Uitspraak Nº 13/751439-20. Rechtbank Amsterdam, 2022-10-27

ECLIECLI:NL:RBAMS:2022:6211
Docket Number13/751439-20
Date27 Octubre 2022
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)
RECHTBANK AMSTERDAM INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/751439-20

RK nummer: 20/3136

Datum uitspraak: 27 oktober 2022

UITSPRAAK

op de vordering ex artikel 23 Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 12 juni 2020 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).

Dit EAB is uitgevaardigd op 31 maart 2020 door the District Court of Lublin (Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:

[opgeëiste persoon],

geboren te [geboorteplaats] (Polen) op [geboortedag] 1992,

ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:

[BRP-adres],

hierna te noemen de opgeëiste persoon.

1 Procesgang

De vordering is behandeld op de openbare zitting van 13 oktober 2022. Het verhoor heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. M. Westerman. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsman, mr. J.W. Ebbink, advocaat te Haarlem en door een tolk in de Poolse taal.

De rechtbank stelt vast dat in deze zaak de termijn van 90 dagen waarbinnen de rechtbank ex artikel 22 OLW op het overleveringsverzoek moet beslissen, al is verstreken. Dit betekent dat de rechtbank de beslistermijn niet meer kan verlengen en dat als gevolg daarvan geen grondslag meer bestaat voor gevangenhouding.

2 Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht. De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat hij de Poolse nationaliteit heeft.

3 Grondslag en inhoud van het EAB

In het EAB wordt melding gemaakt van een judgment of the Lublin-Zachód Provincial Court of Lublin dated February 6th 2019 (IX K 554/17).

Uit aanvullende informatie van de Poolse autoriteiten van 11 en 13 oktober 2022 volgt dat the Regional Court in Lublin V Criminal Appeal Division de uitspraak bij arrest van 18 juni 2019 in stand gelaten heeft.

De overlevering wordt verzocht ten behoeve van de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf voor de duur van twee jaar en zes maanden, door de opgeëiste persoon te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat. Van deze straf resteren volgens het EAB nog twee jaar, vijf maanden en 29 dagen. De vrijheidsstraf is aan de opgeëiste persoon opgelegd bij het hiervoor genoemde arrest.

Dit arrest betreft de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.

3.1

Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW

De raadsman heeft betoogd dat de overlevering op grond van artikel 12 OLW moet worden geweigerd. De opgeëiste persoon is op geen enkele zitting in zowel eerste aanleg als in hoger beroep aanwezig geweest en had geen advocaat. Verder is de hoogte van de in hoger beroep opgelegde straf onbekend.

De officier van justitie heeft zich op een standpunt gesteld dat gelet op de aanvullende informatie van 11 oktober 2022 een situatie als bedoeld in artikel 12, onder...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT