Uitspraak Nº 15/023108-20. Rechtbank Noord-Holland, 2020-07-31

ECLIECLI:NL:RBNHO:2020:5848
Docket Number15/023108-20
Date31 Julio 2020
CourtRechtbank Noord-Holland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, locatie Alkmaar

Meervoudige strafkamer

Parketnummers:

15/023108-20 + 15/008736-17 (t.t.z. gev.), 15/000235-20 (t.t.z. gev.),

15/024816-20 (t.t.z. gev.) en 96/160960-19 (TUL)

Uitspraakdatum: 31 juli 2020

Tegenspraak

verkort strafvonnis (art. 138b Sv)

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 17 juli 2020 in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,

niet ingeschreven op enig adres in de basisregistratie personen,

thans gedetineerd in het Justitieel Complex Schiphol.

De rechtbank heeft op de terechtzitting van 28 april 2020 de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd.

De zaak met parketnummer 15/023108-20 wordt hierna aangeduid als zaak A.

De gevoegde zaak met parketnummer 15/008736-17 wordt hierna aangeduid als zaak B.

De gevoegde zaak met parketnummer 15/000235-20 wordt hierna aangeduid als zaak C.

De gevoegde zaak met parketnummer 15/024816-20 wordt hierna aangeduid als zaak D.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie,

mr. G. Visser, en van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. G.M. Terlingen, advocaat te Hoorn , naar voren is gebracht.

1 Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

in zaak A

1
hij op of omstreeks 25 januari 2020 te Wervershoof, gemeente Medemblik, in elk geval in Nederland met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een bankpas en/of een mobiele telefoon, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan die [aangever 1] of aan een derde toebehoorde,

en/of
een bankpas en/of een mobiele telefoon, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen


welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [aangever 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,

en welk geweld en/of bedreiging met geweld hieruit bestonden dat verdachte;
- die [aangever 1] bij de keel heeft gepakt, en/of
- in een worsteling is gekomen met die [aangever 1] , waarbij hij, verdachte, die [aangever 1] op de bank heeft geduwd, en/of vervolgens
- tegen die [aangever 1] heeft geschreeuwd "ik wil geld!" en/of "ik wil spullen!", en/of
- bovenop het lichaam van die [aangever 1] is gesprongen, en/of
- meermalen met kracht met gebalde vuisten in/tegen het gezicht van die [aangever 1] heeft geslagen en/of gestompt, en/of
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gepakt en/of vervolgens (met) dit mes heeft geduwd tegen de keel en/of de buik en/of de borst en/of het oor van die [aangever 1] en daarbij heeft geroepen "ik maak je dood!", en/of
- met zijn, verdachtes, vinger(s) heeft geduwd in de ogen van die [aangever 1] , en/of
- de keel van die [aangever 1] heeft dichtgeknepen;

2
hij op of omstreeks 25 januari 2020 te Wervershoof, in de gemeente Medemblik, op of aan de openbare weg de [straat] , in elk geval op of aan een openbare weg, een autosleutel en/of een personenauto (merk Peugeot), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen

welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [aangever 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,

en welk geweld en/of bedreiging met geweld hieruit bestonden dat verdachte:
(binnen)
- die [aangever 1] bij de keel heeft gepakt, en/of
- in een worsteling is gekomen met die [aangever 1] , waarbij hij, verdachte, die [aangever 1] op de bank heeft geduwd, en/of vervolgens
- tegen die [aangever 1] heeft geschreeuwd "ik wil geld!" en/of "ik wil spullen!", en/of
- bovenop het lichaam van die [aangever 1] is gesprongen, en/of
- meermalen met kracht met gebalde vuisten in/tegen het gezicht van die [aangever 1] heeft geslagen en/of gestompt, en/of
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gepakt en/of vervolgens (met) dit mes heeft geduwd tegen de keel en/of de buik en/of de borst en/of het oor van die [aangever 1] en daarbij heeft geroepen "ik maak je dood!", en/of
- met zijn, verdachtes, vinger(s) heeft geduwd in de ogen van die [aangever 1] , en/of
- de keel van die [aangever 1] heeft dichtgeknepen;

(buiten)
- onder bedreiging van een mes die [aangever 1] heeft meegenomen naar de auto, en/of
- die [aangever 1] heeft vastgehouden.

in zaak B

1
hij op of omstreeks 14 januari 2017 te Wieringerwerf, gemeente Hollands Kroon, opzettelijk en wederrechtelijk een goed, te weten de ruiten van de voordeur (adres [adres] ) en/of de buitenspiegel van de auto (kenteken [kenteken] ), dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever 2] heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;

2
hij op of omstreeks 14 januari 2017 te Wieringerwerf, gemeente Hollands Kroon [aangever 3] en/of [aangever 4] (beiden hoofdagent van politie bij eenheid Noord-Holland) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [aangever 3] en/of [aangever 4] dreigend de woorden toegevoegd :"Ga weg of ik moet jullie prikken" en/of "Ik maak jullie dood" en/of "Als jullie binnen komen zullen er koppen rollen" en/of Ik schiet jullie allemaal neer" en/of Ik ga jullie allemaal neersteken", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.

in zaak C

1
hij op of omstreeks 31 december 2019 te Hoogkarspel, gemeente Drechterland [aangever 5] heeft mishandeld door die [aangever 5]
- (met kracht) te duwen tegen zijn lichaam en/of
- bij zijn keel te pakken/grijpen en/of
- (meermalen) met gebalde vuist in zijn gezicht te slaan/stompen;

2
hij op of omstreeks 31 december 2019 te Hoogkarspel, gemeente Drechterland opzettelijk en wederrechtelijk een (voor)deur, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [benadeelde] toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;

3
hij op of omstreeks 31 december 2019 te Hoogkarspel, gemeente Drechterland [aangever 5] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [aangever 5] dreigend de woorden toe te voegen "als ik vrij kom, dan maak ik je dood en ik steek je neer", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.

in zaak D

primair

hij, op of omstreeks 3 januari 2020 te Medemblik, [aangever 6] heeft mishandeld door die [aangever 6] (krachtig) met (de punt van) een mes in zijn (boven)been, althans in het lichaam, te prikken en/of duwen;

subsidiair
hij, op of omstreeks 3 januari 2020 te Medemblik, [aangever 6] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, immers heeft hij, verdachte, opzettelijk dreigend met een mes op en/of tegen het (boven)been, althans op en/of tegen het lichaam, van die [aangever 6] geduwd.

2 Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaken, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3 Beoordeling van het bewijs
3.1

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle aan verdachte ten laste gelegde feiten, met dien verstande dat volgens haar in zaak D het primaire feit is bewezen en bij feit 1 in zaak A sprake is van afpersing (bankpas) en diefstal met geweld (mobiele telefoon), in eendaadse samenloop gepleegd.

3.2

Standpunt van de verdediging

De raadsman heeft geen verweren gevoerd met betrekking tot de in zaak A onder 1 en 2, in zaak B onder 2 en in zaak C onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten.

Bij feit 1 in zaak B heeft de raadsman zich met betrekking tot de vernieling van de ruiten van de voordeur van aangever gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, maar in de visie van de verdediging kan de eveneens ten laste gelegde vernieling van de buitenspiegel van de auto van aangever niet bewezen worden, nu hiervan alleen in de aangifte gewag wordt gemaakt.

De raadsman heeft zich verder op het standpunt gesteld dat verdachte van de in zaak C onder 1 ten laste gelegde mishandeling van zijn broer moet worden vrijgesproken. Volgens de raadsman vindt de aangifte van de broer onvoldoende steun in andere bewijsmiddelen.

Ook voor het in zaak D ten laste gelegde moet naar de mening van de verdediging vrijspraak volgen, zowel voor de primair ten laste gelegde mishandeling, als voor de subsidiair ten laste gelegde bedreiging. Ook hier geldt dat de aangifte onvoldoende wordt ondersteund door andere bewijsmiddelen. Bovendien past het geconstateerde letsel niet bij de verklaring van aangever, aldus de raadsman.

3.3

Oordeel van de rechtbank

3.3.1

Partiële vrijspraak zaak B, feit 1

In zaak B wordt verdachte onder 1 verweten dat hij de ruiten van de voordeur van aangever heeft vernield, alsmede de buitenspiegel van diens auto. Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende bewijs is dat verdachte vernielingen heeft aangericht...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT