Uitspraak Nº 14-00398 tot en met 14-00420. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2015-08-21
ECLI | ECLI:NL:GHSHE:2015:3284 |
Date | 21 Agosto 2015 |
Docket Number | 14-00398 tot en met 14-00420 |
Court | Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland) |
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Kenmerken: 14/00398 tot en met 14/00420
Uitspraak op het hoger beroep van
[belanghebbende] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West Brabant te Breda (hierna: de Rechtbank) van 12 maart 2014, nummers AWB 12/7167 tot en met 12/7173, AWB 12/7175 tot en met 12/7184, AWB 12/7186 tot en met 12/7189 en AWB 12/7191 en 12/7192, in het geding tussen
belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst,
hierna: de Inspecteur,
betreffende de aan belanghebbende voor de jaren 1990 tot en met 2002 opgelegde belastingaanslagen in de inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen (hierna: de IB/PVV), en de voor de jaren 1991 tot en met 2000 opgelegde navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting (hierna: de VB) en de daarbij gegeven beschikkingen.
1Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende zijn met dagtekening 31 december 2002 navorderingsaanslagen in de IB/PVV en in de VB opgelegd. Die navorderingsaanslagen zijn opgelegd met een verhoging (hierna ook: boete). Tevens is bij beschikkingen heffingsrente in rekening gebracht. Het betreft de volgende navorderingsaanslagen en beschikkingen:
Belasting- Soort |
Jaar |
Aanslag- nummer [aanslagnummer] |
Kenmerk Hof |
IB/PVV of VB |
Boete |
Heffings- rente |
|
IB/PVV |
1990 |
H08 |
14/00398 |
f |
9.018 |
9.018 |
4.232 |
VB |
1991 |
K18 |
14/00411 |
f |
3.696 |
3.696 |
1.733 |
Aan belanghebbende zijn met dagtekening 31 mei 2003 navorderingsaanslagen in de IB/PVV en de VB opgelegd. Die navorderingsaanslagen zijn opgelegd met een verhoging of boete (hierna ook: boete). Tevens is bij beschikkingen heffingsrente in rekening gebracht. Het betreft de volgende navorderingsaanslagen en beschikkingen:
Belasting- Soort |
Jaar |
Aanslag- nummer [aanslagnummer] |
Kenmerk Hof |
IB/PVV of VB |
Boete |
Heffings- rente |
|
IB/PVV |
1991 |
H18 |
14/00399 |
f |
12.105 |
12.105 |
4.727 |
IB/PVV |
1992 |
H28 |
14/00400 |
f |
11.666 |
11.666 |
3.861 |
IB/PVV |
1993 |
H38 |
14/00401 |
f |
10.316 |
10.316 |
2.895 |
IB/PVV |
1994 |
H48 |
14/00402 |
f |
8.618 |
8.618 |
2.035 |
VB |
1992 |
K28 |
14/00412 |
f |
3.624 |
3.624 |
1.409 |
VB |
1993 |
K38 |
14/00413 |
f |
3.728 |
3.728 |
1.232 |
VB |
1994 |
K48 |
14/00414 |
f |
3.765 |
3.765 |
1.054 |
VB |
1995 |
K58 |
14/00415 |
f |
3.680 |
3.680 |
867 |
VB |
1996 |
K68 |
14/00416 |
f |
4.200 |
4.200 |
879 |
VB |
1997 |
K78 |
14/00417 |
f |
4.144 |
4.144 |
778 |
VB |
1998 |
K88 |
14/00418 |
f |
4.193 |
4.193 |
652 |
VB |
1999 |
K98 |
14/00419 |
f |
4.144 |
4.144 |
520 |
VB |
2000 |
K07 |
14/00420 |
f |
4.626 |
4.626 |
414 |
Aan belanghebbende zijn met dagtekening 6 juni 2003 navorderingsaanslagen in de IB/PVV opgelegd. Die navorderingsaanslagen zijn opgelegd met een verhoging of boete (hierna ook: boete). Tevens is bij beschikkingen heffingsrente in rekening gebracht. Het betreft de volgende navorderingsaanslagen en beschikkingen:
Belasting- Soort |
Jaar |
Aanslag- nummer [aanslagnummer] |
Kenmerk Hof |
IB/PVV of VB |
Boete |
Heffings- rente |
|
IB/PVV |
1996 |
H67 |
14/00404 |
f |
18.944 |
8.595 |
1.754 |
IB/PVV |
1997 |
H77 |
14/00405 |
f |
18.907 |
8.637 |
1.633 |
IB/PVV |
1998 |
H87 |
14/00406 |
f |
20.100 |
9.320 |
1.460 |
IB/PVV |
1999 |
H97 |
14/00407 |
f |
20.601 |
9.687 |
1.227 |
IB/PVV |
2000 |
H07 |
14/00408 |
f |
23.212 |
11.104 |
1.004 |
Aan belanghebbende is met dagtekening 17 juni 2003 een navorderingsaanslag in de IB/PVV opgelegd. De navorderingsaanslag is opgelegd met een verhoging (hierna ook: boete). Tevens is bij beschikking heffingsrente in rekening gebracht. Het betreft de volgende navorderingsaanslag en beschikking:
Belasting- Soort |
Jaar |
Aanslag- nummer [aanslagnummer] |
Kenmerk Hof |
IB/PVV of VB |
Boete |
Heffings- rente |
|
IB/PVV |
1995 |
H57 |
14/00403 |
f |
18.907 |
8.550 |
1.807 |
Aan belanghebbende zijn met dagtekening 3 december 2004 aanslagen in de IB/PVV opgelegd. Tevens is bij beschikkingen een boete opgelegd en heffingsrente in rekening gebracht. Het betreft de volgende aanslagen en beschikkingen:
Belasting- Soort |
Jaar |
Aanslag- nummer [aanslagnummer] |
Kenmerk Hof |
IB/PVV |
Boete |
Heffings- rente |
|
IB/PVV |
2001 |
H16 |
14/00409 |
f |
25.184 |
9.061 |
833 |
IB/PVV |
2002 |
H26 |
14/00410 |
€ |
12.381 |
4.077 |
248 |
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de Inspecteur met dagtekening 26 juli 2004, in één geschrift, uitspraak gedaan op de bezwaren tegen de in 1.1 tot en met 1.4 bedoelde belastingaanslagen en beschikkingen.
Belanghebbende is van deze uitspraken in beroep gekomen bij het Hof. Het Hof heeft het beroep bij uitspraak van 10 december 2010 gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd en de zaak teruggewezen naar de Inspecteur.
Belanghebbende heeft tegen de in 1.7 bedoelde uitspraak beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep ongegrond verklaard.
Met dagtekening 30 november 2012 heeft de Inspecteur in één geschrift inzake alle belastingaanslagen en beschikkingen uitspraken op bezwaar gedaan.
Belanghebbende is van de in 1.9 bedoelde uitspraken in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 42. De Rechtbank heeft het beroep, al dan niet gedeeltelijk, gegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof. Ter zake van het beroep met kenmerk 14/00398 heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 122. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft schriftelijk gerepliceerd en de Inspecteur heeft schriftelijk gedupliceerd.
De zitting heeft plaatsgehad op 11 maart 2015 te ‘s-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord belanghebbende, vergezeld van zijn gemachtigde, de heer [A] , advocaat te [plaats] , alsmede, namens de Inspecteur, de heren [B] , [C] en [D] .
Belanghebbende heeft te dezer zitting een verzoek gedaan om wraking, als bedoeld in artikel 8:16 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb), van mrs. Van der Vegt en Van Nispen tot Sevenaer, die belast zijn met de behandeling van het hoger beroep. In verband hiermede is het onderzoek ter zitting geschorst. Bij beslissing van de wrakingskamer van 11 maart 2015 is het verzoek om wraking afgewezen.
Het onderzoek ter zitting is daarna op 11 maart 2015 op de nadere zitting hervat in de stand waarin het zich bevond voordat belanghebbende het wrakingsverzoek deed. Aan het slot van deze zitting heeft het Hof het onderzoek geschorst en bepaald dat het vooronderzoek wordt hervat.
Het Hof heeft partijen verzocht schriftelijk inlichtingen te geven en/of onder hen berustende stukken in te zenden, aan welk verzoek zij hebben voldaan.
De nadere zitting heeft plaatsgehad op 18 juni 2015 te ‘s-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord de heer [A] , als gemachtigde van belanghebbende, alsmede, namens de Inspecteur, de heren [E] , [D] en [F] .
Belanghebbende heeft te dezer zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan het Hof en aan de wederpartij.
Aan het slot van de laatste zitting heeft het Hof het onderzoek gesloten.
Van de zittingen zijn processen-verbaal opgemaakt, die in afschrift aan partijen zijn verzonden.
De Rechtbank heeft de volgende, in hoger beroep niet bestreden, feiten vastgesteld, welke feiten het Hof als vaststaand overneemt:
Belanghebbende, geboren op [geboortedatum 1] , is gehuwd met [G] , geboren op [geboortedatum 2] .
Bij brief van 27 oktober 2000 heeft de Belgische Bijzondere belastinginspectie (hierna: BBI) spontaan inlichtingen verstrekt die betrekking hebben op afdrukken van microfiches (hierna: de microfiches) van de KREDIETBANK LUXEMBOURG te Luxemburg (hierna: KBL).
Op basis van de gegevens, verstrekt bij de brief van 27 oktober 2000 door de BBI, is een onderzoek ingesteld door de FIOD-ECD en de Belastingdienst, later bekend geworden als het Rekeningenproject.
Op de microfiches stonden onder andere de volgende regels:
“JUSTIFICATIF DES SOLDES PAR RUBRIQUES IML AU 31/01/1994
(...)
[nummer 1] TER LDO [belanghebbende & G] 126.923,15
(…)
[nummer 2] VUE [belanghebbende & G] -13,14”.
Door [H] is op 24 februari 2005 een proces-verbaal van ambtshandeling opgemaakt betreffende het onderzoek naar de identiteit van de rekeninghouder van de rekening bij de KBL. Uit de match van rekeninghouders komt slechts belanghebbende, gehuwd met [G] als enige rekeninghouder van de KBL-rekening [rekeningnummer] in aanmerking.
De inspecteur heeft belanghebbende bij brief van 8 januari 2002 verzocht om informatie te verstrekken over...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT