Uitspraak Nº 13/665393-16 en 13/674012-18. Rechtbank Amsterdam, 2019-05-28

ECLIECLI:NL:RBAMS:2019:3755
Docket Number13/665393-16 en 13/674012-18
Date28 Mayo 2019
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)
RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS

Parketnummers: 13/665393-16 en 13/674012-18

Datum uitspraak: 28 mei 2019

Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1985,

ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [adres] .

1 Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 1, 2, 4 en 10 april 2019. Het onderzoek is gesloten op 28 mei 2019.

De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd. Deze zaken worden hierna als respectievelijk zaak A en zaak B aangeduid.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie,

mr. F.E.A. Duyvendak, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. S. Schuurman, naar voren hebben gebracht.

2 Tenlastelegging

Aan verdachte is in zaak A – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan:

1. het medeplegen of alleen plegen van gewoontewitwassen van servers, geheugenkaarten en computerapparatuur ter waarde van in totaal 93.254 euro in de periode van 7 oktober 2015 tot en met 3 november 2015 en in de periode van

14 juli 2016 tot en met 19 juli 2016 in Amsterdam dan wel Nederland;

2. het medeplegen of alleen plegen van flessentrekkerij in de periode van 7 oktober 2015 tot en met 3 november 2015 en in de periode van 14 juli 2016 tot en met 19 juli 2016 in Amsterdam dan wel Nederland ten aanzien van:

a. 6 servers, 28 geheugenkaarten, 1 server en 16 geheugenkaarten van het bedrijf [naam bedrijf 1] ter waarde van in totaal 28.480 euro;

b. servers en geheugenkaarten van het bedrijf [naam bedrijf GmbH] ter waarde van in totaal 18.718 euro;

c. 8 servers, 10 stuks computertoebehoren, 2 servers en 5 stuks computertoebehoren van het bedrijf [naam bedrijf 2] ter waarde van in totaal 46.056 euro;

3. het medeplegen of alleen plegen van oplichting van het bedrijf [naam bedrijf BV 1] in de periode van 1 mei 2016 tot en met 30 juni 2016 in Amsterdam, Waalre dan wel in Nederland voor een bedrag van in totaal 194.000 euro;

4. het medeplegen of alleen plegen van poging tot oplichting van het bedrijf [naam bedrijf BV 1] in de periode van 23 juni 2016 tot en met 6 juli 2016 in Amsterdam dan wel Nederland voor een bedrag van in totaal 92.323 euro;

5. het medeplegen of alleen plegen van het gebruik maken van valse facturen gericht aan [naam bedrijf BV 2] , [naam bedrijf BV 3] en [naam bedrijf BV 4] . in de periode van 1 mei 2016 tot en met 30 juni 2016 in Amsterdam dan wel in Nederland;

6. het medeplegen of alleen plegen van oplichting van het bedrijf [naam bedrijf BV 5] in de periode van 1 augustus 2016 tot en met 15 september 2016 in Amsterdam dan wel Nederland voor een bedrag van in totaal 92.899 euro;

7. het medeplegen of alleen plegen van oplichting van het bedrijf [naam bedrijf BV 6] . in de periode van 14 oktober 2016 tot en met 24 november 2016 in Amsterdam, Obdam dan wel in Nederland voor een bedrag van in totaal 121.192 euro;

8. het medeplegen of alleen plegen van poging tot afpersing van [persoon 1] op

24 november 2016 en 25 november 2016 in Amsterdam (primair) dan wel bedreiging van [persoon 1] op 24 november 2016 en 25 november 2016 in Amsterdam (subsidiair).

Aan verdachte is in zaak B – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan:

- het besturen van een auto met een ongeldig verklaard rijbewijs op 18 juli 2016 en 30 augustus 2016 in Amsterdam.

De tekst van de integrale tenlasteleggingen is opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3 Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4 Bewijs
4.1

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft ten aanzien van alle in zaak A (primair) ten laste gelegde feiten geconcludeerd tot bewezenverklaring.

Ook het in zaak B ten laste gelegde feit kan volgens de officier van justitie worden bewezen.

4.2

Standpunt van verdachte

De raadsman van verdachte heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van de in zaak A onder 2, 7 en 8 ten laste gelegde feiten en het in zaak B ten laste gelegde feit.

Ten aanzien van de overige ten laste gelegde feiten, die verdachte heeft bekend, heeft de raadsman geen bewijsverweer gevoerd.

4.3

Oordeel van de rechtbank

4.3.1

Bewezenverklaring

De rechtbank acht bewezen dat verdachte

Zaak A

1.

op tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 7 oktober 2015 tot en met

3 november 2015 en op tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 14 juli 2016 tot en met 19 juli 2016 in Nederland, telkens tezamen en in vereniging met een ander, voorwerpen, te weten servers en geheugenkaarten en computerapparatuur met een totale waarde van ongeveer 93.254 euro heeft overgedragen en omgezet, terwijl hij, verdachte, en zijn mededader telkens wisten dat die voorwerpen geheel - onmiddellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf,

terwijl hij, verdachte, en zijn mededader van het plegen van deze feiten een gewoonte hebben gemaakt;

2.

in de periode van 7 oktober 2015 tot en met 3 november 2015 en in de periode van

14 juli 2016 tot en met 19 juli 2016 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander een beroep of gewoonte heeft gemaakt van het kopen van na te noemen goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich en een ander de beschikking over die goederen te verzekeren, immers heeft hij, verdachte, en zijn mededader telkens met voormeld oogmerk na te noemen goederen gekocht:

a)

in de periode van 7 oktober 2015 tot en met 3 november 2015 6 servers en

28 geheugenkaarten (ter waarde van ongeveer 20.660 euro) en 1 server en 16 geheugenkaarten (ter waarde van ongeveer 7.820 euro) van het bedrijf [naam bedrijf 1] ;

b)

in de periode van 13 oktober 2015 tot en met 21 oktober 2015 een aantal servers en geheugenkaarten (ter waarde van ongeveer 18.718 euro) van het bedrijf [naam bedrijf GmbH] );

c)

in de periode van 14 juli 2016 tot en met 19 juli 2016 8 servers en 10 computertoebehoren (ter waarde van ongeveer 34.021 euro) en 2 servers en 5 computertoebehoren (ter waarde van ongeveer 12.035 euro) van het bedrijf [naam bedrijf 2] ;

3.

in de periode van 1 mei 2016 tot en met 30 juni 2016 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een of meer listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [naam bedrijf BV 1] heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen tot een totaal van ongeveer 194.000 euro,

hebbende hij, verdachte, en zijn mededader met vorenomschreven oogmerk -

zakelijk weergegeven - telkens valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid

-contact gelegd met [naam bedrijf BV 1] en

-een contract met [naam bedrijf BV 1] afgesloten waarbij werd overeengekomen dat [naam bedrijf BV 1] facturen van [naam bedrijf BV 7] gericht aan klanten van [naam bedrijf BV 7] aankoopt en

-een aantal facturen van bestaande bedrijven/debiteuren aan [naam bedrijf BV 1] verkocht, welke debiteuren facturen aan [naam bedrijf BV 1] hebben voldaan en

- vervolgens als debiteuren [naam bedrijf BV 2] en [naam bedrijf BV 3] aangeleverd en

- 4 facturen van [naam bedrijf BV 2] (ter waarde van ongeveer 110.964 euro) en 3 facturen van [naam bedrijf BV 3] (ter waarde van ongeveer 83.226 euro) verkocht aan [naam bedrijf BV 1] ,

zulks terwijl hij, verdachte, en zijn mededader telkens geen goederen hebben geleverd aan [naam bedrijf BV 2] en [naam bedrijf BV 3] ,

waardoor [naam bedrijf BV 1] telkens werd bewogen tot bovenomschreven afgiften;

4.

in of omstreeks de periode van 23 juni 2016 tot en met 6 juli 2016 in Nederland,

tezamen en in vereniging met een ander,

telkens ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door, door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en listige kunstgrepen en een samenweefsel van verdichtsels, opzettelijk het bedrijf [naam bedrijf BV 1] te bewegen tot het kopen van facturen gericht aan het bedrijf [naam bedrijf BV 4] . en tot het uitbetalen aan [naam bedrijf BV 7] van de koopsommen voor de facturen van [naam bedrijf BV 4] . (tot een totaal van 92.323 euro)

met zijn mededader, opzettelijk listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid in opgemelde periode

telefonisch contact heeft gehad met het bedrijf [naam bedrijf BV 1] , waarbij hij, verdachte, en zijn mededader zich voordeden als [naam 1] / [naam 1] van [naam bedrijf BV 2] en in die telefoongesprekken hebben aangegeven

- dat er vertraging was in de betaling(en) door [naam bedrijf BV 2] aan [naam bedrijf BV 1] en

- dat hij, [naam 1] , zijn best zou doen om te zorgen dat [naam bedrijf BV 2] zo snel mogelijk zou betalen en

- dat de uitbetaling(en) klaar stonden en morgen zou(den) plaatsvinden en

- dat de ontstane betalingsachterstand vervelend is voor [naam bedrijf BV 7] en dat het voor [naam bedrijf BV 7] (als kleine leverancier) opgelost moet worden

en

een of meer betalingen aan [naam bedrijf BV 1] heeft gedaan (van in totaal ongeveer 29.000 euro,) waarbij de indruk werd gewekt dat deze betaling(en) afkomstig was/waren van [naam bedrijf BV 2]

en

een email aan [naam bedrijf BV 1] met daarbij een vals...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT