Uitspraak Nº 16/008376-19 (P). Rechtbank Midden-Nederland, 2019-09-25

ECLIECLI:NL:RBMNE:2019:4492
Docket Number16/008376-19 (P)
Date25 Septiembre 2019
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht

Zittingsplaats Lelystad

Parketnummer: 16/008376-19 (P)

Vonnis van de meervoudige kamer van 25 september 2019

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum 1] 1999 te [geboorteplaats] ,

wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] .

1 ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 11 september 2019.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van de officier van justitie mr. R. Visser en van hetgeen de raadsman van verdachte, mr. H.G. Kersting, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

2 TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

op 30 januari 2018 in Huizen medeplichtig is geweest aan de poging tot oplichting in vereniging met anderen van [slachtoffer] , door [medeverdachte] en/of één of meer onbekend gebleven personen te brengen en/of (met een auto) te vervoeren naar de woning van [slachtoffer] .

3 VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4 WAARDERING VAN HET BEWIJS
4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. Aangever [slachtoffer] heeft verklaard over een kleine rode auto met kenteken [kenteken] , die hij tijdens de oplichting steeds voorbij zag rijden. Uit onderzoek is gebleken dat deze kleine rode auto, een Volkswagen Polo, op naam gesteld staat van een persoon die evenals verdachte staat ingeschreven op [adres] te [woonplaats] . Daarnaast heeft medeverdachte [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte] ) verklaard over iemand met de codenaam ‘ [..] ’, waarna hij verdachte herkende bij een fotoconfrontatie als de persoon die onder deze codenaam schuil ging. Verdachte heeft de auto ter beschikking gesteld aan één van de medeplegers en was ten tijde van het ten laste gelegde aanwezig in die auto. Hiermee is te bewijzen dat verdachte [medeverdachte] en zijn mededaders heeft vervoerd naar de woning van [slachtoffer] .

4.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde. De raadsman acht de verklaring van [medeverdachte] onbetrouwbaar en leugenachtig. Daarnaast is geen sprake van steunbewijs.

4.3

Het oordeel van de rechtbank

Bewijsmiddelen 1

Ten aanzien van feit 1

[slachtoffer] heeft aangifte gedaan en heeft bij de politie daarover als volgt verklaard, zakelijk weergegeven:

Ik heb een advertentie van mijn Macbook Pro Touch (de rechtbank begrijpt: merk Apple) op de website Marktplaats.nl gezet. Op 30 januari 2018 kreeg ik een bericht. Ik zag dat er onder het bericht de naam [A] stond. Wij hebben gedurende de dag diverse keren contact via de chat van de marktplaats app gehad over de verkoop.2

Ik heb samen met “ [voornaam van A] ” afgesproken dat hij de Macbook voor € 2600,- kon ophalen te Huizen. Ik werd gebeld door hetzelfde telefoonnummer als waar ik ’s middags door gebeld werd. Wij hadden van te voren afgesproken dat de transactie zou plaatsvinden middels internetbankieren. Ik zag dat de jongen zijn applicatie opende en het geld naar mijn rekening overmaakte. Ik zag in zijn app dat het geld overgemaakt was. Ik zag dat het geld niet op mijn rekening stond. Ik hoorde hem zeggen dat hij toch maar naar huis wilde omdat het te laat was. Ik zag dat de jongen zenuwachtig was. Ik hoorde hem zeggen dat het hem speet en dat hij het nooit meer zou doen. Ik zag dat de jongen een ID-kaart overhandigde met de naam:

*** [A] ***

geboren op [geboortedatum 3] 1997.

Ik vertelde de jongen dat hij niet op de foto leek en dat deze ID-kaart niet van hem was. Hierop heb ik de jongen nog een kans gegeven door zijn eigen ID-kaart te laten zien en hij overhandigde mij een ID-kaart met de naam:

*** [medeverdachte] ***

Geboren op: [geboortedatum 2] 2000

Hij vertelde dat hij was afgezet door een kleine rode auto en dat hij bedreigd werd door de inzittenden van deze auto. Ik hoorde hem zeggen dat hij de jongens niet kende en dat hij niets van deze jongens wist. 3 Tijdens het wachten zag ik dat de jongen de app van zijn telefoon verwijderde. 4

Medeverdachte [medeverdachte] is door de politie verhoord en heeft als volgt verklaard, zakelijk weergegeven:

[....] belde mij. Hij vroeg of ik geld wilde maken. Ik kreeg een valse ID en een telefoon met een nep ABN app erop. Ik moest de camera gaan kopen met de nep ABN. 5

Gisteren (de rechtbank begrijpt: 30 januari 2018) reden zij in een rode auto. Gisteren zat alleen de [bijnaam 2] niet in de auto. Dus [bijnaam 1] en [....] wel. [....] reed.6

[....] heet [voornaam van verdachte] 7 .

De foto die u, verbalisant, mij laat zien is [voornaam van verdachte] . De rode auto hoort zeker bij hem. Ze zeiden tegen mij dat die auto van een familielid van hem was. 8

Verbalisant [verbalisant 1] heeft in zijn proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:

Naar aanleiding van de verklaring van aangever [slachtoffer] deed ik onderzoek naar het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT