Uitspraak Nº 15-123993-22. Rechtbank Noord-Holland, 2022-10-27

ECLIECLI:NL:RBNHO:2022:9616
Docket Number15-123993-22
Date27 Octubre 2022
CourtRechtbank Noord-Holland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie & Jeugd

Locatie Alkmaar

Meervoudige kamer jeugdstrafzaken

Parketnummer: 15-123993-22 (P)

Uitspraakdatum: 27 oktober 2022

Tegenspraak

Vonnis

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting met gesloten deuren van 13 oktober 2022 in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedag] 2004 te [geboorteplaats] ,

ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres

( [adres] .

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie

mr. D.C. Smits en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. J.M. Neervoort, advocaat te Den Helder, naar voren hebben gebracht.

Voorts heeft de rechtbank kennisgenomen van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] en van wat namens haar ter zitting door haar vader en door mr. M. Berbee, advocaat te Den Helder, naar voren is gebracht.

1 Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

hij op een of meerdere tijdstip(pen) op of omstreeks 20 maart 2022 te Schagen, althans in Nederland, (telkens) met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten het (telkens) een en/of meermalen:
- brengen van zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [slachtoffer] en/of
- brengen van zijn, verdachtes, penis in de anus van die [slachtoffer] en/of
- brengen van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] en/of vingeren van die [slachtoffer] en/of
- brengen van de hand van die [slachtoffer] naar zijn, verdachtes, penis en/of die [slachtoffer] zijn, verdachtes, penis laten betasten en/of
- betasten van de borst(en) van die [slachtoffer] en/of
- kussen op het gezicht van die [slachtoffer] .

2 Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3 Bewijs
3.1.

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit.

3.2.

Standpunt van de verdediging

De verdediging heeft betoogd dat gelet op de politieverklaring van verdachte en de aangifte bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit kan volgen.

3.3.

Redengevende feiten en omstandigheden

De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van de bewijsmiddelen die in de bijlage bij dit vonnis zijn opgenomen.

3.4.

Bewijsoverweging

3.4.1.

De geloofwaardigheid van de verklaring van verdachte ter zitting

Hoewel namens verdachte geen vrijspraak is bepleit, heeft verdachte ter terechtzitting zelf kortgezegd verklaard dat hij heeft gedroomd over een vriendin met wie hij seksueel contact had en zich niet realiseerde dat hij op dat moment daadwerkelijk seksuele handelingen aan het verrichten was bij aangeefster [slachtoffer] .

De rechtbank acht deze verklaring van verdachte niet geloofwaardig.

Verdachte heeft op verschillende momenten iets verklaard over het gebeuren op zondag 20 maart 2022 dat plaatsvond tussen 3.30 en 4.30 uur in zijn slaapkamer.

Allereerst heeft verdachte ook naar eigen zeggen- nadat [slachtoffer] hem na de anale penetratie heeft weggeduwd- niet tegen haar gezegd dat het onbewust tijdens een droom was gebeurd. Daarna heeft hij blijkens het dossier (pv 18) rond 4.35 uur vlak nadat de politie ter plaatse was, gezegd dat hij iets stoms had gedaan en een verkrachting heeft gepleegd. Hij heeft niets gezegd over wakker worden uit een droom.

Vervolgens is hij diezelfde dag op het politiebureau verhoord en heeft hij gedetailleerd over zijn seksuele handelingen verklaard, die bovendien zo goed als één-op-één overeenkomen met de lezing van het slachtoffer zoals verwoord in de aangifte.

In zijn politieverhoor heeft verdachte allereerst aangegeven: “Ik werd wakker en toen is het fout gegaan. (…) ik heb haar aangerand (…) gewoon eerst heel rustig aan voorspel en daarna de penetratie. (…) Ik vroeg nog meerdere malen van slaap je nog, ik kreeg toen geen antwoord. (…) Het gevoel dat ik kreeg dat het goed voelde, maar in mijn achterhoofd dacht ik wat ben ik aan het doen” (pv 63-65).

De rechtbank is van oordeel dat deze onderdelen van zijn verklaring er niet op wijzen dat verdachte tijdens de seks aan het slapen en dromen was.

Het valt de rechtbank daarbij op dat pas wanneer in het verhoor wordt gesproken over mogelijke afspraken vooraf over seks en de politie expliciet de vraag stelt: “Geef je nu aan dat je sliep dat dit gebeurde?” door verdachte wordt beaamd dat hij sliep tijdens de penetratie (pv 65).

In dit verband is echter weer moeilijk te plaatsen dat verdachte vervolgens in zijn politieverhoor beschrijft wat hij van de menstruatie van het slachtoffer heeft gemerkt en dat hij uit eigen beweging opmerkt dat hij tijdens de penetratie voelde dat zij een tampon droeg. Dit belangrijke en met de verklaring van aangeefster kloppende detail in de verklaring van verdachte is naar het oordeel van de rechtbank moeilijk te verenigen met verdachtes lezing dat hij droomde seks te hebben met iemand anders.

Verdachte heeft vervolgens op 12 september 2022 in zijn gesprek met de Raad wat uitgebreider toegelicht dat hij vrijwel direct in bed in slaap is gevallen en pas wakker werd toen hij door aangeefster uit bed werd geduwd en zij hem uitmaakte voor verkrachter. Verdachte had daarbij geen herinnering aan seks, alleen dat het een fijne droom was geweest. Geconfronteerd met de details over seksuele handelingen uit zijn politieverklaring, heeft verdachte tegen de Raad gezegd dat hij zich die details herinnerde door alles wat aangeefster hem na afloop heeft toegeroepen.

Ter zitting is dit gesprek met de Raad besproken en is aan verdachte voorgehouden dat uit het dossier niet blijkt dat aangeefster hem de details van de seksuele handelingen zou hebben toegeroepen. Verdachte heeft vervolgens ter zitting verklaard dat hij zichzelf wel de seks herinnerde maar had gedroomd dat dit met een ander meisje plaatsvond. Ook heeft verdachte ter zitting verklaard dat hij tijdens het moment van vaginale penetratie wel even enigszins wakker was.

Naar het oordeel van de rechtbank ontstaat gelet op het bovenstaande de indruk dat verdachte zijn verklaring in de loop der tijd heeft aangepast of aangevuld met nieuwe elementen. Zo heeft verdachte bijvoorbeeld ook bij de politie verklaard dat hij zover hij weet niet vaker dingen doet in zijn slaap, anders dan op een andere plek wakker worden dan waar hij in slaap is gevallen. Ter terechtzitting heeft verdachte echter verklaard dat hij regelmatig wakker wordt met een ‘vies’ kussen in de zin van dat hij in zijn slaap hiermee seksuele handelingen heeft verricht.

De rechtbank acht het denkbaar dat verdachte -die meerdere malen en ook ter zitting heeft verklaard dat hij het heel erg vindt wat er is gebeurd- uit schaamte gaandeweg zijn verklaring is gaan aanpassen.

Dit alles leidt tot de conclusie dat de rechtbank de lezing van verdachte dat hij de seksuele handelingen met aangeefster niet bewust met haar heeft verricht maar het in een droom is gebeurd, niet geloofwaardig acht. De rechtbank zal daarom uitgaan van de aangifte in combinatie met de relevante onderdelen uit de verklaring van verdachte, zoals afgelegd bij de politie.

3.4.2.

Leveren de verrichte handelingen ontucht op?

De rechtbank stelt vast dat het slachtoffer op 20 maart 2022 net 15 jaar oud was geworden, terwijl verdachte op die dag bijna 18 jaar oud was. De rechtbank meent – met de officier van justitie –dat een leeftijdsverschil van 3 jaar gelet op de levensfase van het slachtoffer wel degelijk groot is te noemen. Bovendien blijkt uit het dossier duidelijk dat er geen sprake was van een affectieve relatie tussen verdachte en het slachtoffer: zij kenden elkaar slechts enkele dagen en verdachte had het slachtoffer juist vanwege haar problematische situatie een slaapplaats geboden. Daarbij heeft het slachtoffer toen zij samen met verdachte naar zijn huis liep verduidelijkt dat zij aannam dat hij niets zou doen, ook niet als zij lag te slapen, waarmee verdachte toen instemde. Toen verdachte en het slachtoffer vervolgens in bed lagen, heeft verdachte nagelaten te controleren of het slachtoffer wel instemde met de handelingen die hij bij haar verrichte. Dat het slachtoffer zweeg omdat zij deed alsof zij sliep, doet daar niets aan af. Verdachte verklaart bovendien dat hij in de veronderstelling was dat zij sliep.

Dit alles maakt dat naar het oordeel van de rechtbank op 20 maart 2022 sprake is geweest van handelingen van seksuele aard die in strijd met de sociaal-ethische norm zijn en daarom van strafbare ontucht in de zin van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT