu de datum van plaatsing ontbreekt. Bovendien is, gelet op de aanvraag van het bevel, onduidelijk tegen wie het bevel was gericht. Pas op 18 oktober 2018 is een schriftelijk bevel tot observatie afgegeven. Dit is ruim 20 dagen later, maar had volgens de wet binnen 3 dagen op schrift moeten worden gesteld. Dat dit niet is niet gebeurd, levert op zichzelf al een vormverzuim op.

Verder kan het schriftelijk bevel niet beschouwd worden als een bevestiging van het mondeling bevel van 28 september 2018, omdat dit niet in het bevel staat aangekruist en er geen datum genoemd wordt van het mondeling bevel. Dit maakt dat ernstig getwijfeld kan worden aan de juistheid, betrouwbaarheid en rechtmatigheid van het observeren. Als er geen mondeling bevel geweest is op 28 september 2018, zou dat namelijk betekenen dat pas op
18 oktober 2018 een bevel van kracht is geworden en is er onrechtmatig geobserveerd. Dit levert dan ook een onherstelbaar vormverzuim op.

Voorts is informatie achtergehouden, nu de verdediging geen inzage heeft gehad in de onderliggende stukken waarop de stelselmatige observatie is gebaseerd. Daarbij zijn mededelingen van getuigen in het dossier terechtgekomen, waarvan de verklaringen niet zijn neergelegd in een proces-verbaal van getuigenverhoor. Er staan onjuistheden over de aangifte van 12 november 2018 van [naam] in het dossier. Ten slotte is nader onderzoek naar schoensporen en een glasmonster achterwege gebleven, terwijl dit wel was aangekondigd.
Dit alles, in samenhang bezien, levert ook een onherstelbaar vormverzuim op en is strijd met artikel 6 EVRM, het recht op een eerlijk proces.

Verdachte is door deze vormverzuimen ernstig geschaad in zijn belangen.

3.2

Bewijsuitsluiting

Mocht de rechtbank het Openbaar Ministerie wel ontvankelijk verklaren in de vervolging dan dient volgens de raadsvrouw voor feit 1 bewijsuitsluiting plaats te vinden van alle stukken over het volgbaken, de geplaatste camera en de melding van de inbraak in [plaats naam] (pagina 3van het relaas). Daarnaast dienen de aangifte van [naam] op 12 november 2018 en de verklaringen van de getuigen van de inbraak op de [adres] (op pagina C37) die zien op feit 2 ook te worden uitgesloten van het bewijs, aangezien al dit bewijs is verkregen door de hiervoor genoemde vormverzuimen.

3.3

Oordeel van de rechtbank

Net als de officier van justitie vindt de rechtbank dat de verweren van de raadsvrouw falen. Het volgende is hiervoor redengevend.

Het enige verzuim dat de rechtbank heeft kunnen constateren is dat in het schriftelijke bevel observatie niet is aangekruist dat het een bevestiging was van het mondelinge bevel van
28 september 2018 en dat het schriftelijk bevel laat is opgemaakt. Voor zover dit al een vormverzuim zou opleveren, ziet de rechtbank niet in hoe en welk belang van verdachte hierdoor zou zijn geschaad. Het bevel was immers gericht tegen een ander dan verdachte en de geobserveerde Volkswagen Golf staat niet op naam van verdachte.

Daarnaast is van belang dat van het ontbreken van stukken dan wel het mogelijk onthouden van stukken door het Openbaar Ministerie de rechtbank niet is gebleken. De rechtbank heeft geen enkele reden te twijfelen aan de mededeling van de officier van justitie dat alle op de zaak betrekking hebbende stukken aan het dossier zijn toegevoegd. Indien de raadsvrouw nader onderzoek had gewenst naar bijvoorbeeld naar glas- of schoensporen, dan had zij
- zoals de officier van justitie terecht heeft opgemerkt - een daartoe strekkend verzoek kunnen indienen. De raadsvrouw heeft daar voldoende gelegenheid voor gehad, maar heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.

Nu de rechtbank heeft geoordeeld dat geen sprake is van enig vormverzuim jegens verdachte komt zij niet toe aan de bespreking van de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in het vervolgen van verdachte of het verweer tot bewijsuitsluiting.

4 Waardering van het bewijs
4.1

Het standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie vindt de feiten 1, 3 subsidiair, 4 en 5 bewezen op grond van de bewijsmiddelen in het dossier. Voor feit 3 primair heeft de officier van justitie vrijspraak gevorderd, omdat het dossier onvoldoende aanknopingspunten biedt voor de betrokkenheid van verdachte bij dit feit.

4.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw van verdachte heeft voor de feiten 2, 3 primair, 4 en 5 vrijspraak bepleit wegens het ontbreken van voldoende overtuigend bewijs. Ten aanzien van feit 1 heeft de raadsvrouw zich voor het bewijs gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

Ten aanzien van de inbraken op 26 en 27 september 2018 (feit 2) heeft de raadsvrouw gesteld dat het enkele aantreffen van een bloedspoor van verdachte aan een ruit van het pand waarin de inbraak heeft plaatsgevonden onvoldoende bewijs oplevert om verdachte aan deze inbraak te koppelen. Verdachte is niet op de plaats delict gezien en processen-verbaal van getuigenverklaringen over het kenteken van de auto die is gezien tijdens de inbraak ontbreken in het dossier.

Ten tijde van de diefstal van de Volkswagen op 13 februari 2018 zat verdachte gedetineerd. Hij kan de auto dus niet gestolen hebben.

De raadsvrouw heeft verder bepleit dat voor de beschuldigingen van het gevaarlijk rijden en het niet hebben van een geldig rijbewijs niet vast is komen te staan dat verdachte bestuurder was van de Volkswagen op 5 oktober 2018. Van medeplegen kan geen sprake zijn, nu niet valt vast te stellen welke bijdrage verdachte heeft geleverd aan de rijstijl van de bestuurder van de Volkswagen.

4.3

Het oordeel van de rechtbank

4.3.1

Vrijspraak voor feit 3

De rechtbank zal verdachte vrijspreken van feit 3; de diefstal dan wel heling van de Volkswagen. De rechtbank stelt vast dat verdachte ten tijde van de diefstal gedetineerd zat wat maakt dat hij de Volkswagen niet gestolen kan hebben. Ook de heling kan niet worden bewezen, nu uit...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT