Uitspraak Nº 15/099944-22. Rechtbank Noord-Holland, 2022-10-27

ECLIECLI:NL:RBNHO:2022:9520
Docket Number15/099944-22
Date27 Octubre 2022
CourtRechtbank Noord-Holland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, locatie Haarlem

Meervoudige strafkamer

Parketnummer: 15/099944-22 (P)

Uitspraakdatum: 27 oktober 2022

Tegenspraak

Vonnis

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 13 oktober 2022 in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1951 te [geboorteplaats] ,

ingeschreven in de basisregistratie personen op het [adres] ,

thans gedetineerd in [detentieadres] .

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie

mr. C.M. Brugman en van hetgeen de verdachte en zijn raadsman, mr. F.F. Kool, advocaat te Haarlem, naar voren hebben gebracht.

1 Tenlastelegging

Aan de verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:

hij op of omstreeks 20 april 2022 te Haarlem ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, met dat opzet (meermalen) (met kracht) met een hamer op/tegen en/of in de richting van het hoofd van die [slachtoffer] heeft geslagen terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

hij op of omstreeks 20 april 2022 te Haarlem ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen met dat opzet (meermalen) (met kracht) met een hamer op/tegen en/of in de richting van het hoofd van die [slachtoffer] heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

2 Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3 Beoordeling van het bewijs
3.1.

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit.

3.2.

Standpunt van de verdediging

De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het primair en subsidiair ten laste gelegde feit, wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs voor een bewezenverklaring.

3.3

Oordeel van de rechtbank

3.3.1.

Redengevende feiten en omstandigheden

De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde op grond van de bewijsmiddelen die in de bijlage bij dit vonnis zijn vervat.

Op grond van de in de bijlage bij dit vonnis genoemde bewijsmiddelen, kan worden vastgesteld dat de verdachte in de plaatselijke supermarkt zijn buurvrouw, aangever [slachtoffer] , is tegengekomen ter hoogte van de uitgang. Hij is vervolgens op haar afgelopen en heeft meermalen met een hamer in haar richting geslagen, als gevolg waarvan aangeefster letsel aan haar hoofd heeft opgelopen.

3.3.2.

Bewijsmotivering

Het verweer van de verdediging, strekkende tot integrale vrijspraak, vindt zijn weerlegging in de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen.

De gedragingen van de verdachte.

De verdachte heeft ter terechtzitting ontkend met de hamer te hebben geslagen. In zijn eerdere bij de politie afgelegde verklaring heeft hij gezegd dat hij weliswaar met de hamer had geslagen, maar daarbij zijn buurvrouw niet zou hebben geraakt. De rechtbank passeert beide verklaringen van de verdachte. In het licht van de veelheid aan door de rechtbank gebruikte wettige bewijsmiddelen, waaronder (naast de aangifte) de door de politie beschreven camerabeelden, de letselbeschrijving en de getuigenverklaringen, zijn de verklaringen van de verdachte niet geloofwaardig. Aan dat oordeel draagt bij de constatering dat de verdachte wisselend heeft verklaard over de gang van zaken tijdens het incident.

Opzet

De rechtbank is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de verdachte het slachtoffer wilde doden. Opzet in onvoorwaardelijke vorm kan daarom niet worden aangenomen. De rechtbank is echter wel van oordeel dat de verdachte voorwaardelijk opzet heeft gehad op de dood van aangeefster.

Voorwaardelijk opzet

De rechtbank stelt voorop dat voorwaardelijk opzet op een bepaald gevolg – zoals in het onderhavige geval de dood van aangeefster – aanwezig is indien de verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat dit gevolg door zijn handelen zal intreden. De beantwoording van de vraag of een gedraging de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg in het leven roept, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Daarbij komt betekenis toe aan de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht. Het moet daarbij gaan om een kans die naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te achten. Niet alleen is vereist dat de verdachte in dat geval wetenschap heeft van de aanmerkelijke kans dat het gevolg zal intreden, maar ook dat hij die kans ten tijde van de gedraging bewust heeft aanvaard of op de koop heeft toegenomen.

De vraag is in hoeverre de verdachte die hiervoor beschreven aanmerkelijke kans op een dodelijke afloop willens en wetens heeft aanvaard.

Het uit de bewijsmiddelen blijkende aanzienlijke geweld dat tegen het slachtoffer is gepleegd levert naar het oordeel van de rechtbank de aanmerkelijke kans op dat zij hierdoor zou komen te overlijden. Daartoe is van belang dat de verdachte meermalen met de hamer, een zogenaamde klauwhamer van ruim 600 gram, heeft uitgehaald en op het slachtoffer heeft ingeslagen. Hij heeft haar daarbij met kracht en doelgericht op haar hoofd geslagen. Het hoofd is een kwetsbaar lichaamsdeel en iemand krachtig met een hamer op het hoofd slaan, kan levensbedreigend zijn.

Naar het oordeel van de rechtbank kan het geweld dat de verdachte heeft toegepast op het slachtoffer, te weten het meermalen slaan met een hamer in de richting van en op het hoofd van het slachtoffer, naar de uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zo zeer gericht op het toebrengen van dodelijk letsel, dat het niet anders kan zijn dan dat de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT