Uitspraak Nº 15/032690-18. Rechtbank Noord-Holland, 2019-01-31

ECLIECLI:NL:RBNHO:2019:706
Docket Number15/032690-18
Date31 Enero 2019
CourtRechtbank Noord-Holland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf

Locatie Haarlem

Meervoudige strafkamer

Parketnummer: 15/032690-18 (P)

Uitspraakdatum: 31 januari 2019

Tegenspraak

Vonnis

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 17 januari 2019 in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1985 te [geboorteplaats] (Ghana),

zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,

thans gedetineerd in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum te Vught.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie

mr. E. Visser en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. J.M. Lintz, advocaat te Den Haag, naar voren hebben gebracht.

1 Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

hij op een of meerdere tijdstip(pen) op of omstreeks 14 februari 2018 te Bennebroek, gemeente Bloemendaal, in elk geval in Nederland,

(telkens) [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,

- door omstreeks 11.30 uur, in elk geval op een tijdstip, naar de woning van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] toe te gaan en/of aan te bellen en/of (vervolgens) (nadat de deur open ging) die [slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen: "Dag mevrouw, Hoe is het met uw man? Is hij alweer een beetje rustig? Hij moet mij met rust laten want de wapens staan klaar", althans

woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of

- door omstreeks 12:30/12:55 uur, in elk geval op een tijdstip, (wederom) naar de woning van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] toe te gaan en/of aan te bellen en/of dreigend met een bivakmuts over zijn gezicht/hoofd en/of met een wandelstok met punt in zijn hand(en) voor de woning van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te staan en/of (vervolgens) (nadat de deur open ging) die [slachtoffer 1] de woorden toe te voegen: "Laat je man maar komen, laat hem maar naar buiten komen", althans woorden van gelijke aard en/of strekking (waar die [slachtoffer 2] (telkens) van op de hoogte is geraakt).

2 Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3 Beoordeling van het bewijs
3.1.

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit.

3.2.

Standpunt van de verdediging

De raadsman van verdachte heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van de ten laste gelegde bedreigingen. Primair heeft de raadsman daartoe aangevoerd dat er, gelet op de ontkennende verklaring van verdachte, onvoldoende wettig bewijs is, namelijk alleen de verklaring van aangeefster [slachtoffer 1] . Daarbij dient te worden betrokken dat verdachte in verband met een knieblessure altijd gebruik maakte van een wandelstok en dat er geen aanwijzingen zijn dat verdachte een bivakmuts droeg. Op de door [slachtoffer 2] genomen foto’s is geen bivakmuts te zien. Deze omstandigheden kunnen de aangifte van [slachtoffer 1] derhalve niet ondersteunen. Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat er onvoldoende overtuigend bewijs is, nu niet kan worden uitgesloten dat de (enige) bron van het bewijs (aangeefster [slachtoffer 1] ) door eerdere incidenten met verdachte een (wraak)motief voor het doen van aangifte heeft. Meer subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat geen sprake is van een strafbare bedreiging, nu de in de tenlastelegging genoemde uitlating “de wapens staan klaar” onvoldoende concreet is om aan te nemen dat daaruit de redelijke vrees kon ontstaan dat het misdrijf waarmee werd gedreigd ook zou worden gepleegd. Daarnaast was ook geen sprake van een dreigende houding.

Voorwaardelijk verzoek

Indien de rechtbank niet tot vrijspraak komt, heeft de raadsman de rechtbank verzocht om aangeefster [slachtoffer 1] te horen, zodat de verdediging alsnog van haar ondervragingsrecht gebruik kan maken. Daartoe heeft de raadsman aangevoerd dat de verklaring van aangeefster onvoldoende betrouwbaar is en de onderdelen van de tenlastelegging die door verdachte worden betwist onvoldoende steun vinden in enig ander bewijsmiddel.

3.3.

Oordeel van de rechtbank

3.3.1.

Redengevende feiten en omstandigheden

De rechtbank komt op grond van de feiten en omstandigheden, die zijn vervat in de hierna te noemen bewijsmiddelen, tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit.

De hierna vermelde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.

De verklaring die verdachte ter terechtzitting van 17 januari 2019 heeft afgelegd, – zakelijk weergegeven – onder meer inhoudende:

Ik ben op 14 februari 2018 twee keer naar de woning van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] gegaan en heb aangebeld. Ik had een wandelstok met een punt bij mij.

Een proces-verbaal van aangifte (dossierpagina 1 e.v.). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 14 februari 2018 door aangeefster [slachtoffer 1] ten overstaan van verbalisant afgelegde verklaring:

Op 14 februari 2018, omstreeks 11.30 uur, was ik in mijn woning op de [adres] te Bennebroek, gemeente Bloemendaal. Ik was samen met mijn man in huis. Ik hoorde dat er werd aangebeld. Ik deed de deur open en ik zag een man op een fiets zitten ter hoogte van mijn auto die voor mijn huis geparkeerd stond. Ik herkende de man als de man die vorig jaar in een caravan bij ons in de straat sliep. Mijn man heeft toen een conflict met hem gehad.

Ik hoorde de man het volgende zeggen: "Dag mevrouw, hoe is het met uw man? Is hij alweer een beetje rustig. Hij moet mij met rust laten want de wapens staan klaar!”

Ik voelde mij erg bedreigd. De man sprak tegen mij met een luide stem.

Omstreeks 12.30 uur, hoorde ik de bel van de voordeur gaan. Ik heb even gewacht en daarna de deur van het slot gehaald en de deur open gedaan. Ik zag dat er een man op zijn fiets voor mijn huis op straat stond. Ik zag dat de man er als volgt uitzag:

- Capuchon op

- Zwarte bivakmuts met drie gaten.

Ik weet zeker dat het dezelfde man was als eerder op de dag. Toen ik de deur opende, hoorde ik de man het volgende zeggen: "Laat je man maar komen, laat hem maar naar buiten komen". Ik hoorde aan zijn stem dat het dezelfde man was als eerder op de dag, ik weet het zeker.

Ik ben bang dat de man weer terugkomt om zijn bedreigingen waar te maken.

Een proces-verbaal van aangifte (dossierpagina 6 e.v.). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 16 februari 2018 door aangever [slachtoffer 2] ten overstaan van verbalisant afgelegde verklaring:

Op 14 februari 2018 omstreeks 11.30 uur was ik in de garage bezig met de hond. Ik hoorde dat de bel ging en dat mijn vrouw open deed. Ik hoorde later van mijn vrouw dat de donkere man voor de deur stond, die zij herkende van de vorige keer dat hij voor de deur stond. Ik hoorde mijn vrouw zeggen dat de donkere man had gezegd van: “Zó, hoe is het met uw man? Is hij al een beetje gekalmeerd. Zeg maar tegen hem dat de wapens klaar liggen.”

Op diezelfde 14 februari 2018 omstreeks 12.55 uur zat ik in mijn werkkamer aan de telefoon. Ik zag ineens de donkere man weer mijn oprit op komen lopen. Ik zag dat hij een groene winterjas met een volgens mij donkerkleurige capuchon, en een zwarte bivakmuts met drie gaten droeg. Ik zag dat dit dezelfde man...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT