Uitspraak Nº 14/5927 WWB. Centrale Raad van Beroep, 2016-11-22

ECLIECLI:NL:CRVB:2016:4606
Date22 Noviembre 2016
Docket Number14/5927 WWB
CourtCentrale Raad van Beroep (Nederland)

14/5927 WWB

Datum uitspraak: 22 november 2016

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van

14 oktober 2014, 14/1646 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[Appellant] te [woonplaats] (appellant)

het college van burgemeester en wethouders van Emmen (college)

PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mr. E.P. Groot, advocaat, hoger beroep ingesteld en nadere stukken ingezonden.

Het college heeft een verweerschrift ingediend en een nader standpunt ingenomen omtrent de hoogte van de opgelegde boete.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 april 2016. Appellant is verschenen, bijgestaan door mr. Groot. Het college is, met bericht, niet verschenen.

OVERWEGINGEN

1. De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.

1.1.

Appellant ontving sinds 1 januari 2012 bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) naar de norm voor een alleenstaande.

1.2.

Op 13 mei 2013 heeft de politie in de woning van appellant een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen met 26 planten. Uit het politieonderzoek kwam naar voren dat de kwekerij kort actief is geweest en er waarschijnlijk geen eerdere oogsten waren. Naar aanleiding van het aantreffen van de kwekerij is appellant uit zijn woning gezet.

1.3.

De officier van justitie heeft bij beschikking op grond van artikel 257a Wetboek van Strafvordering aan appellant een geldboete van € 500,- opgelegd wegens overtreding van artikel 3, aanhef en onder B, van de Opiumwet (OW). Appellant heeft geen verzet tegen deze beschikking gedaan.

1.4.

Naar aanleiding van informatie van de politie over de hennepkwekerij is een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de aan appellant verleende bijstand. In het kader van dit onderzoek is appellant op 6 januari 2014 door een verbalisant van de gemeente Emmen verhoord.

1.5.

Het college heeft bij besluit van 5 februari 2014 de bijstand van appellant over de periode van 1 april 2013 tot en met 13 mei 2013 herzien (lees: ingetrokken) en de over die periode gemaakte kosten van bijstand ten bedrage van € 1.709,11 van appellant teruggevorderd. Aan het besluit ligt ten grondslag dat appellant op 13 mei 2013 een in werking zijnde hennepkwekerij in zijn woning heeft gehad. Appellant heeft in strijd met de op hem rustende inlichtingenverplichting gehandeld door geen melding te maken van de hennepkwekerij als gevolg waarvan het recht op bijstand niet is vast te stellen.

1.6.

Bij besluit van 20 februari 2014 heeft het college aan appellant een bestuurlijke boete opgelegd van € 1.313,42 wegens schending van de inlichtingenverplichting.

1.7.

Bij besluit van 17 april 2014 (bestreden besluit) heeft het college het bezwaar tegen de besluiten van 5 februari 2014 en 20 februari 2014 ongegrond verklaard.

2. Bij de aangevallen uitspraak heeft...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT