Uitspraak Nº 13-993116-17. Rechtbank Amsterdam, 2019-01-29

ECLIECLI:NL:RBAMS:2019:554
Date29 Enero 2019
Docket Number13-993116-17
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht

Teams Strafrecht

Parketnummer: 13-993116-17

Datum uitspraak: 29 januari 2019

Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

Gevestigd op het adres [adres]

1 Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 11 december 2018 en 29 januari 2019.Verdachte was bij de behandeling van haar strafzaak door haar bestuurder vertegenwoordigd.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. H.J. Hart en van wat de vertegenwoordiger van verdachte, [vertegenwoordiger van verdachte] , en de raadsman mr. W. de Vries naar voren hebben gebracht.

2 Tenlastelegging

Verdachte wordt ervan beschuldigd dat

1.

zij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 17 augustus 2017 tot en met 1 september 2017 te Zaandam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,

twee (2), althans één of meer rekening-courantovereenkomst(en) (DOC-092 en/of DOC-094) en/of twee (2), althans één of meer addend(um)(a) (DOC-091 en/of DOC-095),

zijnde (telkens) (een)geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken en/of laten opmaken en/of vervalst en/of doen vervalsen en/of laten vervalsen, immers heeft/hebben zij, verdachte en/of haar mededader(s) valselijk en/of in strijd met de waarheid -zakelijk weergegeven-

die rekening-courantovereenkomst(en) en/of addend(um)(a) gedateerd en/of ondertekend op een andere datum dan waarop die rekening-courantovereekomst(en) en/of addend(um)(a) in werkelijkheid is/zijn opgemaakt en/of ondertekend,

zulks met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken

en/of

zij in of omstreeks de periode van 17 augustus 2017 tot en met 18 oktober 2017 te Zaandam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk voorhanden heeft gehad

twee (2), althans één of meer rekening-courantovereenkomst(en) (DOC-092 en/of DOC-094) en/of twee (2), althans één of meer addend(um)(a) (DOC-091 en/of DOC-095),

zijnde (telkens) (een)geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, terwijl zij, verdachte en/of haar mededader(s) (telkens) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dat/die geschrift(en) bestemd was/waren tot gebruik als ware dat/die geschrift(en) echt en onvervalst, en, bestaande die valsheid en/of vervalsing (telkens) hierin

dat die rekening-courantovereenkomst(en) en/of addend(um)(a) gedateerd en/of ondertekend is/zijn op een andere datum dan waarop die rekening-overeenkomst(en) en/of addend(um)(a) in werkelijkheid is/zijn opgemaakt en/of ondertekend;

2.

zij op één (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september 2016 tot en met heden te Zaandam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (van) een of meer voorwerp(en),

te weten een of meer geldbedrag(en) van in totaal

circa Euro 531.400,-, althans Euro 515.605,05 (AMB-033), in elk geval enig(e) geldbedrag(en)/voorwerp(en),

voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben verworven en/of heeft/hebben omgezet en/of heeft/hebben overgedragen en/of van dat/die geldbedrag(en) en/of dat/die voorwerp(en) gebruik heeft/hebben gemaakt en/of

van dat/die geldbedrag(en)/voorwerp(en) de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft/hebben verborgen en/of verhuld en/of heeft/hebben verborgen/verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die geldbedrag(en) en/of voorwerp(en) was/waren en/of wie dat/die geldbedrag(en) en/of voorwerp(en) voorhanden had(den)

terwijl zij, verdachte en/of haar mededader(s), (telkens) wist(en) dat dat/die geldbedrag(en) en/of voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk -onmiddellijk of middellijk- (mede) afkomstig was/waren uit enig misdrijf,

terwijl zij, verdachte, en/of haar mededader(s) daarvan een gewoonte heeft/hebben gemaakt.

3 Waardering van het bewijs
3.1

Feiten en omstandigheden

3.1.1

De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.1

3.1.2

Inleiding

Naar aanleiding van een melding van de AFM 2 augustus 2017 dat obligatiefonds [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ) mensen laat investeren in projecten waarvan het twijfelachtig is of deze ooit gerealiseerd worden, is de FIOD een strafrechtelijk onderzoek gestart.

[vertegenwoordiger van verdachte] (hierna: [vertegenwoordiger van verdachte] ) heeft twee besloten vennootschappen opgericht, [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ) en [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ), met als – ogenschijnlijk – doel het aantrekken van gelden van investeerders ter financiering van de aankoop en exploitatie van grondposities als zonneparken.2 [verdachte] (hierna: [verdachte] ) is enig aandeelhouder en beheerder van beide vennootschappen. [vertegenwoordiger van verdachte] is (al dan niet indirect) enig bestuurder en enig aandeelhouder van al deze vennootschappen. 3

3.2

Het standpunt van het Openbaar Ministerie

3.2.1

Valsheid in geschrift

De in de tenlastelegging genoemde rekening-courantovereenkomsten en addenda zijn valselijk opgemaakt. Vlak nadat [vertegenwoordiger van verdachte] van de bank te horen had gekregen dat op de zakelijke rekeningen van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] beslag was gelegd, heeft [vertegenwoordiger van verdachte] naar [naam 1] van het administratiekantoor [naam administratiekantoor] ge-e-maild over rekening-courantovereenkomsten. [naam 1] heeft nieuwe overeenkomsten opgemaakt met als datum 17 augustus 2017. [vertegenwoordiger van verdachte] heeft met haar gebeld dat de data aangepast moeten worden, waarop de data zijn veranderd naar 1 januari 2017 en de overeenkomsten naar [vertegenwoordiger van verdachte] zijn gemaild. [vertegenwoordiger van verdachte] wilde kennelijk geantedateerde overeenkomsten hebben die hij aan de bank kon overleggen om te bewijzen dat hij rechtmatig bedragen van [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] had geleend. De overeenkomsten zijn in het systeem van [naam administratiekantoor] opgeslagen met wijzigingsdatum 18 augustus 2017.

Hetzelfde geldt voor de addenda, met dien verstande dat deze op 21 augustus 2017 zijn opgemaakt door [naam 2] van administratiekantoor [naam administratiekantoor] . Met deze addenda wilde [vertegenwoordiger van verdachte] voorwenden dat alles al lang was afgesproken. [vertegenwoordiger van verdachte] heeft deze valse overeenkomsten en addenda opgemaakt samen met dan wel namens de vennootschappen [medeverdachte 1] en [verdachte] .

De overeenkomsten en addenda zijn aangetroffen in het beslag onder [vertegenwoordiger van verdachte] , op het kantooradres van [medeverdachte 1] en [verdachte] . Verdachte heeft deze stukken voorhanden gehad.

3.2.2

Gewoontewitwassen

De officier van justitie is van mening dat bewezen kan worden dat [verdachte] gelden heeft ontvangen die afkomstig waren uit enig misdrijf, te weten oplichting althans verduistering en witwassen door [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . [verdachte] wist dit, omdat haar middellijk enig aandeelhouder en -bestuurder [vertegenwoordiger van verdachte] was. [verdachte] heeft de gelden omgezet en/of gebruikt, omdat gebleken is dat op 16 augustus 2017 nog slechts € 0,29 op de rekening van [verdachte] aanwezig was.

3.3

Het standpunt van de verdediging

3.3.1

Valsheid in geschrift

De raadsman van verdachte heeft vrijspraak van de tenlastegelegde valsheid in geschrift bepleit. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat het ondertekenen van een onjuist geschrift geen valsheid in geschrift oplevert. Daarbij komt dat de rekening-courantverhoudingen bij de oprichting van de vennootschappen zijn aangegaan, hetgeen blijkt uit de omschrijving van de overboekingen, waar staat “rekening-courant”. [vertegenwoordiger van verdachte] heeft verzocht deze reeds bestaande verhoudingen schriftelijk vast te leggen. De overeenkomsten zijn qua datering onjuist, inhoudelijk echter niet. Er is geen misleidend element. Daar komt bij dat [vertegenwoordiger van verdachte] geen opdracht heeft gegeven tot het onjuist opstellen van de documenten, waardoor er geen sprake is van medeplegen en evenmin was [vertegenwoordiger van verdachte] zich bewust van de onjuistheid, waardoor er geen sprake is van opzet.

3.3.2

Gewoontewitwassen

Primair heeft de raadsman betoogd dat nu [vertegenwoordiger van verdachte] moet worden vrijgesproken van oplichting en verduistering er geen sprake is van een gronddelict om tot een bewezenverklaring van witwassen te komen.

Subsidiair kan [vertegenwoordiger van verdachte] als (indirect) aandeelhouder van [verdachte] met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] worden vereenzelvigd. Hiermee kan het overdragen en omzetten worden gezien als een ‘vestzak-broekzak-handeling’. Het verwerven en voorhanden hebben vallen hierbij onder de kwalificatie-uitsluitingsgrond. Ten slotte blijkt niet dat [vertegenwoordiger van verdachte] of de vennootschappen de herkomst van het onttrokken geld heeft willen verhullen, zodat vrijspraak dient te volgen.

3.4

Het oordeel van de rechtbank

3.4.1

Valsheid in geschrift

Uit financieel onderzoek is gebleken dat door de investeerders van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in totaal € 1.155.000,- is ingelegd.4 Voorts is gebleken dat een groot deel van de geïnvesteerde gelden van de rekening van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT