Uitspraak Nº 13/654193-18. Rechtbank Amsterdam, 2019-09-27

ECLIECLI:NL:RBAMS:2019:7052
Docket Number13/654193-18
Date27 Septiembre 2019
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)
RECHTBANK AMSTERDAM

VERKORT VONNIS

Parketnummer: 13/654193-18

Datum uitspraak: 27 september 2019

Verkort vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboortegegevens] 1975,

ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [adres] .

1 Het onderzoek ter terechtzitting

Op 13 september 2019 heeft het onderzoek ter terechtzitting plaatsgevonden. Verdachte was daarbij aanwezig. Daarnaast was als raadsman van verdachte aanwezig mr. R.G.E. de Vries.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. W.J. de Graaf en van wat verdachte en zijn raadsman naar voren hebben gebracht.

2 Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort samengevat – tenlastegelegd dat hij zich in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 19 december 2018 heeft schuldig gemaakt aan

1. oplichting van International Card Services B.V. (hierna ICS) door het wijzigen van de accounts van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en vervolgens met die gegevens creditcards aan te maken en te laten verzenden;

2. oplichting van ICS door in het personeelsbestand van ICS te laten opnemen dat hij woonachtig is in Breda en reiskosten voor dit traject heeft gedeclareerd terwijl hij in [woonplaats] zou verblijven;

3. misbruik van de identificerende persoonsgegevens van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] ;

4. valsheid in geschrift door creditcards en/of pincodes ten name van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] valselijk op te maken met het oogmerk om deze te gebruiken en/of door deze creditcards en pincodes te gebruiken;

5. diefstal van ICS van geldbedragen van in totaal € 15.000,- door middel van een valse sleutel, te weten één of meer creditcards op naam van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] .

De precieze tekst van de tenlastelegging is opgenomen in de bijlage bij dit vonnis.

3 Waardering van het bewijs
3.1

Het standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten, met uitzondering van het onder 2 tenlastegelegde.

3.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft onder verwijzing naar zijn schriftelijke pleitnotitie, kort samengevat, naar voren gebracht dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 2 tenlastegelegde. De raadsman refereert zich aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van het onder 1, 3, 4 en 5 tenlastegelegde

3.3

Het oordeel van de rechtbank

3.3.1

Vrijspraak van het onder 2 tenlastegelegde

De rechtbank acht, met de raadsman en de officier van justitie, niet bewezen hetgeen onder 2 is tenlastegelegd, nu wegens gebrek aan bewijs niet kan worden vastgesteld dat verdachte een reiskostenvergoeding heeft ontvangen van ICS. Dat verdachte een reiskostenvergoeding zou hebben gekregen en dat hij zou hebben laten opnemen in het personeelsbestand dat hij woonachtig zou zijn te Breda blijkt immers alleen uit de aangifte. Verdachte zal daarom worden vrijgesproken van het onder 2 tenlastegelegde.

3.3.2

Vrijspraak van het onder 4 tenlastegelegde

De rechtbank acht ook niet bewezen hetgeen onder 4 is tenlastegelegd. De rechtbank overweegt daartoe dat geen sprake is van valsheid in geschrifte omdat de teksten op de creditcards en ook de pincodes op zichzelf niet vals zijn. Verdachte zal daarom worden vrijgesproken van het onder 4 tenlastegelegde.

3.3.3

Het oordeel over de overige tenlastegelegde feiten

De rechtbank is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen, waaronder de bekennende verklaring van verdachte die inhoudt dat het klopt dat hij gegevens in het systeem heeft gewijzigd, nieuwe betaalkaarten heeft aangevraagd en heeft opgestuurd naar een door hem gekozen adres en dat hij geld van de rekeningen heeft gepind, blijkt dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting van ICS, misbruik van identificerende persoonsgegevens en diefstal met valse sleutel.

Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde:

De rechtbank stelt aan de hand van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting vast dat verdachte de adressen van de betreffende kaarthouders heeft gewijzigd en nieuwe creditcards op hun naam heeft aangevraagd, terwijl zij hierom niet hadden gevraagd en dit zonder hun medeweten gebeurde. Deze handelingen leveren naar het oordeel van de rechtbank een samenweefsel van verdichtsels op, nu verdachte ICS daardoor een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven. Door dit samenweefsel van verdichtsels heeft verdachte ICS bewogen tot afgifte van de vijf creditcards ten name van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] .

Ten aanzien van het onder 5 tenlastegelegde:

Ten aanzien van het tenlastegelegde medeplegen oordeelt de rechtbank als volgt. Op 18 en 19 december 2018 rond middernacht zijn twee frauduleuze geldopnames gedaan met de creditcard op naam van [slachtoffer 4] bij een pinautomaat in Almere . Op de camerabeelden van de pinautomaat is op het tijdstip van de frauduleuze geldopnames een vermomde vrouw te zien met een sjaal voor haar gezicht. Later blijkt dat deze vrouw de ex-partner van verdachte is. Zij heeft verklaard dat zij om 23:55 uur en om 00:05 uur geld heeft opgenomen met een kaart die zij van verdachte had gekregen terwijl verdachte in de auto op haar wachtte. De rechtbank is van oordeel dat de omstandigheden dat de ex-partner van verdachte vermomd was en precies vijf minuten voor en vijf minuten na middernacht geld heeft opgenomen met een kaart die niet op naam stond van haarzelf of van verdachte maken dat de onder 5 sub d tenlastegelegde diefstal op 18 en 19 december 2018 gezamenlijk is uitgevoerd door verdachte en zijn ex-partner, waardoor bewezen kan worden dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking en dus van medeplegen van dat feit.

4 Bewezenverklaring

De rechtbank acht bewezen dat verdachte

ten aanzien van feit 1:

in de periode van 1 januari 2018 tot en met 19 december 2018 in...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT