Uitspraak Nº 13-993114-17. Rechtbank Amsterdam, 2019-01-29

ECLIECLI:NL:RBAMS:2019:573
Docket Number13-993114-17
Date29 Enero 2019
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13-993114-17

Afdeling Publiekrecht

Teams Strafrecht

Parketnummer: 13-993114-17

Datum uitspraak: 29 januari 2019

Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

Gevestigd op het adres [vestigingsadres] , [vestigingsplaats]

1 Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terecht-zittingen van 11 december 2018 en 29 januari 2019.Verdachte was bij de behandeling van haar strafzaak door haar bestuurder vertegenwoordigd.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. H.J. Hart en van wat de vertegenwoordiger van verdachte, [naam vertegenwoordiger] , en de raadsman mr. W. de Vries naar voren hebben gebracht.

2 Tenlastelegging

Verdachte wordt – na wijziging op de zittingen van 7 september 2018 en 11 december 2018 – ervan beschuldigd dat

1.

zij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 17 augustus 2017 tot en met 23 augustus 2017 te Zaandam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, één (1) rekening-courantovereenkomst) (DOC-092) en/of één (1) addendum (DOC-091), zijnde (telkens) (een)geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken en/of laten opmaken en/of vervalst en/of doen vervalsen en/of laten vervalsen, immers heeft/hebben zij, verdachte en/of haar mededader(s) valselijk en/of in strijd met de waarheid -zakelijk weergegeven- die rekening-courantovereenkomst en/of addendum gedateerd en/of ondertekend op een andere datum dan waarop die rekening-courantovereenkomst en/of dat addendum in werkelijkheid is/zijn opgemaakt en/of ondertekend,

zulks met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken

en/of

zij in of omstreeks de periode van 17 augustus 2017 tot en met 18 oktober 2017 te Zaandam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk voorhanden heeft gehad één (1) rekening-courantovereenkomst (DOC-092) en/of één (1) addendum (DOC-091), zijnde (telkens) (een)geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, terwijl zij, verdachte en/of haar mededader(s) (telkens) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dat/die geschrift(en) bestemd was/waren tot gebruik als ware dat/die geschrift(en) echt en onvervalst, en, bestaande die valsheid en/of vervalsing (telkens) hierin dat die rekening-courantovereenkomst en/of dat addendum gedateerd en/of ondertekend is/zijn op een andere datum dan waarop die rekening-overeenkomst en/of dat addendum in werkelijkheid is/zijn opgemaakt en/of ondertekend;

2.

zij op één (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september 2016 tot en met heden te Zaandam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (van) een of meer voorwerp(en),te weten een of meer geld-bedrag(en) van in totaal circa Euro 632.413,88 althans circa Euro 602.889,63 (AMB-033), in elk geval enig(e) geldbedrag(en)/voorwerp(en),

voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben verworven en/of heeft/hebben omgezet en/of heeft/hebben overgedragen en/of van dat/die geldbedrag(en) en/of dat/die voorwerp(en) gebruik heeft/hebben gemaakt

en/of

van dat/die geldbedrag(en)/voorwerp(en) de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft/hebben verborgen en/of verhuld en/of heeft/hebben verborgen/verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die geldbedrag(en) en/of voorwerp(en) was/waren en/of wie dat/die geldbedrag(en) en/of voorwerp(en) voorhanden had(den)

terwijl zij, verdachte en/of haar mededader(s), (telkens) wist(en) dat dat/die geldbedrag(en) en/of voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk -onmiddellijk of middellijk- (mede) afkomstig was/waren uit enig misdrijf,

terwijl zij, verdachte, en/of haar mededader(s) daarvan een gewoonte heeft/hebben gemaakt.

3 Waardering van het bewijs
3.1

Feiten en omstandigheden

3.1.1

De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.1

3.1.2

Inleiding

Naar aanleiding van een melding van de AFM 2 augustus 2017 dat obligatiefonds [verdachte] (hierna: [verdachte] ) mensen laat investeren in projecten waarvan het twijfelachtig is of deze ooit gerealiseerd worden, is de FIOD een strafrechtelijk onderzoek gestart.

[naam vertegenwoordiger] (hierna: [naam vertegenwoordiger] ) heeft de besloten vennootschappen [verdachte] (hierna ook: [verdachte] ) en [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] )opgericht, met als – ogenschijnlijk – doel het aantrekken van gelden van investeerders ter financiering van de aankoop en exploitatie van grondposities. Op deze grondposities zouden zonneparken worden gebouwd.2 [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ) is enig aandeelhouder en beheerder van [verdachte] . [naam vertegenwoordiger] is (al dan niet indirect) enig bestuurder en (indirect) enig aandeelhouder van zowel [verdachte] , [medeverdachte 1] als van [medeverdachte 2] .3

3.2

Het standpunt van het Openbaar Ministerie

3.2.1

Valsheid in geschrift

De in de tenlastelegging genoemde rekening-courantovereenkomst en het addendum zijn valselijk opgemaakt. Vlak nadat [naam vertegenwoordiger] van de bank te horen had gekregen dat onder meer op de zakelijke rekening van [verdachte] beslag was gelegd, heeft [naam vertegenwoordiger] naar [naam 1] van het administratiekantoor [naam administratiekantoor] ge-e-maild over rekening-courantovereenkomsten. [naam 1] heeft nieuwe overeenkomsten opgemaakt met als datum 17 augustus 2017. [naam vertegenwoordiger] heeft met haar gebeld dat de data aangepast moesten worden, waarop de data zijn veranderd naar 1 januari 2017 en de overeenkomsten naar [naam vertegenwoordiger] zijn gemaild. [naam vertegenwoordiger] wilde kennelijk geantedateerde overeenkomsten hebben die hij aan de bank kon overleggen om te bewijzen dat hij rechtmatig bedragen van [verdachte] en [medeverdachte 2] had geleend. De overeenkomsten zijn in het systeem van [naam administratiekantoor] opgeslagen met wijzigingsdatum 18 augustus 2017.

Hetzelfde geldt voor het addendum, met dien verstande dat dit op 21 augustus 2017 is opgemaakt door [naam 2] van administratiekantoor [naam administratiekantoor] . Met dit addendum wilde [naam vertegenwoordiger] voorwenden dat alles al lang was afgesproken. [naam vertegenwoordiger] heeft deze valse overeenkomst en dit valse addendum opgemaakt samen met dan wel namens de vennootschappen [verdachte] en [medeverdachte 2] .

De overeenkomst en het addendum zijn aangetroffen in het beslag onder [naam vertegenwoordiger] , op het kantooradres van [verdachte] en [medeverdachte 2] . Verdachte heeft deze stukken voorhanden gehad.

3.2.2

Gewoontewitwassen

De officier van justitie is van mening dat bewezen kan worden dat [verdachte] gelden, afkomstig uit enig misdrijf, te weten oplichting, althans verduistering heeft witgewassen.

Op de rekening van [verdachte] is in totaal € 632.500,- gestort door beleggers die ervan uitgingen dat de inleg zou worden gebruikt voor investering in grond voor de aanleg van zonneparken. Door [verdachte] is van dit bedrag € 632.413,88 overgeboekt naar andere aan [naam vertegenwoordiger] gelieerde ondernemingen en daarmee omgezet. In het excel-overzicht is te zien dat op 16 augustus 2017, de dag waarop beslag is gelegd op de bankrekening van [verdachte] , de bankrekening van [verdachte] nagenoeg leeg was. Hiermee staat vast dat dit bedrag is omgezet en gebruikt.

3.3

Het standpunt van de verdediging

3.3.1

Valsheid in geschrift

De raadsman van verdachte heeft vrijspraak van de tenlastegelegde valsheid in geschrift bepleit. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat het ondertekenen van een onjuist geschrift geen valsheid in geschrift oplevert. Daarbij komt dat de rekening-courantverhouding tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] bij de oprichting van [verdachte] is aangegaan, hetgeen blijkt uit de omschrijving van de overboekingen, waar staat “rekening-courant”. [naam vertegenwoordiger] heeft verzocht deze reeds bestaande verhouding schriftelijk vast te leggen. De overeenkomsten zijn qua datering onjuist, inhoudelijk echter niet. Er is geen misleidend element. Daar komt bij dat [naam vertegenwoordiger] geen opdracht heeft gegeven tot het onjuist opstellen van de documenten, waardoor er geen sprake is van medeplegen en evenmin was [naam vertegenwoordiger] zich bewust van de onjuistheid, waardoor er geen sprake is van opzet.

3.3.2

Gewoontewitwassen

Primair heeft de raadsman betoogd dat nu [naam vertegenwoordiger] moet worden vrijgesproken van oplichting en verduistering er geen sprake is van een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT