Uitspraak Nº 13/702538-18. Rechtbank Amsterdam, 2019-12-31

ECLIECLI:NL:RBAMS:2019:9878
Date31 Diciembre 2019
Docket Number13/702538-18
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)
RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS

Parketnummer: 13/702538-18

Datum uitspraak: 31 december 2019

Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1986 te [geboorteplaats] ,

ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres

[adres] .

1 Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 18 december 2019. Verdachte was hierbij aanwezig.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. N.M. van Ditzhuyzen, en van wat verdachte naar voren heeft gebracht.

2 Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort samengevat – ten laste gelegd dat hij in de periode van 26 oktober 2017 tot en met 25 september 2018, [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] heeft gestalkt (belaagd).

De volledige tekst van de tenlastelegging is opgenomen in een bijlage bij dit vonnis.

3 Waardering van het bewijs
3.1

Standpunt van de officier van justitie

Het feit kan op grond van de bewijsmiddelen in het procesdossier worden bewezen. Verdachte heeft ook bekend de gedragingen te hebben gepleegd.

3.2

Standpunt van verdachte

Verdachte vindt dat hij moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde omdat hij zich er op geen moment van bewust is geweest dat zijn gedragingen strafbaar waren. Daarnaast kan wat hij heeft gedaan, niet worden gekwalificeerd als belaging. Wat door de officier van justitie naar voren is gebracht, ziet juist op bedreiging en niet op stalking.

Verdachte zegt dat hij als voetbalmakelaar enkel opkwam voor een van zijn pupillen en duidelijkheid wilde hebben over een donatie van voetbalvereniging Ajax aan zijn Stichting.

3.3

Oordeel van de rechtbank

Verdachte heeft bekend de gedragingen, zoals onder de gedachtestreepjes in de tenlastelegging genoemd, te hebben gepleegd.

Bij de beoordeling van de vraag of sprake is van belaging (stalking) als bedoeld in artikel 285b, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (Sr) is van belang of sprake is van een stelselmatige inbreuk op iemands persoonlijke levenssfeer. Met stelselmatigheid wordt bedoeld een herhaling van gedragingen, zoals iemand herhaaldelijk lastig vallen. Dat lastig vallen kan op verschillende manieren worden gedaan, zoals het uiten van bedreigingen, het telefonisch of schriftelijk ongewenst benaderen of het voor de woning posten. Het kan gaan om een herhaling van gedragingen, of verschillende gedragingen die samen gezien het stelselmatige karakter bevatten.

Het hoeft niet vast te staan dat het opzet van verdachte ook gericht is geweest op de wederrechtelijkheid en stelselmatigheid van zijn gedragingen (Kamerstukken II 1997-1998, 25 768, nr. 5, p. 14-15) (zie ook HR 20 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2138). Het is voldoende dat verdachte opzet heeft gehad op zijn gedragingen en het maakt daarbij dus niet uit dat verdachte niet wist dat wat hij deed strafbaar is.

Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad kan worden afgeleid dat voor een bewezenverklaring van belaging niet is vereist dat het slachtoffer zich van alle belagingshandelingen direct bewust is geweest, zolang het slachtoffer daarna wel van een van die handelingen op de hoogte is geraakt (zie HR 4 november 2014, ECLI:NL:HR:2014:3095).

Verder geldt dat ook berichten die zijn gestuurd naar de werkplek van het slachtoffer en het zakelijk optreden van het slachtoffer betreffen, als belaging kunnen worden aangemerkt (zie HR 29 juni 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL8642).

Dat gedragingen zich op de openbare weg hebben afgespeeld, maakt niet dat die gedragingen niet als belaging kunnen worden gezien (zie HR 29 juni 2004, ECLI:NL:HR:2004:A05710).

Het maakt daarnaast niet uit of aan verdachte duidelijk is gemaakt dat contact niet als wenselijk wordt gezien (zie HR 2 juni 2015, ECLI:NL:HR:2015:1447).

Om te bepalen of de gedragingen vallen onder belaging zijn verschillende factoren van belang: de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen van de verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer.

Verdachte heeft in de periode van 14 maart 2018 tot en met 25 september 2018, nadat hem per brief van 13 maart 2018 was meegedeeld geen contact meer te zoeken met medewerkers van Ajax, meerdere berichten gestuurd. Deze berichten waren van zeer indringende aard. Zo stuurde hij onder andere de tekst: “ [slachtoffer 4] de kuil die Ajax voor mij heeft gegraven gaat de directie samen met jou in liggen, jij, [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] zijn veel te ver gegaan! Mark my words, na 12 maanden vernederen ga ik jou live live live laten zien wie jullie denken kapot te maken. Ik heb al eens vier jaar opgesloten gezeten en als het moet dan doe ik dit zo weer. Speelkwartier is voorbij [slachtoffer 4] ” en “Wat nou als ik terug zou doen bij jouw kinderen wat jij bij mijn stiefzoon hebt gedaan. Ik kan veel hebben, heb drie jaar opgesloten gezeten, op straat geslapen. Mij krijg je niet snel klein” en “Het leven heeft mij geleerd dat iedereen die een ander wat aan flikt het terug komt. En hoe jullie aan mijn stiefzoon zijn gekomen zal je zien dat er met jullie ( [naam 3] [slachtoffer 2] [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] ) kinderen wat gaat gebeuren” en “Denk dat het wel welletjes is [slachtoffer 4] . Na een jaar lang door jou genegeerd te worden, vernederd te worden tegengewerkt te worden is het klaar, jij weet heel goed waar de waarheid ligt, geld heeft mij nooit geboeid en dat weet je zelf ook. Je wilt me gek maken dan ga je mij krijgen ook.” Op 21 april 2018 heeft verdachte een bericht gestuurd naar [slachtoffer 4] met een foto van de dochter van [slachtoffer 4] . Ook heeft verdachte op 21 april 2018 voor de woning van [slachtoffer 3] in [woonplaats] gestaan en heeft hij een foto van het toegangshek en de woning naar [slachtoffer 4] gestuurd. Op 22 april 2018 heeft verdachte tweemaal visitekaartjes onder de ruitenwisser van de auto van [slachtoffer 4] gedaan.

Na een gesprek op 26 april 2018 tussen verdachte, [naam 1] , manager Veiligheid bij Ajax en [naam 2] , extern veiligheidsadviseur, is het een tijdje relatief rustig, maar vanaf augustus 2018 worden door verdachte meerdere berichten per week gestuurd naar de e-mailadressen van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] . De aanleiding hiertoe bestond erin dat verdachte op 30 juli 2018 een bericht had ontvangen van [naam 2] waarin stond dat als verdachte een brief wilde sturen naar...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT