Uitspraak Nº 14_2871. Rechtbank Oost-Brabant, 2015-11-06

ECLIECLI:NL:RBOBR:2015:6379
Date06 Noviembre 2015
Docket Number14_2871
RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch

Bestuursrecht

zaaknummer: SHE 14/2871

uitspraak van de meervoudige kamer van 6 november 2015 in de zaak tussen [eiseres] , te [plaats] , eiseres,

(gemachtigde: mr. K. Mutsaers en [persoon A] ),

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenswaard, verweerder,

(gemachtigden: C.C.A. Evers en M. Walta).

Procesverloop

Bij besluit van 16 januari 2014 (het primaire besluit) heeft verweerder het verzoek om tegemoetkoming in planschade ter zake van een drietal objecten aan de Norbertusdreef te Valkenswaard afgewezen.

Bij besluit van 14 juli 2014 (het bestreden besluit) heeft verweerder het door eiseres tegen het primaire besluit gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 maart 2015. Eiseres is vertegenwoordigd door [persoon A] . Verweerder is vertegenwoordigd door zijn gemachtigden.

De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst om partijen in de gelegenheid te stellen om een minnelijke oplossing te beproeven. Partijen hebben de rechtbank bericht dat geen oplossing is bereikt.

De rechtbank heeft vervolgens, na van partijen verkregen toestemming, het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. De rechtbank gaat uit van de volgende feiten.

Het verzoek om planschade heeft betrekking op de objecten gelegen aan de Norbertusdreef te Valkenswaard, kadastraal bekend gemeente Valkenswaard, [sectienummers] . Eiseres is van de eerste 2 objecten eigenaresse geworden op 11 juli 1988 en van het derde object op 2 juli 1993. De objecten betreffen een bedrijfscomplex, bestaande uit een kantorengedeelte met aangebouwde bedrijfsruimten, een aangebouwd(e) woonhuis/bedrijfswoning en een vrijstaand gebouw, alsmede ondergrond, erf, parkeer- en opslagterrein en verdere onroerende voorzieningen. De bedrijfswoning en de bedrijfsopstallen worden verhuurd aan [bouwbedrijf A] .

Het oude planologische regime wordt gevormd door het bestemmingsplan "Agnetendal 1976", inclusief "Administratieve herziening I van bestemmingsplannen met betrekking tot bijgebouwen". Het bestemmingsplan "Agnetendal 1976" is vastgesteld door de gemeenteraad van Valkenswaard (de gemeenteraad) op 31 augustus 1978 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van Noord-Brabant (gedeputeerde staten) op 26 september 1979, waarna het in werking is getreden en onherroepelijk is geworden. De "Administratieve herziening I van bestemmingsplannen met betrekking tot bijgebouwen" is vastgesteld door de gemeenteraad op 30 juni 1994 en goedgekeurd door gedeputeerde staten op 3 februari 1995, waarna het in werking is getreden en onherroepelijk is geworden.

De betrokken gronden hadden de bestemmingen "Woningen in klasse E, eengezinshuizen, met de codering 2b", "Bedrijven", "Tuin I" en "Tuin II". Op 26 maart 1991 heeft verweerder vrijstelling, op grond van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, en bouwvergunning verleend voor de bouw van een open opslagloods en een stalling voor bedrijfswagens.

Van 14 februari 2008 tot en met 12 maart 2008 heeft het voorontwerp van het bestemmingsplan "Dommelen 2009" ter inzage gelegen. Het ontwerp heeft ter inzage gelegen van 8 januari 2009 tot en met 18 februari 2009. Op 1 juli 2010 heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan "Dommelen 2009" vastgesteld. Het bestemmingsplan is in werking getreden op 23 september 2010 en is, wat het betrokken plangebied betreft, onherroepelijk geworden op 22 februari 2012. De betrokken gronden hebben de bestemming "Bedrijf". Binnen het bestemmingsvlak liggen enkele bouwvlakken. Het bebouwingspercentage buiten de bouwvlakken bedraagt 0%.

Van 6 juni 2013 tot en met 17 juli 2013 heeft het ontwerpbestemmingsplan "Getrudisdal-Norbertusdreef" ter visie gelegen. Dit omvat de drie objecten waarop het verzoek om planschade betrekking heeft. De ontwikkeling aan de Gertrudisdal-Norbertusdreef gaat uit van de realisatie van 15 grondgebonden woningen. De bedrijfswoning van de voormalige bedrijfsbebouwing van [bouwbedrijf A] vormt onderdeel van het plan.

Het verzoek om tegemoetkoming in planschade ziet op schade, in de vorm van waardevermindering, in verband met de vaststelling van het bestemmingsplan "Dommelen 2009". De waardevermindering zou het gevolg zijn van het vervallen van de mogelijkheid tot het realiseren van woningen (zes twee-onder-één-kap woningen) in het plangebied en het gegeven dat de reeds aanwezige woning planologisch gezien is gewijzigd in een bedrijfswoning.

De Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ) heeft in december 2013 een definitief advies uitgebracht met betrekking tot de gevraagde tegemoetkoming in planschade. De SAOZ heeft geadviseerd om het verzoek af te wijzen, omdat er sprake is van passieve risicoaanvaarding, gelet op de omstandigheid dat het voorontwerp van het bestemmingsplan "Dommelen 2009" vanaf 14 februari 2008 tot en met 12 maart 2008 en het ontwerp van dit plan vanaf 8 januari 2009 tot en met 18 februari 2009 ter visie hebben gelegen. Eiseres heeft volgens de SAOZ bijna 11 maanden de tijd gehad om de in dit bestemmingsplan gegeven bebouwings- en gebruiksmogelijkheden te realiseren.

Verweerder heeft het advies van de SAOZ gevolgd en het verzoek afgewezen.

2.1

Eiseres stelt zich op het standpunt dat aan het bestreden besluit motiverings- en voorbereidingsgebreken kleven. Niet alle relevante merites van de zaak worden aan de orde gesteld. Tevens is op geen enkele wijze rekening gehouden met het oordeel van de door eiseres ingeschakelde deskundige (Sieben & Lont bestuursrechtadviseurs), die ten aanzien van de passieve risicoaanvaarding tot een geheel ander oordeel komt dan de SAOZ. Verweerder heeft het advies van de SAOZ niet mogen volgen. Verweerder heeft verzuimd de SAOZ te informeren over het feit dat het op 8 januari 2009 ter inzage gelegde ontwerpbestemmingsplan in september 2009, op last van de gemeenteraad, uit procedure is genomen, waarop in december 2009 een gewijzigd ontwerpbestemmingsplan ter visie is gelegd. Verweerder had zich ervan moeten vergewissen dat het onderzoek op zorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden.

2.2

Volgens verweerder is het ontwerpbestemmingsplan niet uit procedure genomen. De vele zienswijzen, de behandeling in de raadscommissie en ambtelijke toetsingen hebben aanleiding gegeven het bestemmingsplan niet vast te stellen, maar op een later moment (10 december 2009) opnieuw - gewijzigd - ter inzage te leggen. Ten aanzien van het perceel Gertrudisdal-Norbertusdreef zijn nauwelijks wijzigingen doorgevoerd. Dat op basis van zienswijzen het bouwvlak ietwat is vergroot en er een aantal aanduidingen is toegevoegd, doet niet af aan het gegeven dat van meet af aan duidelijk was dat de woonbestemming in een bedrijfsbestemming...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT