Uitspraak Nº 14/5539 WIA. Centrale Raad van Beroep, 2016-08-12

ECLIECLI:NL:CRVB:2016:3085
Date12 Agosto 2016
Docket Number14/5539 WIA
CourtCentrale Raad van Beroep (Nederland)

14/5539 WIA, 15/7244 WIA

Datum uitspraak: 12 augustus 2016

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 26 augustus 2014, 13/7456 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[Appellante] te [woonplaats] (appellante)

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

PROCESVERLOOP

De Raad heeft op 18 december 2015 (ECLI:NL:CRVB:2015:4821) een tussenuitspraak gedaan. Bij die tussenuitspraak is het Uwv opgedragen het gebrek in het besluit van
14 april 2015 (bestreden besluit 2) te herstellen met inachtneming van hetgeen in de tussenuitspraak is overwogen.

Bij brief van 13 januari 2016 heeft het Uwv, onder overlegging van een aantal stukken, een nadere onderbouwing van het bestreden besluit gegeven.

Namens appellante heeft mr. R.A.A. Maat hierop een zienswijze ingebracht.

Het Uwv heeft bij brief van 19 april 2016 antwoord gegeven op vragen van de Raad. Daarbij is een rapport van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 18 april 2016 overgelegd. Hierop is namens appellante gereageerd. Het Uwv heeft daarop nog een reactie ingediend.

Bij brief van 16 juni 2016 is namens appellante een nader stuk ingebracht.

De Raad heeft vervolgens met toepassing van artikel 8:57, tweede lid, aanhef en onder c, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), in samenhang met artikel 8:108, eerste lid, van de Awb, afgezien van een nader onderzoek ter zitting en het onderzoek gesloten.

OVERWEGINGEN
1.1.

In de tussenuitspraak is geoordeeld dat de rechtbank met juistheid heeft overwogen dat de beperkingen neergelegd in de Functionele Mogelijkhedenlijst van 4 september 2013 de belastbaarheid van appellante juist weergeven.

1.2.

Verder is geoordeeld dat de arbeidskundige grondslag van bestreden besluit 2 niet berust op een deugdelijke motivering. Appellante wordt weliswaar in staat geacht de voor haar geselecteerde functies administratief medewerker afhandelen (SBC-code 515080) en de functie medisch secretaresse (SBC-code 494010) te vervullen, maar het Uwv heeft onvoldoende onderbouwd dat appellante voldoet aan de diploma-eis voor de functie van medisch codeur (SBC-code 515100). Het Uwv is opdracht gegeven dit gebrek te herstellen.

2.1.

Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft het Uwv een rapport van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 12 januari 2016 ingezonden. Daarin is...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT