Uitspraak Nº 14/00937. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2015-12-08

ECLIECLI:NL:GHARL:2015:9446
Docket Number14/00937
Date08 Diciembre 2015
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

Afdeling belastingrecht

Locatie Arnhem

nummer 14/00937

uitspraakdatum: 8 december 2015

uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Breda van 22 april 2011, nummer AWB 07/3451

in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Dienst Regelingen van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (thans: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland; hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding
1.1.

Aan belanghebbende is onder mestnummer [0000] over het jaar 2000 een naheffingsaanslag (met nummer [0001] ) fosfaatheffing ten bedrage van – per saldo na verrekening – € 276.476,94 opgelegd en een naheffingsaanslag (met nummer [0002] ) stikstofheffing van – per saldo na verrekening – € 13.049,81. Daarbij zijn voorts bij beschikkingen vergrijpboeten aan belanghebbende opgelegd ten bedrage van in totaal € 162.245,94.

1.2.

Deze naheffingsaanslagen en boetebeschikkingen zijn, na daartegen gemaakt bezwaar, bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van de Inspecteur gehandhaafd.

1.3.

Rechtbank Breda (thans: Rechtbank Zeeland-West-Brabant; hierna: de Rechtbank) heeft het door belanghebbende tegen deze uitspraken op bezwaar ingestelde beroep ongegrond verklaard voor zover het de naheffingsaanslagen betrof en gegrond voor zover het de boeten betrof. De boeten zijn door de Rechtbank verminderd tot een bedrag van in totaal € 70.000.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch. Dit hof heeft de uitspraak van de Rechtbank bevestigd.

1.5.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch beroep in cassatie ingesteld. In zijn arrest van 8 augustus 2014, nr. 13/02211, ECLI:NL:HR:2014:2146 (hierna: het verwijzingsarrest) heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie gegrond verklaard, de uitspraak van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch vernietigd en het geding verwezen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (hierna: het Hof) ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van het verwijzingsarrest.

1.6.

Beide partijen hebben een conclusie na verwijzing ingediend.

1.7.

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, voorts de dossiers van de Rechtbank, het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch en de Hoge Raad die op deze zaak betrekking hebben.

1.8.

Het eerste onderzoek ter zitting in de verwijzingsprocedure heeft plaatsgehad op 7 juli 2015 te Arnhem. Aldaar zijn verschenen en gehoord: mr. [A] als de gemachtigde van belanghebbende. Namens de Inspecteur is verschenen mr. [B] . Ter zitting zijn als getuigen gehoord [C] en [D] .

1.9.

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt. Een afschrift hiervan is op 21 juli 2015 aan partijen verzonden.

1.10.

Het Hof heeft het onderzoek ter zitting op de voet van artikel 8:64 van de Algemene wet bestuursrecht geschorst en bepaald dat het vooronderzoek wordt hervat. In dat kader hebben partijen vervolgens nadere stukken ingediend.

1.11.

Het tweede onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 4 november 2015 te Arnhem. Ter zitting zijn verschenen en gehoord: namens belanghebbende haar directeur H. van Deurzen en haar gemachtigde mr. [A] . Namens de Inspecteur is verschenen mr. [B] . Ter zitting zijn als getuigen gehoord [E] en [F] .

1.12.

Belanghebbende heeft een pleitnota overgelegd.

1.13.

Van het verhandelde ter zitting van 4 november 2015 is een proces-verbaal opgemaakt. Een afschrift hiervan is aan deze uitspraak gehecht.

2 Feiten
2.1.

Belanghebbende exploiteert een pluimveehouderij. Zij heeft onder mestnummer [0000] voor het heffingsjaar 2000 aangiften gedaan in de verfijnde fosfaat- en stikstofheffing. Daarbij heeft belanghebbende onder meer een vermindering als bedoeld in artikel 24 van de Meststoffenwet (tekst 2000) in aanmerking genomen van 42 vrachten dierlijke meststoffen die in Duitsland bij [G] GmbH zouden zijn afgeleverd.

2.2.

In 2003 heeft de Algemene Inspectiedienst (hierna: de AID) bij belanghebbende met betrekking tot het jaar 2000 een opsporingsverzoek verricht.

2.3.

Naar aanleiding van de resultaten van het opsporingsonderzoek heeft de Inspecteur geconcludeerd dat belanghebbende in 2000 een kleinere hoeveelheid mest, houdende fosfaat en stikstof, heeft doen afvoeren dan belanghebbende in haar aangiften heeft verwerkt. Het betreft de hiervoor in 2.1 bedoelde 42 vrachten. Op grond hiervan zijn de onderhavige...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT